Ontstaan en ontwikkeling van Dordrecht
Emile Havers
5
In dit artikel wordt kort uiteengezet op welke wijze de stad (mogelijk)
ontstaan is en hoe zij zich ontwikkelde tot een belangrijke handelsstad.
Van de 14de tot de 16de eeuw kende de stad een grote bloei, maar
daarna werd zij overvleugeld door Rotterdam en Amsterdam. Niet zo
zeer de markante gebouwen als wel de groei van de stad vormen het
onderwerp van deze uiteenzetting.
Van nederzetting tot stad
Zoals van vele steden is ook van
Dordrecht tijdstip en wijze van ont
staan onbekend. Er zijn geen bron
nen, die over de stichting van de
stad reppen. De hardnekkige ge
schiedenis van de tol van graaf Dirk
III, in 1015 aan de Merwede geves
tigd, heeft niets met de stichting van
de stad te maken. Die tol lag bij
Vlaardingen, dat in die tijd ook aan
die rivier gelegen was. De Merwede
liep als een brede stroom naar zee,
de Maas liep even ten zuiden van de
huidige stad naar het westen, waar
plaatsen als Maasdam en Westmaas
nog iets van dat verleden bewaard
hebben. De Dubbel was een aftak
king van de Maas en had vroeger
wellicht zijn vervolg in de Devel,
want aangenomen wordt, dat Oude
Maas een latere doorbraak is. Een
kleine stroom vormde een verbinding
tussen Dubbel en Merwede: de Thu-
redri(c)ht of -drecht, waaraan de
stad zijn naam ontleent. De loop is
gedeeltelijk te reconstrueren, want
komend uit het zuiden volgde hij
eerst de Blekersdijk (vroeger Beeld
jeshaven), ging verder via het traject
Bagijnhof-Visstraat of Belgracht en
stroomde dan via een bocht naar het
noordoosten uit in de Merwede.
Vooral op oude plattegronden (zie
'eigen' plattegrond bij volgende arti
kel) ziet men dat de Oude of Voor
straatshaven bij de monding bij het
Groothoofd vrij breed is. Door het
successievelijk volbouwen van de
beide oevers kwamen hier de twee
hoofdstraten van de stad dichter bij
elkaar, werd het water steeds smal
ler en ging het natuurlijk karakter
verloren.
De eerste lintbebouwing van een
voudige huizen op terpjes met ruime
percelering en veengronden en wa
terlopen als natuurlijk decor doet
denken aan het landschap van de
Alblasserwaard. De gunstige ligging
voor de scheepvaart op Maas en
Rijn en voor overzese verbindingen
via de uitgebreide delta gaf de stad
de gelegenheid zich te ontwikkelen
als handelsstad. Voor de graaf was
de strategische ligging dichtbij Bra
bant van belang. Er werd dan ook
een hof gevestigd, waar de graaf
vaak verbleef en waar een deel van
zijn gevolg permanent resideerde.
De Gravenstraat herinnert daar nog
aan en ook de Wijnstraat, waar de
wijnhandel geconcentreerd was, die
waarschijnlijk geïnitieerd werd in
kringen rond de graaf.
Tussen Voorstraat en Boogjes
Naast deze kern van de zich ontwik
kelende stad, is een andere aanwijs
baar tussen wat nu Voorstraat en
Boogjes is. Daar waren kleine hand
werkslieden en handelaars geves
tigd. De parochiekerk stond daar
vlakbij. Waar nu de Grote Kerk staat
Kuipershaven met Damiatebrug. (foto's Ad Molendijk)
heeft ooit een tufstenen Romaanse
kerk gestaan, die op zijn beurt wel
licht de opvolger was een eenvoudi
ge houten kerk of kapel. De eerste
vermelding van een kerk in de stad
dateert van 1203.
Een derde kern is van geheel an
dere aard. In het gebied rond de hui
dige Nieuwkerk lag de woning van
de heren van de Merwede. Dit was
een ambachtsheerlijkheid en viel
buiten de jurisdictie van de stad. Er
was een parochiekerk en er woon
den ook mensen, die al dan niet in
dienst van de heer waren. Naarmate
de stad groeide werd het moeilijker
deze enclave in de stad te handha
ven en rond 1325 kwam Heer Da
niels Ambacht bij de stad en bouw
den de heren van de Merwede een
nieuw kasteel, waarvan de ruïne nog
bewaard gebleven is.
Twee grote stadskloosters
Het gebied tussen deze drie kernen
is nog agrarisch en vrij drassig. De
oude binnengracht, die in de 19de
eeuw gedempt werd in de strijd te
gen de cholera, is waarschijnlijk een
overblijfsel van een stelsel van per-
ceelsloten, die tevens voor de ont
watering van het land diende. In dit
deel vestigen zich in de loop van de
13de eeuw de twee grote stads
kloosters van Franciscanen en Au
gustijnen. Ook groeien de lintbebou
wingen langs de Oude Haven naar
elkaar toe, waarbij steeds meer op
smalle percelen, met aaneengeslo
ten rijen gebouwd wordt.
Een nog niet opgelost probleem is
dat van het traject van de Oude Ha
ven naar de Oude Maas. Kwam de
Thuredriht via twee takken in de gro
te rivier uit of is het stuk langs de
Grote Kerk gegraven? De tweede
mogelijkheid lijkt meer voor de hand
te liggen. Hoe dan ook, er ontstond
een duidelijke tweedeling van de
stad in poortzijde (van portus ha
ven) en landzijde. De rijkere poortzij
de werd door aanplemping en opho
ging steeds meer uitgebreid in de
richting van de Oude Maas, een pro
ces dat door archeologisch onder
zoek duidelijk is aangetoond.
Dordrechts Gouden Eeuw
In 1299 werd het stapelrecht ver
leend, inhoudende dat alle koopwaar
die van de Lek en de Merwede
kwam, in Dordrecht moest worden
uitgeladen. Hier moesten de produk-