Erkenning voor industrieel erfgoed
Noot
38
voormalige Rijks HBS. Deze gebou
wen zouden dan samen met hun
open parkachtige aankleding plaats
moeten maken voor een op die plek
veel te volumineus gebouw, dat de
omgeving doodslaat en alleen maar
een onoplosbaar parkeerprobleem
veroorzaakt.
Zelf heb ik ruim anderhalf jaar ge
leden B&W voorgesteld de locatie
Lathouwers op de hoek Zuiderpark
weg - Pettelaarseweg in Zuid te
overwegen. De gemeente wil hier
een woontoren realiseren waar de
buurt niet gelukkig mee is. Het ter
rein ligt gunstig aan een kruispunt
van wegen tegenover het tegen
woordige repetitielokaal van het Bra
bants Orkest in het hart van een wijk
waar alle straten naar componisten
zijn vernoemd op nog geen kwartier
loopafstand van de binnenstad. Een
groot deel van de concertbezoekers
komt uit de directe omgeving en het
parkeerprobleem kan er eenvoudig
worden opgelost. De situatie is zelfs
gunstiger dan die van het Amster
damse Concertgebouw toen dat
honderd jaar geleden in de weilan
den buiten de stad werd gebouwd.
Guiness Book of Records
Projecten van een formaat als de
concertzaal lopen meestal uit de
hand (Amsterdam, Eindhoven). Bo
vendien gaat het hier om een bouw
werk dat geen voorbeelden kent. Vo
rig jaar stelde de raad een limiet van
35 miljoen, nu al wordt een bedrag
van 41,5 miljoen genoemd. Niet in
begrepen zijn echter de kosten van
het archeologisch onderzoek, de
herindeling van de Parade (waarover
nog niet eens is nagedacht), het her
stel van de door het zanddepöt aan
gerichte schade, noch over de kos
ten van een all-riskverzekering, als
die al mogelijk is. Ook vernemen we
niets over de inkomstenderving
doordat de Parade tijdens de bouw
in het geheel niet en later slechts
nog voor een deel beschikbaar is
voor evenementen.
Resumerend lijkt er maar één voor
deel te zitten aan de hele onderne
ming: namelijk de kans op een
plaatsje in het fameuze Guiness
Book of Records. Geen wonder dat
het idee voor een ondergrondse con
certzaal ontstond bij een pilsje aan
de bar. De 25 miljoen voor het on-
Arjen Barnard
dergronds gaan verdienen een bete
re bestemming.
J.C.M. van der Eerden is technisch
adviseur van Heemschut Noord-Bra
bant
De resten van het Middeleeuwse Begijnhof bevinden
zich nog nagenoeg intact onder de Parade. Zie hier
voor: Heemschut 1991 afl. 2 p. 11-13.
Monumentenstudiedag
De studiedag, die de Nationale Con
tactcommissie Monumentenbescher
ming elk jaar organiseert gaat dit
jaar over de 'Kwaliteit en vitaliteit van
de oude kern'. De dag wordt in
Hoorn gehouden in de Noorder- en
Oosterkerk en begint om 9.30 uur in
de Noorderkerk recht tegenover het
station. Er worden inleidingen ge
houden door prof. ing. A. F. Thom-
sen, hoogleraar stadsvernieuwing
aan de TU Delft, prof. dr. A. van der
Woud, hoogleraar architectuurge
schiedenis aan de VU, ir. R. Geurt-
sen, hoofdstedebouwkundige en
ir. H. Meindersma, directeur Het
Oversticht te Zwolle. Er worden ook
twee stadswandelingen door Hoorn
gehouden. Opgave via de NCM (tel.
020-6277706). Toegangsprijs 85,-.
Op 12 december gaf de minister van W.V.C. mevrouw drs. H. d'Ancona
voor de pers haar standpunt weer over het Industrieel Erfgoed.
De bijeenkomst werd gehouden in het gebouw van het Internationaal In
stituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam, waar ook het
Nederlands Economisch en Historisch Archief is gevestigd. De direc
teur van het IISG, de heer E. Fischer, vertelde dat er zich daar liefst 40
kilometer archief bevindt, aangevuld met naar schatting tussen de
300.000 en 400.000 foto's en ander waardevol historisch materiaal.
Vooraf werd er een rondwandeling
gehouden in de omgeving van het
IISG-gebouw, dat van oorsprong ook
een pakhuis geweest is. Het gebouw
aan de Cruquisweg te Amsterdam is
in 1961 als pakhuis gebouwd met vijf
bouwlagen van 30 bij 80 meter.
Reeds in het midden van de jaren '70
kwam het pakhuis leeg te staan. Her
gebruik als woningcomplex was we
gens de indeling en maatvoering erg
moeilijk. Voor het huidige doel kwa
men de zware vloeren uit de pakhuis-
tijd goed van pas om de archieven te
torsen.
Naast de IISG gebouw bevinden
zich pakhuizen uit de periode 1899-
1912, welke inmiddels grotendeels
tot woningen getransformeerd zijn.
Aan de buitenzijde is zo veel mogelijk
geprobeerd het pakhuisuiterlijk te
handhaven. Om bouwkundige rede
nen moesten de galerijen aan de
zuidzijde gesloopt worden.
Tegenover het IISG gebouw be
vond zich het gemeentelijk veemarkt
terrein uit plm. 1885 en herkenbaar
aan de chaletstijl die, toen vaak werd
toegepast. De poortgebouwen en de
marktmeesterswoning vormen sinds
1984 de kern waaromheen bedrijfs
verzamelgebouwen zijn gevestigd.
In deze toepasselijke ambiance gaf
minister d'Ancona haar standpunt
weer aangaande het Industrieel Erf
goed in Nederland.
In haar toespraak schetste ze de
eenheid tussen cultuur en techniek
door te wijzen op het feit dat de uit
vinder van de brandspuit Jan van
der Heijden tevens kunstschilder
was en dat het Haarlemse Teylers
Museum haar naam ontleende aan
de laken- en zijdefabrikant die ook
kunst en wetenschappelijke instru
menten verzamelde. Volgens de mi
nister is de tijd voorbij dat de waarde
van industriële objecten alleen be
paald wordt door de doelmatigheid
bij het productieproces. Het idee, dat
het hier ook gaat om waardevolle
symbolen van een veranderende
cultuur wordt weer beseft. De aan
dacht is nu veel breder geworden.
Dat was ook de reden dat op ver
zoek van de vorige minister van
W.V.C. een Commissie Industrieel
Erfgoed een rapport mocht uitbren
gen over de stand van zaken aan-