Concertzaal onder Bossche parade? Muziek waar geen muziek in zit J. van der Eerden 36 De keuze van het Brabants Orkest om Eindhoven als nieuwe thuisha ven te verkiezen is de aanleiding geweest om plannen te ontwikkelen voor een nieuwe concertzaal. In Den Bosch zijn de gemoederen over het ondergrondse plan inmiddels danig verhit. Het college van B&W hult zich in stilzwijgen, maar onder burgerij en belangenverenigingen broeit het en groeit verzet. J. van der Eerden geeft commentaar en pro beert de schade aan te geven. Zal prestige winnen van logica? De rechthoekige Parade in Den Bosch was vóór de degradatie tot parkeerterrein omrand door vier langs de randen van het plein lopen de straten tussen een gesloten car- ree van lindebomen en (voorname lijk) 18de en 19de eeuwse gevel- wanden. Het plein wordt gedomi neerd door de hoog boven de bo men oprijzende Sint Jan waarvan de uitstraling eeuwenlang werd gedra gen door een alles en iedereen om vattende religieuze mentaliteit. Een opdringerige nieuwe glazen entree voor zowel het bestaande Casino als de geplande concertzaal zal nu mid den op de oostelijke weg worden ge plaatst waarvoor veel bomen het veld moeten ruimen. Hierdoor wordt niet alleen de structuur van het plein nog verder verstoord, maar krijgt het plein er ook nog een stedebouwkun- dige dominant bij. Dit schept verwar ring omdat de symbolische waarde van kerk en plein miskend wordt door het overmatig accentueren van een gebouw dat door zijn functie hier slechts een bescheiden plaats zou mogen innemen. Gelukkig zal de weg tussen Casino en Lange Put straat, een erfenis van het Structuur- plan-1964 verdwijnen. Maar daar voor in de plaats komen er twee mo dieuze elf meter hoge glaspiramides (naar voorbeeld van het Parijse Lou- vre), nooduitgangen, een vijver van 14 x 14 m2, een lawaaimakende luchtverversingsinstallatie, een enorm hefplateau van 6x16 meter schuin tegenover de Lange Put straat, voor de aan- en afvoer van de vrachtwagens met muziekinstrumen ten, waarvoor een gat in de bomenrij nodig is en ook een forse balustrade niet gemist kan worden. Ongemak tijdens bouw De overlast tijdens de bouw gaat ze ker vier jaar duren. Het archeolo gisch onderzoek vereist minimaal een jaar onder hoogspanning wer ken. Voor de ruwbouw is alleen al anderhalf jaar nodig. Daarna volgt de een jaar durende afbouw en in richting. Tenslotte zal het plein nog opnieuw moeten worden vorm gege ven. In een bouwput van vijf meter diepte zal de ruwbouw geheel bo vengronds gereed worden gemaakt. Hij is dan een soort van silo met een diameter van ruim zestig meter met een hoogte van twintig meter boven het straatniveau, wat gelijk staat aan tweemaal de goothoogte van het bis schoppelijk paleis. Op de Parade zullen bouwkranen, een forse directiekeet en opslag plaatsen voor bouwmaterialen de overblijvende ruimte ontsieren en hinderen. De enorme massa beton en andere bouwstoffen zullen moe ten worden aangevoerd door de straten in de omgeving. Tijdens het in de grond zakken van de ruwbouw, dat geen seconde mag stoppen, zit ten niet alleen de omwonenden dag en nacht opgescheept met het la waai en alle andere overlast hiervan, maar ook de bezoekers van de Sint Jan en het stadscentrum. De 75.000 m3 af te voeren grond wordt, vermengd met water, door buizen weggepompt naar een depot op maximaal zeshonderd meter af stand. Aannemend dat hiervoor niet het natuurgebied in het Bossche broek zal worden gebruikt omdat de zware buisleiding dan over de druk ke Zuidwal moet worden geleid, lijkt de enige andere mogelijkheid de Ca- sinotuin. De persleiding behoeft dan 'slechts' langs de voorgevel van de schouwburg door Triniteitstraat en Cavaleriestraat te worden gelegd. Als de hele Casinotuin tussen de Dieze en de omringende trottoirs voor het zanddepot wordt benut zon der rekening te houden met de mo numentale bomen en de parkaanleg, dan zal het een hoogte krijgen van 3,5 a 4 meter. Niet alleen zal het af komende spoelwater de Dieze dan wel de riolering zwaar belasten, maar het zand zal ook weer moeten worden afgevoerd waarvoor 7500 vrachtwagenritten moeten worden gemaakt naar een onbekende be stemming, waarna het zwaar mis handelde park opnieuw zal moeten worden ingericht. Ongemak na voltooiing Niet alleen de mogelijkheid, maar ook de noodzaak om iedere avond de nieuwe zaal te vullen met 1500 mensen betekent dat het totale aan tal bezoekers van het casino per avond zal verdubbelen. De aanvoer van publiek zal een circulatiepro bleem geven in de toch al overbelas te binnenstad, bezorgt buurtbewo ners extra overlast en veroorzaakt extra schadelijke vervuiling aan kerk en omgeving. De parkeerdruk ver dubbelt, terwijl de mogelijkheid om op de Parade te parkeren (terecht) verdwijnt. De 3000 schouwburg- en concertbezoekers per avond zullen nogal ver moeten lopen, wat in de winterse avonduren heel onaange naam kan zijn. Veel potentiële be zoekers zullen daarom misschien wel weg blijven (het verkeerspro bleem lost zich dan vanzelf op). Mensen met claustrofobie zullen de ondergrondse zaal niet willen bezoe ken; een langdurig ondergronds ver blijf is voor de mens onnatuurlijk en de maatregelen die dit behaaglijk moeten maken blijken nog in 't ge heel niet te zijn uitgewerkt. Hoe zorgvuldig de vluchtwegen ook zullen worden aangelegd, bij een eventuele calamiteit zal een pu bliek van 1600 mensen tegelijk vanaf een diepte van 20 meter naar boven moeten zien te komen, hetgeen bij uitval van liften en verlichting ronduit rampzalig is. Ook de vrachtwagens met muziekinstrumenten en ander materiaal zullen tijdens het spitsuur en 's nachts moeten laden en los sen. Dit geeft hinder en lawaai voor de buurtbewoners, evenals de waar schijnlijk permanent werkende instal laties voor luchtverversing en ver warming, die zijn voorzien midden op de Parade tegenover de ingang van het bisschoppelijk paleis. Door de architectonisch zinloze bouwsels, die de helft van de Parade in beslag zullen nemen, wordt deze moeilijk bruikbaar voor markten, ker mis en allerlei manifestaties en eve nementen zoals 'Jazz in Duketown' en de 'Boulevard'. Materiële schade aan omgeving Schade aan gebouwen zou 'nage noeg' uitgesloten zijn. Zakkingen in de directe omgeving zouden hoog stens enkele millimeters bedragen. Verder weg, onder de Sint Jan, wordt de zakking 'nog minder'. En

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 36