Als je houdt van Dordrecht... Dichters over Dordrecht Jaap Kamerling 20 Als je houdt van Dordt houd je niet alleen van het Groothoofd, de Da- miatebrug, het Bolwerk, de Pottenkade, maar heb je een even groot zwak voor de Stoofstraat, de Hoge Bakstraat, het Wilgenhof: plekjes waarvan geen toerist ooit een dia nam, want Dordt is niet alleen de ri vier met al wat erop en eraan hoort, maar een brok atmosfeer, een kli maat, waarin je misschien wel geboren moet zijn om er blijvend te kun nen ademen. se ijzeren brug, destijds van hout, in de richting van de Wolwevershaven. Over het Vlak, aan het begin van die haven, waar Vader Tijd vanuit de tympaan van een monumentaal pand op de hoek op ons neerkijkt le zen we van Eijkelboom: Dichtregels van één van de bekend ste Dordtse dichters Cees Buddingh, die in 1918 in deze oudste Hollandse stad werd geboren en er in 1976 'Ode aan Dordrecht'aan wijdde. Bladerend door Querido's literaire reisgids en de VVV-uitgave 'Literaire stadswandeling door Dordrecht' viel het me op hoeveel dichters, schrij vers en andere kunstenaars de stad in de loop der eeuwen hebben be woond of er een inspiratiebron von den. Schrijvers als Bordewijk en Aart van der Leeuw en de Franse schrij ver Proust verbleven er kortere of langere tijd. Dichters als Jacob Cats, Jacques Perk, Cees Buddingh en Jan Eijkelboom werden hier niet al leen geboren, maar woonden er gro te delen van hun leven. Persoonlijk spreekt vooral Jan Eijkelboom mij aan. Veel van zijn gedichten verwij zen naar Dordrecht, de stad, waar Eijkelboom zich aan de 'wurggreep van Calvijn' ontworstelde. Hij ervoer zijn gereformeerde jeugd in de stad, waar in 1619 de gereformeerden hun Dordtse Synode hielden, als zeer beklemmend. Een uniek Dordts stadsgezicht verrukte hem in 1979 echter zo, dat een gevoel van bevrij ding hem op een zonbeschenen Kor te Engelenburgerkade overweldigde. Hij verwoordde die gevoelens zo: Ik heb heel lang geleefd bij water dat bijna niet verliep, al stroomde het soms snel, met kolken om de pijlers van de brug, al liep het op soms tot de lippen van mens en vee en in de buik van huizen op het Vlak. We komen de dichter weer tegen als we verder lopen naar het Damiate- bolwerk, waar Oude Maas en Mer- wede elkaar ontmoeten. Op deze door Eijkelboom gekoesterde plek in de stenen voor de kademuur staat de titel van zijn eerste gedichtenbun del uitgehakt 'Wat blijft komt nooit weer terug'. Over de Damiatebrug lopen we linksaf naar het Groothoofd, de plek, waarvan de schrijver Theun de Vries diep onder de indruk raakte. Damiatebrug met Groothoofdstoren een keer bij dit doelwit van zoveel wandelingen aangeland, verstil ik als vanouds in opgetogenheid voor de aanblik van Hollands mooiste waterschei ding. Daar de Noord tussen weilanden, boomgaarden (kaal, maar niet zon der een licht waas van belofte), de boerennederzettingen van de overzij, waarboven bruine smookvanen in het voorjaarsblauw uitwaaien; hier Merwe- de en Maas, de onrustig gewiegde koggen en listen langs iedere havenwal'. Ik reed er in mijn pofbroek op de fiets. Een herfstig tegenlicht kwam over de Catharijnepoort en wierp de schaduw van halfopen luiken over de gevel van een oud pakhuis. En in mijzelf lag plotseling opgetast een vracht geluk zo bij na niet te willen en toch zo licht, dat ik had willen doorgaan, die poort door en het water over, de wereld in en nooit terug, terwijl ik hier toch thuis behoorde zoals ik nergens thuis zou zijn. Wie, wandelend langs het Maartens- gat linksaf slaat de richting in van de rivier is ook echt verrukt als hem op eens door de Catharijnepoort door een blik op het imposante water van de Oude Maas wordt gegund, (zie foto pag 27) Even teruglopend wandelen we langs de statige huizen van de schil derachtige Nieuwe Haven met zijn mooie jachten en fraaie 19de eeuw- In zijn bundel 'Wat blijft komt nooit weer terug' kom ik Dordrecht nog di verse malen in poëtische beelden taal tegen. Een met de brutale stads- sanering van de jaren '70 volkomen verdwenen stuk Dordrecht met straatjes en steegjes als de Gevulde Gracht en de Kromme Elleboog is door Eijkelboom vereeuwigd in het gedicht 'Kromme Elleboog' (1979): Walwevershaven gezien vanaf het Vlak (tekening Otto Dicke)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1992 | | pagina 20