14
De Prinsenhof (het voormalige Augustijnerklooster). Zicht op de gerestaureerde Statenzaal.
rust niet op palen. We moesten voor
komen dat de toren star gemaakt
zou worden ten opzichte van het
kerkgebouw - de toren verzakte in
een sneller tempo dan de kerk, maar
het is natuurlijk niet zo dat de sa
menstelling van de grond precies bij
de toren stopte. Zodoende is beslo
ten geen palen te plaatsen, maar
slechts het dragend vlak, het funde
ringsoppervlak waarop de toren rust
te, te verdubbelen. U kunt zich voor
stellen dat mensen benieuwd waren
De Grote of Ons Lieve Vrouwe Kerk.
(foto's Hans Bollebakker)
of het plan voldeed aan de uitgangs
punten. Ik heb altijd gezegd: je moet
25 jaar wachten, dan hebben we
daar inzicht in. Dat inzicht hebben
we nu, en mijn verwachtingen zijn
bewaarheid geworden.'
Staat de toren nu weer iets rech
ter? 'Die staat nog net zo scheef als
toen we begonnen,' zegt Van den
Berg.
Stadhuis
In 1968 kreeg hij opdracht het stad
huis onder handen te nemen. Be
houd van de neo-classicistische ge
vel stond voorop, maar hij moest ook
nagaan of een reconstructie naar
vroegere bouwperioden eventueel
tot de mogelijkheden behoorde.
'Het gebouw was aanvankelijk
een koopmanshal. Maar de kooplie
den gingen naar de zuidelijke Neder
landen, naar Rotterdam en Amster
dam, terwijl Dordrecht een beetje in
slaap sukkelde. Het gevolg daarvan
was overigens wel dat de stad lange
tijd haar historische kern heeft kun
nen bewaren.'
Het stadhuis was oorspronkelijk
een middeleeuws gebouw, dat in de
19de eeuw volkomen aan het oog
werd onttrokken doordat voor de ge
vels een neo-classicistisch jasje ge
plaatst werd. Hoe het pand er oor
spronkelijk uitzag was echter moeilijk
te achterhalen. Van den Berg: 'Een
probleem zijn altijd de ramen. Men
heeft bijna altijd de neiging ramen uit
te breken en te moderniseren. Dat
betekent dat men de bouwsporen
vernietigt, omdat de ramen nooit
kleiner maar wel groter gemaakt
worden. Dus een heleboel gegevens
zijn verloren gegaan.'
Toch heeft Van den Berg een deel
- de achtergevel - teruggerestau-
reerd. Aan deze zijde trof hij nog de
nodige historische gegevens om te
kunnen komen tot een reconstructie.
Hij pelde een stuk van de classicisti
sche gevel af en haalde een mooiere
gevel te voorschijn. Twee torentjes,
die er ooit deel van uitmaakten, haal
den het niet bij de Rijksdienst. Maar
de gevel zoals die nu weer te zien is,
dus zonder de torentjes, heeft ooit
werkelijk bestaan.
We dalen af naar een kelderverdie
ping, vroeger deel van het stadhuis.
Tot voor kort een door wateroverlast
geteisterde ruimte, volgestort met
bouwafval'. Maar nu weer dank zij
Van den Bèrgs restauratieactiviteiten
De Groothoofdspoort
in gebruik, en wel als restaurant.
Een prachtige ruimte, met gotische
gewelven, stammend uit de oerpe-
riode van de bouwgeschiedenis, uit
1383. De bodem moest met een 35
cm dikke betonnen plaat afgesloten
worden van het water. Maar ook de
wanden moesten waterdicht ge
maakt worden - bij hoogwater ont
stond een waterdruk van 3 meter bo
ven de vloer. Afijn, Van den Berg
wist ook daarvoor een oplossing die
indruk op mij maakt.
Wist hij eigenlijk altijd meteen zo
precies hoe hij iets moest aanpak
ken? Dat was zeker niet het geval.
De architect: 'Je krijgt een nieuwe
opdracht en dat vind je wel leuk.
Maar je bent volop bezig met andere
problemen. En je denkt: hoe zou dat
moeten, ik zie het nog niet een-twee
drie. Je legt het naast je neer en een
paar jaar later ga je aan de slag. En
dan is het een wonder dat je ineens
weet hoe het allemaal moet. Ik denk
dat je onderbewustzijn er voortdu
rend mee bezig is geweest. Dat
denk ik!'