33
tonisch opnieuw vorm gegeven.
Spectaculair is het, dat het monu
mentale hoekige Entrepotgebouw uit
het havenverleden een cultureel
en/of recreatief centrum zal gaan
worden, met respectering van de
laat-negentiende-eeuwse sfeer van
de gevelarchitectuur. Boven de eer
ste etage zullen woningen worden
ingericht. In totaal zullen hier 5000
huizen verrijzen, en tevens is er
400.000 m2 kantoorruimte gepland.
Fraai is de vorm en plasticiteit van
de al in 1978 gebouwde 'Paperclip'
naar ontwerp van de befaamde ar
chitect Care/ Weeber. Met een bijna
barok aandoende zwaai geeft dit
bouwwerk spirit aan deze nagelnieu-
we buurt. Het geestige dambord-spel
van gele en blauwe tegelvlakken
verleent een vitale frisheid aan deze
nieuwe havenbuurt. Het geheel is
met zorg ontworpen, en de migran
ten op straat bewijzen, dat de woon
lasten betaalbaar zijn.
Pendrecht en Vreewijk
Een monument van stedebouw uit de
jaren vijftig, en tegelijkertijd van de
toenmalige architectonische kwaliteit
is de naoorlogse wijk Pendrecht, als
overtuigende realisatie in steen van
de wijkgedachte.
Een hoekig stratenpatroon, met een
prettige afwisseling tussen hoog en
laag typeert het geheel, nog opge
luisterd door een drietal bedehuizen
van diverse gezindten.
Nog altijd indrukwekkend, hoewel
niet geheel vrij van bedreiging door
moderne renovatie-materialen is het
legendarische tuindorp Vreewijk, be
kend uit de architectuurgeschiedenis,
gebouwd tussen 1910 en 1920. Het
is een vroeg geesteskind van de in
later jaren wat omstreden professor
ir. Granpré Molière, het 'boegbeeld'
van de Delftse School.
De invloed van deze stedebouwkun
dig geslaagde tuinstadwijk met goed
gedetailleerde baksteenbouw zou
nog tot na 1945 aanhouden, mede
door de activiteiten van discipelen als
de integere bouwmeester Berghoef.
Kwaliteit van moderne huisvesting
In plaats van prof. Ed Taverne sprak
ir. N. de Vreeze over visuele impres
sies van sociale woningbouw in Ne
derland. Boekdelen spreken zijn kleu
rendia's van stomvervelende woon
blokken uit Enschedese buitenwijken,
waarbij blinde kopgevels onbarmhar
tig in beeld komen. In Dordrecht vulde
men in het kader van de stadsver
nieuwing gapende kaalslag tussen
twee gebouwen met een postmodern
gebouw, dat zich in grote trekken
hield aan de maatvoering van de be
lendende, historische panden.
De Vreeze prees terecht de stads
vernieuwing door Theo Bosch in de
vorm van een geslaagde gevelwand-
invulling in Deventer, niet ver van het
station. Vanaf 1917 ging de kwaliteit
van de sociale woningbouw met
sprongen vooruit, vanwege de Wo
ningwet van toen. Dat wordt geïllus
treerd door de fraaie Zaanhof in Am
sterdam-West, en de enige jaren jon
gere arbeiderswijken Pathmos (En
schede) en de Riet (Almelo) als
nieuw werknemersparadijsje met
veel groen ontworpen door ir. W. K.
de Wijs, kort na 1920.
Tenslotte moet nog genoemd wor
den een geslaagde film over het door
de 'Stijl'-architect Jan Wils in 1921
ontworpen Papaverhofwijkje in Den
Haag, zeer progressief voor die tijd.
Het is een complex van 128 woon
eenheden. Zeer consequent ontwor
pen in de geest van Frank Lloyd
Wright, met veel horizontale lijnen.
Het staat nu op de monumentenlijst
als authentiek voorbeeld van de 'nieu
we beelding', en blijft erg populair
door de uitstekende plattegronden en
groene ruimte. Onderzoek bracht de
oude primaire kleuren van het schil
derwerk weer tevoorschijn, die in ere
werden hersteld. [j
vervolg van pag. 31
niet?' Ook de mogelijke rol van de
provincies is een onderwerp van
evaluatie. 'Is het niet jammer op een
aantal punten dat de provincies in
feite vrijwel totaal buiten spel staan?'
De decentralisatie zal in zijn ogen
zeker nooit geheel worden terugge
draaid. 'Ik denk dat indertijd de de
centralisatie een goeie manoeuvre is
geweest. Of ze te ver is doorgerold
of te eenzijdig is geweest, of te on
voorwaardelijk, dat weet ik helemaal
niet. Dat moeten we maar ontdek
ken. Maar ik denk dat het een hele
goede zaak is geweest om de pri
maire verantwoordelijkheid bij de pri
mair verantwoordelijken te leggen.
Zo hoort het ook, dan wordt ze ook
een volwassen aandachtsgebied.
Dan komt er een beleidsafweging op
het gemeentelijke vlak. Dat zal zeker
leiden tot een aantal klappen, maar
die moeten we kunnen opvangen.'
Ruimtelijke Ordening
De centrale beleidsvisie van de nota
'Cultuurhistorische kwaliteit in de
Ruimtelijke Orde' wordt niet over
boord gezet. Centraal thema hierin is
namelijk de aandachtverlegging van
het afzonderlijke beschermde monu
ment naar de omgeving en naar het
onbeschermde monument. Hierbij
biedt de Monumentenwet slechts
een deel van het instrumentarium,
naast belangrijke beleidsinstrumen
ten van onder andere de Ruimtelijke
Ordening. Hylkema wil blijven 'pro
beren om inderdaad steeds vanuit
het ruimtelijke ordeningskader gere
deneerd monumentenzorg te bedrij
ven.' In dit verband vindt hij het 'af
schuwelijk dat kortgeleden de WVC-
bijdrage aan het stadsvernieuwings
fonds geschrapt is. Dat betekent dat
een natuurlijk meepraten van deze
sector in een nog steeds uiterst be
langrijk maatschappelijk gebeuren in
de ruimtelijke ordening gefrustreerd
wordt. Want wie geen geld heeft,
praat niet mee. Dat is slecht voor de
monumentenzorg. En dan gaat het
niet eens om de absolute bedragen,
maar om het feit dat je er in mee
doet.'
Traditionele zorg
De beleidsnota neemt stilzwijgend
afscheid van de 'traditionele monu
mentenzorg', die zich beperkte tot
bescherming van afzonderlijke mo
numenten van voor 1850 en tot het
instrumentarium van alleen de Mo
numentenwet. De nota beschrijft wel
het goede van de moderne monu
mentenzorg, maar besteedt geen
aandacht aan de plussen en minnen
van de oude monumentenzorg. Zou
er geen evaluatie nodig zijn van
deze traditionele bescherming?
'Daar ben ik het mee eens. Ik vind
ook dat er iets te achteloos over ge
daan is. Dat is toch niet niks ge
weest. Het was eigenlijk het enige
harde dat we hadden.
Ik zou hier nog iets willen zeggen.
De wet van 1988 decentraliseert,
maar niet zonder dat er sprake is
van nader toezicht op hoe het nu
gaat. Dat nader toezicht komt met
goed van de grond en dat laat zich
wellicht ook heel slecht combineren
met het consulentschap. Je kan niet
tegelijk raadgever en politieman zijn.
Dat zullen we dus moeten organise
ren en is ook typisch een taak die de
dienst namens of voor de minister
moet vervullen: het geweten van de
monumentenzorg zijn', zegt Hylke
ma.
Abele Reitsma is lid van de provinci
ale commissie van Heemschut Geld
erland