Monumentenzorg begint bij de
ruimtelijke ordening
Herman Strijbos
29
De dorpen en buurtschappen zoals die zich in de Noord-Brabantse
Kempen sedert de late middeleeuwen hebben ontwikkeld, waren in de
tijd rond de tweede wereldoorlog in grote aantallen en in herkenbare
vorm aanwezig. Op de oude ruimtelijke structuren van wegen, die in
middels voor een belangrijk deel zijn verhard, van waterlopen, beekda
len en bos- en heidegebieden waren toen de laatste boerderijen in vak-
werkbouw bijna alle vervangen door langgevelboerderijen in baksteen.
Alleen een enkele schuur had nog
gevels van stro, houten delen of met
leem bepleisterd vlechtwerk. Maar
door de verdere technische ontwik
kelingen werd schaalvergroting mo
gelijk en nodig. De buurtschap en
het dorp boden veel te weinig ruimte
om te kunnen boeren. De boeren
trokken daarom geleidelijk weg uit
het dorp. Wat sedertdien in de voor
heen 'boerendorpen' nog over is aan
boeren bewerkt een paar marginale
bedrijfjes.
Menige dorpskom was niettemin
in het midden van onze eeuw nog zo
gaaf dat nu zonder veel discussie in
de gemeenteraad zou besloten wor
den een dergelijk geheel als dorps
gezicht te beschermen. Dat het toen
niet gebeurde is begrijpelijk als we
ons realiseren hoeveel er toen nog
was van iets waarvan nagenoeg nie
mand de waarde inzag.
Slechts in enkele gevallen bleven
sedert de zestiger jaren gave dorps
kernen of delen daarvan in stand. En
in veel gevallen blijkt dan dat behoud
mogelijk is door goed beheer, zonder
sterk conserverende ingrepen en dat
nieuwe funkties kunnen worden in
gevoegd, mits er een goed ruimtelijk
beleid wordt gevoerd. De excursie
van de provinciale commissie Noord-
Brabant naar Oirschot op 10 augus
tus was aan een dergelijke dorps
kern gewijd. Toegegeven, het is
nooit overal te bewijzen dat de om
zet van de middenstand stijgt door
dat het dorp door velen wordt be
zocht omdat het zo aardig is, maar
er zijn heel wat aanwijzingen in die
richting. En in het beleid moet dan
wel het aardige van het dorp voorop
staan. Wij denken hierbij bijvoor
beeld aan het dorp Vessem in de
Kempen.
Vessem
Vessem heeft aanvankelijk niet de
sterke groei doorgemaakt die na de
tweede wereldoorlog andere Kempi-
sche dorpen meemaakten. Boven
dien lag Vessem niet aan de belang
rijke provinciale weg Eindhoven-Ant-
werpen, die de Kempen van oost
naar west doorsneed en dwars door
alle aanliggende dorpen liep. Waar
in die dorpen de laanbeplanting van
grote bomen langs de doorgaande
hoofdstraat sneuvelde om meer
ruimte te bieden aan het toenemen
de verkeer, nam de groei van het
maar door de sterke structuur met
de grote bomen, de beukehagen, de
meer en minder monumentale be
bouwing van de laatste honderd jaar
en, last but not least, zorgvuldig in
gevoegde nieuwbouw van onder
meer het raadhuis, is Vessem een
fraai en levendig dorp gebleven met
een uitgesproken karakter.
Kerkpad
Een hoogtepunt vinden we nog net
voor we het dorp verlaten in de rich
ting Hoogeloon. De weg slingert zich
daar met een S-bocht langs een on
verhard pleintje met grote eiken.
Twee monumentale boerderijen,
waarvan er één met zeer veel zorg is
gerestaureerd, met zeldzame fraaie
schuren, deels nog met houten ge
vels, en een gave, sobere dorpswo
ning uit het midden van de vorige
eeuw, alles met zorg beheerd en in-
Een dorpsstraat in Vessem met karakteristieke bebouwing, die uitloopt in de brink,
(foto's H. Strijbos)
verkeer in Vessem niet zodanige
vormen aan, dat men de bomen
meende te moeten rooien. Zodoen
de hebben ze stand gehouden tot tij
den waarin men beseft dat de bo
men aan het dorp een eigen meer
waarde geven en dat de verkeers
problemen toch niet zijn op te lossen
door dat verkeer al maar meer ruim
te te geven.
Dat heeft tot gevolg gehad dat het
beeld van Vessem in sterke mate
wordt bepaald door de hoofdstruc
tuur van twee haaks op elkaar staan
de hoofdstraten, waarlangs grote bo
men, meestal eiken. Verder spelen
daarin een grote rol de molen, een
neo-gotische kerk met een middel
eeuwse toren en een fraaie situatie
door het met een oude muur omge
ven kerkert, en een pastorie. Niet
alle overige bebouwing is even mooi,
geplant met beuke- en meidoornha
gen. Tussen de hagen verliest zich
een kerkpad in de richting van de
kerk. Helaas beginnen hier al de pro
blemen. Het kerkpad is na enkele
tientallen meters afgesneden omwil
le van enkele percelen meer in een
klein bestemmingsplan.
Aan het pleintje was vanouds een
loodgietersbedrijf aanwezig. Het viel
niet op. Het bedrijf ging met de tijd
mee. De groei die daarmee gepaard
gaat is doorgaans aanleiding te ver
huizen naar het bedrijventerrein,
maar hier leek ruimte genoeg en be
drijvigheid geeft leven in een dorp.
Maar er zijn natuurlijk grenzen. Er
komt een moment dat aanpassing
aan de eisen van de tijd een totale
verandering van de aard van het be
drijf tot gevolg heeft en dan wordt
het leven in het dorp niet gestimu-