Kolhorn nog net als vroeger
Bert Franssen
24
Eerlijk gezegd had ik nog nooit van Kolhorn gehoord. Laat staan dat ik
wist van de onaangetaste dorpskern van weleer, gevat in een platte
grond die al honderden jaren stand houdt. 'Het karakter van Kolhorn is
zo gaaf gebleven,' zegt burgemeester Dijkstra, 'door de armoede die
het dorp altijd heeft gekenmerkt.'
del. Langs de huizen zelf echter wordt
een openbaar pad aangelegd. Waar
door je het unieke beeld krijgt van
lapjes privéterrein, alle door een
openbaar pad doorsneden. In deze
vorm alleen nog in Kolhorn te zien.
Wie in zijn tuin wil zonnen moet het
openbare pad over, een aanslagje op
je privacy, en zo ervaren sommigen
het ook.
Dijkstra, burgemeester van het negen
kernen bevattende Niedorp, woont
zelf in Kolhorn en ijvert sinds zijn
komst in 1984 voor behoud van het
monumentale karakter van zijn dorp
jes. Kolhorn ligt wat afgelegen. Terzij
de van snelwegen en spoorlijnen,
moeilijk bereikbaar per bus. Het is
nog niet overwoekerd door toeristen,
alleen fijnproevers komen een kijkje
nemen.
De geschiedenis van het dorp is
heel interessant. Het plaatsje ligt aan
vankelijk in een koude uithoek aan de
Zuiderzee, als Wieringerwaard, Wie
stadgenoten rekenen. Intelligentsia zit
er zeker niet, het dorp telt trouwens
maar een paar huizen.
Lichters
In de 17de eeuw komt er toch een
periode van zekere bloei. Kolhorn pikt
een graantje mee van de welvaart
van de Verenigde Oostindische Com
pagnie. VOC-schepen, die de Zuider
zee binnenvaren, krijgen steeds meer
te kampen met hoge zandbanken
waarop diepliggende ladingen vastlo
pen. Uitbaggeren is op den duur on
begonnen werk, dus gaat men er
Dorpsgezicht (loto Bert Franssen)
ringermeer en Waard- en Groetpolder
nog niet drooggelegd zijn. Col bete
kent koud, horn is het oude woord
voor hoek. Colhorn (vroeger met een
'c' gespeld) ressorteert in de vijftiende
eeuw onder de heerlijkheid Schagen.
Het is een voorhaven van deze stad
waar het uitschot en de armlastigen
naar toe gestuurd worden. Later be
hoort het tot de gemeente Barsinger-
horn maar de status blijft ongewijzigd:
een Colhorner is een graadje minder,
een inwoner van Barsingerhorn die
een meisje uit Colhorn aan de haak
slaat, kan op een pak slaag van zijn
steeds meer toe over delen van de
scheepsvracht over te laden op plat
bodems, voor de Kolhorners een
nieuwe en lucratieve broodwinning.
Hun lichters brengen de ladingen
naar Hoorn, Enkhuizen of Amster
dam.
In de zeventiende eeuw worden ge
leidelijk meer huizen in het plaatsje
gebouwd. Houten huizen, aan sloten
gelegen. De panden met hun tuinen
aan de Hoogsloot zijn een uniek ont
werp. De tuinen, de zogenaamde
overtuinen, liggen aan het water, wat
makkelijk is in verband met de han-
Deze Turfschuur is er slecht aan toe.
Turfschuur
Met een 'echte' Kolhorner, P. de
Groote- lid van Heemschut! - loop ik
het dorp door. Dat hij echt is weet je
meteen, omdat hij - in tegenstelling
tot mensen op het gemeentehuis in
Niedorp - de klemtoon op de laatste
lettergreep legt.
Ik zie schilderachtige huisjes, aan
grachtjes gelegen, met houten topge
vels en zadel- of schilddaken. In een
sfeer van 'waar de tijd heeft stilge
staan'. Op de dijk bij de Oude Streek
zie je de voor Kolhorn karakteristieke
schuren. Houten scheefgezakte
bouwsels zonder franje. Ze dienden
destijds voor de opslag van wier, dat
drogen moet en vooral voor de vulling
van matrassen gebruikt wordt, en
voor de opslag van turf. Eén ervan,
bekend onder de naam De Turf
schuur, is er nu zo slecht aan toe, dat
er een stichting opgericht werd die
zich het lot ervan aantrekt en de
schuur heeft aangekocht. 'Ze moet
wand voor wand afgebroken worden,
van het oude hout is niet veel meer
bruikbaar. Ze heeft de laatste storm
nauwelijks doorstaan,' zegt De Groo
te en ik zie dat hij gelijk heeft. Veel
meer dan een ruïne is ze niet. Je
moet ambitieus zijn om te denken dat
er nog wat te redden valt. In de ge
meente Niedorp is die ambitie aanwe
zig. Men maakt zelfs plannen om er
een bezoekerscentrum in te richten.