31
Nawoord
Blok arbeiderswoningen 'Sumatra' (ca. 1917) aan de Centrumlaan in Heveadorp. Architect:
J. Rothuizen.
geheel niet gerept. Toch schijnt de
aandacht voor niet-woonhuismonu-
menten toe te nemen, zo kan men
vernemen van de heer drs.
J. W. A. M. Verlinden, burgemeester
en beheerder van de portefeuille mo
numenten. Het plan om de molen
romp in het dorp Renkum gemeente
lijk te beschermen moet men dan
ook direct hiermee in relatie zien.
Een uitbreiding van het aantal mo
numenten ligt volgens hem zeker
wel in het verschiet. Echter, de hoe
veelheid wil hij laten afhangen van
de beschikbare financiële middelen
en of die er komen is nog maar de
vraag. Immers, de geldelijke druk is
nu al zeer groot, aldus de bewinds
man. Tussen haakjes: de gemeente
beschikt jaarlijks over 60.000,-,
waarvan 40.000,- uit het stads- en
dorpsvernieuwingsfonds voor woon
huizen en 20.000,- uit het eigen
monumentenfonds voor niet-woon-
huizen. Hoeveel objecten er theore
tisch voor gemeentelijke protectie in
aanmerking komen is niet bekend,
aangezien er geen totaalinventarisa
tie voorhanden is. De recente MIP-
inventarisatie kan dan ook een con
creet uitgangspunt zijn voor een na
dere selectie van potentiële monu
menten.
Recente sloop betreurd
Voor een aantasting van de histori
sche bebouwing in de dorpskernen
in verband met eventuele architecto
nische of stedebouwkundige ingre
pen hoeft men volgens Verlinden
niet al te bevreesd te zijn. Persoon
lijk vindt hij, dat de recente sloop van
het winkelpand van een locaal be
kende boekhandel, onderdeel van
de lintbebouwing langs de Utrecht-
seweg in Oosterbeeek, geen navol
ging verdient. Maar, zo voegt hij er
aan toe, 'we zullen wel heel goed
moeten weten wat de prijs is die je
daar in monumentaal opzicht, dus
als cultuurgoed, voor betaalt, en ook
de prijs die je daar netto voor zou
moeten betalen. En de vraag is dan
ook wie dat moet doen. Want het
praten over monumenten is bijna
een monoloog omdat de goege
meente in zijn algemeenheid ervan
uitgaat, dat de overheid dat doet.'
Het is verheugend eveneens van
Verlinden te horen, dat hij onder
meer als voorzitter van de Stichting
voor Heemkunde een groeiende be
langstelling van de Renkumse bur
ger voor de geschiedenis van zijn ei
gen omgeving, dus ook voor de his
torische bebouwing, constateert.
Het streven naar zoveel mogelijk
behoud en optimale bescherming
van de vele groengebieden met een
cultuurhistorische waarde die Ren
kum rijk is, landgoederen, parken en
Station (1899/1913) van Wolfheze aan de
spoorlijn Utrecht-Arnhem.
tuinen, is voor de gemeente een
zaak van voortdurende aandacht.
Enige richtlijnen hiervoor zijn in het
Bosbeleidsplan vastgelegd. Het ma
ken van een concept Landschapsbe
leidsplan staat hoog op het verlang
lijstje.
De aanwezigheid van meer monu
menten kan de toeristenstroom
vergroten. Tegenover het idee van
een verstrengeling van monumen
ten- en toeristische belangen staat
de burgemeester, die ook het toeris
me in zijn portefeuille heeft, positief.
In zijn ogen is daarvan in feite al
sprake, als we kijken naar de exploi
tatie van kasteel Doorwerth als jacht-
museum en villa Hartenstein als oor
logsmuseum en de organisatie van
de Open Monumentendag. Maar de
aandacht mag niet alleen naar de
toeristen uit gaan, zo betoogt hij, 'het
gaat ook om de eigen burgers, want
die recreëren ook in hun gemeente.'
Het zijn juist de eigen burgers, die
zeer gebaat zijn bij een fraai monu
mentenbestand: hun recreatieve
vreugde zal er zeker door vergroot
worden! En wellicht ziet de gemeen
te met deze gedachte het bedrijven
van monumentenzorg wat minder
zorgelijk tegemoet...
Met dank aan de heer drs.
J. W. A. M. Verlinden en de overige
gemeenteambtenaren, de heren
Ft. P. M. Favier, afdeling Bouwen,
Wonen en Milieu, G. H. Maassen,
Gemeente-Archief en F. L. Welsch,
afdeling Groen.
De decentralisatie van de monumen
tenzorg betekent voor gemeenten
een verzwaring van hun taken. Voor
een goede uitvoering daarvan is een
effectief monumentenbeleid een ver
eiste. Als Heemschut adviseren wij
onder meer:
- de monumentenzorg een volwaar
dige plaats binnen het gemeentelijke
apparaat te geven en haar niet als
een bijzaak te zien;
- het beleid in een monumentennota
vast te leggen;
- te streven naar een nauwe sa
menhang tussen monumentenzorg
en andere gemeentelijke beleidster
reinen: ruimtelijke ordening, stads
en dorpsvernieuwing, volkshuisves
ting, welstandstoezicht, cultuurzaken
en natuur- en landschapsbescher
ming;
-goede voorlichting aan de burger te
geven.
V. M. J. A. N. Collette is kunsthistori
cus en lid van de Provinciale Com
missie Gelderland van de Bond
Heemschut.