34
er dan ook een swingend terras voor
het Doelenhotel zijn? De plek vraagt
er gewoon om.
Voor de Martinikerk staat een
beeldengroep. Twee mannen, enigs
zins door de knieën, de rug sterk ge
kromd kijken de Voorstraat in. Nee,
het zijn geen schaatsers maar kaat
sers. Hun blik is gericht op het Sjü-
kelan, de kaatsarena bij uitstek. Mo
numentenliefhebbers met belang
stelling voor munten en penningen
zijn van harte welkom in het hiervoor
ingerichte kabinet in de middeleeuw
se Cammingastins. Franeker is eni
ge tijd geleden met de omringende
plattelandsdorpen samengevoegd
tot de nieuwe gemeente Franekera-
deel.
Stadhuis
De secretarie is gevestigd in het
Martenahuis en het eigenlijke stad
huis. We bezoeken ze beiden. De
Martenastins dateert uit de vijftiende
eeuw en geeft van binnen, door en
kele vertrekken in geheel verschil
lende stijlen, een goede indruk van
vijfhonderd jaar bewoningsgeschie-
denis. De twee wethouderskamers
doen een mens onmiddellijk beslui
ten 'de politiek in te gaan'. In de
gang, uitgestald in een glazen kast
je, een ander stukje Friese folklore:
ooit gevonden eerste kievitseieren
over een groot aantal jaren. Op de
eerste verdieping, met tussenwan
den opgedeeld, in een van de aldus
ontstane ruimten een mooie middel
eeuwse schouw. Alle fantasie is wel
nodig om de tekstverwerkers weg te
denken en te vervangen door een
opvlammend houtvuur. Als u van
mooie oude kappen houdt raden we
u aan via de wenteltrap in de uit for-
Harlingen. Het eerste Hein Buisman-pand aan
de Grote Breedplaats.
se stenen opgemetselde traptoren
verder te klimmen naar de zolder.
Wij begeven ons nu naar het stad
huis zelf. Gebouwd in 1591 behoort
het tot de hoogtepunten van renais-
sancebouwkunst in het noorden. De
laatste restauratie vond plaats in de
jaren 1979-'81Dat was wel nodig
ook. De sierlijke toren dreigde in te
storten en op veel plaatsen waren
balkkoppen, muurankers en vensters
dermate verrot dat vervanging on
vermijdelijk was. Maar nu mag het
stadhuis dan weer gezien èn betre
den worden. We doen dat via de sta
tige bordestrap en komen in de hal.
Rechts voor ons in de hoek zien we
de houten 'marmer' geschilderde
Harlingen. De haven met het voormalige kantongerecht en de bruine vloot.
trap, die naar de erker voert. Vanuit
de erker werden eertijds allerlei offi
ciële bekendmakingen gedaan.
Schuin links boven geeft een speel
se balustrade vanuit het trappenhuis
van de toren zicht op de hal. We on
derdrukken de aanvechting vanaf
dat punt een minnedicht voor te dra
gen en gaan linksaf de burgemees
terskamer bekijken. We zien een
heel bijzondere schouw uit 1593. De
gebeeldhouwde, zandstenen mantel
werd door Claes Jelles gemaakt.
Verder oud meubilair, witte spaar
zaam versierde muren en een bal-
kenplafond. Een interieur als op een
Vermeer of De Hoogh en dat in Fra
neker! Dit huis en deze stad hebben
de argeloze bezoeker nog veel meer
te bieden. Jammer overigens, dat de
gemeente in de fraaie binnentuin
van het Martenahuis een nieuwe
vleugel van het stadhuis heeft ge
pland. Heemschut is er nogal be
zorgd over (zie art. op pag. 9). Klein
als het is heeft Franeker genoeg be
zienswaardigheden om er een hele
dag door te brengen. Wij kunnen ons
dat helaas niet veroorloven en reizen
verder, naar... Harlingen.
Harlingen monumentenstad nr. 11
De stad, in het Fries Harn geheten,
ligt direct aan de Waddenzee. De NS
brengt ons tot aan de haven. De
wind aanstormend over het opge
zweepte water is nog eens extra
koud. De rechterlijke macht in Harlin
gen hield blijkbaar van de zeelucht,
het enige gebouw hier pal aan het
water is niet een havenkantoor maar
het voormalig kantongerecht. Het
heeft momenteel nog wel een over-
heidsbestemming maar daar schijnt
verandering in te gaan komen. Men
wil er een restaurant in vestigen. Er
zijn heel wat mooie oude panden
met een horeca-bestemming in deze
stad. Franeker wil zijn toeristische
functie structureel gaan versterken
en heeft daarvoor door een Rotter
dams projectbureau zelfs een Mas-
terplan laten maken. Dat brengt nog
al wat ingrepen in de historische
stad met zich mee en Heemschut
houdt dat goed in de gaten. In de zo
mer is het in Harlingen een komen
en gaan van allerlei zeegaand volk.
De veerboten naar Vlieland en Ter
schelling vertrekken hier, maar ook
sportvissers en de zeewaardige
schepen van de bruine vloot. De
zeelucht maakt hongerig en zo blijft
het water een levensader, een bron
van bedrijvigheid en inkomsten, voor
deze oude stad. Aan de grootte zou
men het niet afzien maar Harlingen
is wèl Nederlands elfde monumen
tenstad en de rijkste op dit gebied in
Friesland. Het duidelijkst worden we
dat gewaar aan de Noorderhaven.