Monumentencommissies: zorgenkind? Leo van der Meule 36 Een fraaiere omgeving om een symposium over gemeentelijke monu mentencommissies te beleggen dan Paviljoen Welgelegen, zetel van het Noordhollands provinciaal bestuur, is nauwelijks denkbaar. Op 14 de cember gaven verschillende sprekers daar hun visie op gemeentelijke monumentencommissies. Hun ervaringen waren lang niet allemaal on verdeeld positief. De dag, georganiseerd door de Ko ninklijke Nederlandse Oudheidkundi ge Bond (KNOB), stond eigenlijk in het teken van een aantal als pijnlijk te ervaren tekorten. Dat er geld tekort is weten we al en zolang de centrale overheid, en sommige lagere overheden, het eco nomisch belang van monumenten zorg blijven onderschatten zal daar niet veel verandering in komen. Allereerst lijken nog niet alle ge meentebesturen zo happig op het overnemen van rijksbevoegdheden. R. de Wit, commissaris der Koningin in Noord-Holland wees erop dat nog Dorpsgezicht te Leidschendam. De oude pleisterplaats rechts op de foto wordt met sloop bedreigd. (foto Leo van der Meule) maar een gering aantal gemeenten een eigen monumenten-verordening en een daaruit voortvloeiende com missie hebben. (Volgens de door de Rijksdienst voor de Monumenten zorg te Zeist uitgegeven Nieuwsbrief 1990 no. 5 zijn dat er inmiddels ruim honderd op een totaal van 712 ge meenten. LvdM). Van die honderd zijn er heel wat op initiatief van Heemschut van de grond gekomen, met name in Gelderland. Het meest in het oog springende te kort is dat van de deskundigheid. De grotere monumenten-gemeenten heb ben een eigen bureau monumenten zorg. Daar beschikt men veelal over een flink stuk kennis en ervaring maar is men wel met handen en voeten aan de gemeente gebonden en dus niet onafhankelijk genoeg. Deskundige le den voor een gemeentelijke commis sie zullen ergens anders vandaan moeten komen. Alle sprekers zaten met hun profielschets voor een derge lijke groep adviseurs wel op één lijn. Er moeten architecten in, liefst met restauratie-ervaring. Een of meer kunsthistorici, wel met belangstelling voor bouwkunde en dan ook nog per sonen met verstand van de ontwikke ling en geschiedenis van de eigen woonplaats. Van de voorzitter worden met name bestuurlijke kwaliteiten ver wacht. Het secretariaat is nu typisch iets dat, inclusief notuleren, ambtelijk uitbe steed kan worden. Naarmate een stad groter is zal het samenstellen van een dergelijk gezelschap minder proble men opleveren. Maar in de kleinere gemeenten? Waar toch ook hele inte ressante zaken staan... die soms be dreigd worden. Eigen initiatief gewenst De heer de Wit wees op een andere handicap die binnen kleinere ge meenten overwonnen moet worden. Er staan niet altijd genoeg monu menten om het werk voor de com missie op langere termijn boeiend en inhoudsvol te laten zijn. Zo'n club gaat dan al gauw een sudderend be staan leiden en is dan op dat ene kri tieke moment, misschien eens in de tien of vijftien jaar, nog druk bezig de ogen uit te wrijven terwijl de slopers hamer al zwaait. Nu hangt één en ander ook af van hetgeen de com missie zelf tot haar taak rekent, zo betoogde de heer Harteveld. Hij was jarenlang lid van de Utrechtse com missie, lang voor de decentralisatie ingesteld. Zo'n commissie hoeft na tuurlijk niet alleen in actie te komen als er iets gesloopt dreigt te worden. Ze kan ook zelf allerlei initiatieven nemen. Veel gemeenten baseren hun ver ordening op het door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aangereikte model. Hierin is duidelijk ruimte gelaten voor eigenmachtig optreden door de commissie. In Utrecht resulteerde dat in het formu leren van randvoorwaarden ten aan zien van het opvullen van gaten in de binnenstad en het uitgeven van een kerken-nota. Hoedt u voor actie voerders met oppervlakkige kennis van zaken in de commissie. Met pure enthousiastelingen die zaken met hand en tand willen verdedigen omdat ze mooi gevonden worden kom je helaas niet ver. Het staat na tuurlijk eenieder vrij iets mooi te vin den maar als argument om iets te behouden verschaft het een te wan kele basis. Een sloopgrage tegen stander hoeft maar te beweren dat hij het lelijk vindt en je kunt wel in pakken. Doe soms water bij de wijn Het gaat veelal om meer onwrikbare criteria als ouderdom, stijl, tech- nisch-constructieve eigenaardighe den en bepaalde stedebouwkundige waarden. Dat legt in de discussie meer gewicht in de schaal maar ver eist ook meer deskundigheid. Van een commissie wordt ook een zeke re bestuurlijke souplesse verwacht. Zij moet bij tijd en wijle water bij de wijn willen doen om zichzelf niet bui ten spel te zetten. Jan Walraad, architect te Brielle met forse restauratie-ervaring miste met name de deskundigheid in de begeleiding van de restauratie zelf. Hij liet blijken geen fan te zijn van de decentralisatie, die volgens hem al leen maar meer bureaucratie heeft opgeleverd. Terwijl je op de werkplek bijna nooit meer iemand ziet om plot seling opduikende problemen mee te bepraten. Hij zou de steun in de rug zoals 'Zeist' die vroeger gaf overge nomen willen zien door de gemeen telijke commissies. Of dat haalbaar is? Hij kwam zelf met een mogelijke oplossing, die later ook opdook in de discussie: meerdere kleine gemeen ten zouden tot een boven-gemeente- lijke monumentencommissie moeten komen. Dat heeft nogal wat voorde len: meer inwoners om je leden uit te recruteren en meer monumenten- werk aan de winkel zodat het ook

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 36