Wiebenga-hallen: wel of niet bewaren? M M a 11 h i e u S c h I i j p e r 35 In Maastricht heeft het zoeken naar een geschikte plaats voor het nieu we Bonnefantenmuseum voor een interessante discussie gezorgd. Een van de plannen behelsde de integratie van het nieuwe museum in de uit 1912 daterende Wiebenga-hallen, gelegen op het voormalige fa brieksterrein van de Société Céramique. Architect-constructeur ir. Jan Gerko Wiebenga baarde destijds opzien met zijn moderne betonbouw. Zijn hallen worden gezien als voorlopers van het Nieuwe Bouwen. Juist met het oog op het slaan van een brug tussen 1912 en 1990 had de Provincie de Milanese architect Aldo Rossi aangetrokken voor de nieuwbouw van een museum op het voormalige Céramiqueterrein. Rossi had ervaring met dergelijke vormen van integratie. Na recent onderzoek door diverse bureaus is gebleken dat combinatie van een nieuw Bonne fantenmuseum en de Wiebenga-hal len niet mogelijk is. Even heeft het er op geleken dat het lot van de Wie benga-hallen bezegeld was. Maar de gemeente Maastricht en commissies uit de Provinciale Staten wilden dat er verder gezocht zou worden naar een nieuwe lokatie voor het museum, zodat de hallen niet om die reden opgeofferd hoeven te worden. Hieronder een paar reacties over het al of niet bewaren van de Wie benga-hallen. Wij willen een nieuw Bonnefantenmu seum. Als exact op de plek van de Wiebenga-hallen het museum zou moeten komen, dan zouden de hallen moeten worden gesloopt. Maar we doen in samenwerking met de ge meente Maastricht een uiterste poging een deel van de hallen te redden.' Deel hallen wordt bewaard Inmiddels zijn G.S. en gemeente het erover eens geworden, dat een deel van de Wieberga-hallen zal blijven bestaan. De zgn. Noor-Zuid Hal, het oudste deel van de hallen wordt over een lengte van 60 meter bewaard. Hierin komt een deel van het Bonnefanten museum. De rest van de hallen zal worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw van dit museum. Nic Tummers, docent moderne ar chitectuurgeschiedenis aan de Aca- Een gedeelte van de Wiebenga-hallen, dat gesloopt zal worden. Gedeputeerde Kockelkorn: 'De dis cussie is in een verkeerd daglicht ge komen. Men zei overal: de provincie wil de Wiebenga-hallen slopen. Maar wij willen niet de sloop van de hallen. demie van Bouwkunst in Maastricht: 'Het concept van de hallen van Wie benga is het enige, dat al vroeg in de 20ste eeuw uitdrukking gaf aan het moderne. In ieder geval zou het deel, dat parallel aan de Maas loopt, bewaard moeten blijven. Daar kun nen ze dan datgene in onderbrengen wat geen verfijnde klimatisering no dig heeft: de hele Maastrichtse aar dewerkcollectie, de collectie Romeins goed en de collectie van sculpturen. De provincie heeft zich twee keer gecommitteerd in de zaak. Ten eerste heeft ze juist de hallen willen bestemmen voor museale vestiging, ten tweede heeft ze haar visie onderstreept door Rossi als ar chitect te kiezen, juist omdat hij een architectuurtaai gebruikt die bijzon der goed aansluit bij de architectuur van de Wiebenga-hallen. De archi tect zou een deel van de hallen moe ten laten bestaan en de rest in nieuwbouw. Kan de architect dat niet dan moet hij zijn opdracht terugge ven. De provincie zou nu iemand an ders moeten uitnodigen.' Charles Genders in het blad 'Co- bouw' (29-11 -'90): 'Mogelijk is het aandeel van Wiebenga bij de bouw van de Céramique nogal be perkt geweest, gelet op de actieve rol van de Duitse directeur van de fa briek, P. J. Lengersdorff, die de tech niek van het bouwen in gewapend beton in Duitsland had leren kennen en de methode ook in Maastricht wil de toepassen. Waarschijnlijk kreeg de jonge ingenieur tot taak om de berekeningen uit te voeren voor het betonnen skelet en het gebogen schaaldak van de hiervoor geplande hallen. In die redenering wordt hij dan ook louter als de constructeur beschouwd, die vooral oog had voor de functie van het gebouw en niet voor de esthetische kant van het ont werp.' Binnen Heemschut vindt men de Wiebenga-hallen heel boeiend, maar men wil geen verabsolutering. Het waren nog maar vingeroefeningen. Wiebenga heeft later interessantere dingen gedaan. Toch vindt men het de moeite waard minstens een deel van de hallen te bewaren. De traditie van het functionalisme, waar Wie benga een van de beginners van is, bestaat nog in Nederland. Er zijn nog architectenbureaus die in staat zijn de toen begonnen ontwikkeling te voltooien. Het zou voor de hand liggen aan zo'n architectenbureau een opdracht te verstrekken. Matthieu Schlijper is lid van de Heemschutafdeling Limburg.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 35