32 Gezicht op Payerne met in het midden de toren van de abdijkerk uit de elfde eeuw. reusachtige derde kerk van dit cen trum van de benedictijners is na de Franse revolutie niet zo heel veel over gebleven. In deze kerk van Payerne vond men ook een roodbe- schilderd gemetseld graf, helaas in vroeger eeuwen geschonden. Het zou het graf zijn van de legendari sche koningin van Bourgondië, Ber- ta, die nog altijd hier in het kanton Vaud voortleeft als de grote wel doenster. In Payerne vindt men zelfs een 'pinte' (café) La Reine Berthe. Vermoedelijk leefde zij van 908 tot 962. Vaststaat dat in 999 haar doch ter, keizerin Adelaïde, gemalin van Otto de Grote op haar graf kwam bidden. En Adelaïde (Adelheid) moet de.monniken van Cluny in staat heb ben gesteld om te Payerne de te genwoordige abdijkerk te bouwen. De resultaten van de opgravingen zijn voor archeologen nog altijd te bezichtigen, onder de betonnen vloer van de kerk. Zoals bijvoorbeeld ook de opgravin gen in de reusachtige Minster van het Engelse York zichtbaar zijn ge bleven onder de vloer - en zelfs voor het publiek te zien. In Payerne is de kerkvloer bedekt met platen mu- schelkalk uit dezelfde steengroeve in het naburige Estavayer-le-lac die ook de bouwers in de 11de eeuw ge bruikten. Zij putten bovendien uit de bouwvallen van Avrenches: het lag er voor het grijpen. Gelukkig is daar nog iets over, zoals het Romeinse amphitheater. 'Amsterdamer' In 1536 veroverden de Berners Pay erne en voerden de hervorming in. De abdijkerk verloor uiteraard haar functie, een deel van de kloosterge bouwen maakte plaats voor het kas teel van de gezaghebber van Bern. Behouden bleef tot op de dag van heden de kapittelzaal, die overigens inwendig in de late middeleeuwen een gotische 'restyling' had onder gaan. Er volgden eeuwen van diepe vernedering voor de trotse abbatiale. Er kwam een klokkegieterij in, later richtten de Berners het gebouw in als graanpakhuis. Later ook gebruik te men de ruimte voor het drogen van de tabak, die in deze streek nog altijd wordt verbouwd. (Er is in Pay erne een fabriek van pijptabak, 'Am sterdamer'!) In de Napoleontische tijd verdween het gezag van Bern en in 1803 kwam de stad, tot intense vreugde van 'les Payernois' in het nieuwgevormde kanton Vaud (Waadtland) te liggen. Wat voorlopig niet veranderde was de bestemming van de abbatiale. Dat duurde tot in onze eeuw. In 1947 bijvoorbeeld was in het Wes- terwerk, waar de beide torens al lang hadden plaats gemaakt voor een steil wolfdak nog een gevangenis. De kerk was kazerne; in een van de kapellen was de militaire keuken. Toch was er allengs begrip ge groeid voor het opmerkelijk zuivere romaanse bouwwerk met aan de koorzijde de halfronde absis, aan weerszijden geflankeerd door twee absidiolen. Men begon op kleine schaal aan restauratiewerkzaamhe den, waarbij in het bijzonder de wandschilderingen in de in gotische stijl ingerichte Grailly-kapel uit het midden van de 15de eeuw de aan dacht vroegen. In 1926 richtten bur gers en burgeressen van Payerne een vereniging op tot restauratie van de abdijkerk. Van 1920 tot 1939 was op zijn eentje al een Italiaan, Ziorzi genaamd, er in aan het werk ge weest, maar in 1941 begonnen de werkzaamheden op grotere schaal, mede gestimuleerd door een archi tect uit Payerne die tevens kantons- archeoloog was. In de loop der jaren is aan deze wedergeboorte van de abbatiale zes miljoen frank besteed. Afgezien van de bedragen die door de particuliere organisatie bijeen werden gebracht werden de kosten voor de helft gedragen door de ge meente, voor een kwart door het kanton en voor een kwart door de bondsregering. Paradoxaal genoeg heeft het wei nig verheven gebruik dat van het bij zonder hechte bouwwerk gedurende eeuwen is gemaakt bijgedragen tot het behoud van de zuivere Clu- niacenzer stijl uit de 11de eeuw. Nie mand had behoefte om in de tussen liggende eeuwen de kerk met eigen tijdse verbouwingen te plagen. An ders is het gelopen met de van verre zichtbare toren. Tijdens een conflict Christus en Petrus op een kapiteel uit de twee de helft van de elfde eeuw in de Abdijkerk van Payerne.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 32