Tekeningen, die rouwproces rond sloop vormgeven 29 Tijs Tummers 'Ja, er zijn overeenkomsten. De mens is vergankelijk, een gebouw is vergankelijk. De tijd van de mens is 80, misschien 100 jaar. Dat weet je. Maar als een gebouw zelfs die leeftijd niet haalt dan stemt me dat triest.' Clemens Merkelbach van Enkhuizen is portretschilder. Maar daarnaast legde hij de afgelopen dertig jaar een groot aantal met sloop bedreigde kerken op tekening vast. Stadsportretten noemt Merkelbach het zelf na drukkelijk en niet zonder reden.' Meer nog dan de afzonderlijke ge bouwen lijkt het Merkelbach immers te doen om de aftakeling van de om geving waarin de kerk beeldbepa lend overheerste. 'Kerken en haar torens zijn de belangrijkste blikvan gers van een stad.' De uitgebrande Muiderkerk in Amsterdam, een hijskraan tilt de verbrande kapspanten eraf (foto van conte-tekening van Clemens Merkel bach van Enkhuizen, 2/3-11-1989) De lokatie van ons gesprek is de zaal van een schitterend Amster dams grachtenpand. Hoge ramen met uitzicht op het tuinhuis, houten vloer, grote spiegel, rieten bank, een stilleven van pioenrozen op de schil dersezel. De koffie wordt geschon ken in klassiek Wedgwood-servies. Uit de toon valt slechts een moderne wekkerradio op de verwarming. Maar vanavond nog komt de klokke- maker langs om de pendule op het dressoir te repareren. Clemens Merkelbach van Enkhui zen groeide op in het Roomse Breda. Als vijfjarig knaapje werd hij misdie naar in de Barbarakathedraal, hij liep er in de sacristie, had toegang tot de zolder en sprak zo de pastoor. De kerk waar Merkelbach zo vertrouwd mee raakte was een bouwwerk van P. J. H. Cuypers, één van diens eer ste kerken buiten Limburg. Nog altijd zijn het vooral 19de eeuwse neo-goti- sche kerken die Merkelbachs belang stelling trekken: 'Middeleeuwse, re naissancistische en barokke kerken krijgen vanzelf alle bescherming. Bij de Waterstaatskerken is dat al min der vanzelfsprekend, maar de neo gotische kerken lijken vaak ronduit vogelvrij te zijn. Nadat in 1853 weer de bisschoppelijke hiërarchie in Ne derland was hersteld werden er in een hoog tempo vooral neo-gotische kerken gebouwd. Véél kerken, dat besef ik ook, en waarvoor nu niet al tijd meer een goede bestemming te vinden is. Maar ik verzet me tegen de manier waarop deze karakteristieke en beeldbepalende gebouwen zon der enig historisch besef gesloopt worden.' Sint-Barbara in Breda De eerste confrontatie met dit ge brek aan cultuurbesef ondervond Vooraanzicht vanuit het Amsterdamse Bifder- dijkpark van de RK kerk De Liefde (foto conte- tekening Clemens Merkelbach van Enkhuizen, 27-10-1989). (II) De absispartij van De Liefde, verscholen tussen de scholen aan de Da Costa-kade. (foto conte- tekening Clemens Merkelbach van Enkhuizen van 27-9-1989). (III) Merkelbach juist aan zijn Bredase Barbarakathedraal. Als net afgestu deerd student aan de Academie Sint-Joost werd Merkelbach in 1958 gevraagd als adviseur te fungeren bij de renovatie van die kerk. Hij werd echter niet als autoriteit gezien en legde het af tegen de macht van het architectenbureau Siebers. Met kromme tenen moest Merkelbach toezien hoe de meest essentiële kenmerken van Cuypers' bouwwerk zonder enige terughoudendheid ver minkt werden. Maar het werd nog er ger. Nog geen tien jaar later - in 1969 - liet bisschop Ernst, niet lang nadat hij er zelf gewijd was, de Sint- Barbarakathedraal slopen. Het ter rein ligt al meer dan twintig jaar braak. 'Geestelijken hebben natuurlijk geen enkele kunsthistorische oplei ding genoten. De goeden niet te na gesproken zijn het dikwijls cultuur barbaren. Voor iets uit de middeleeu wen of de renaissance wil iedereen zich wel inzetten maar kerken uit de 19de eeuw ruilt men graag in voor nieuwbouw. Neo-gotiek? Was het maar echt gotisch, wordt er vaak ge zegd.' Voor de waarde van een kerk moet niet slechts het gebouw op zich be keken worden. Voor Merkelbach is een kerk een vertrouwde blikvanger in haar omgeving, een beeldbepa lende sculptuur, 90% van de mensen kennen een kerk zonder dat ze er ooit in geweest zijn. Merkelbach lijkt dan ook blij te zijn als een nieuwe bestemming voor een kerk gevon-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 29