Het stadsgezicht beschermd en verder X 21 HKnijtijzer Op 13 september jl. werd door vijf Amsterdamse monumentenorganisa ties w.o. Heemschut in het Rijksmuseum een symposium belegd over de vraag of het stadsgezicht van Amsterdam zal worden beschermd, (zie het dec. nummer) Helaas werd er zoveel aandacht geschonken aan de als dissonant ervaren architectuur in de oude stad en aan de prak tijkervaringen bij het herstel en de herbestemming van monumenten dat het eerder een bijeenkomst leek van monumentenzorgers. Nauwelijks werden toegelicht de be tekenis en de achtergronden van de aanbieding dd. 25 mei 1989 door de Directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist aan het college van Burgemeester en Wet houders van het voorstel tot aanwij zing van Amsterdam binnen de Sin gelgracht als beschermd stadsge zicht. Pas tijdens de discussie maakte prof. W. F. Heinemeyer duidelijk dat voor het gebied binnen de Singel gracht stedebouwkundige plannen dienen te worden ontworpen ten be hoeve van die bescherming. In zulke bestemmingsplannen zullen bepalin gen worden opgenomen tegen de aantasting van de stedelijke struc tuur alsmede voorwaarden ten aan zien van bouwmassa's, bouwhoog ten, rooilijnen, dakhellingen enz. Te recht vroeg hij ook aandacht voor de uitstraling van die stedebouwkundige voorwaarden op de aangrenzende stadswijken zoals bijvoorbeeld de V- oevers en de -Ring 1920-1940. Wil het stadsgezicht werkelijk wor den beschermd dan zal de Dienst Ruimtelijke Ordening daartoe spoe dig opdracht dienen te ontvangen. ning moet worden gehouden met de inspraakprocedure na de ter-visie legging. De welstandscommissie Behalve die stedebouwkundige as pecten van de bescherming van het stadsgezicht zal ook aandacht moe ten worden geschonken aan het scherper omlijnen van het beleid van de welstandscommissie van de Oude Stad. Een welstandscommis sie heeft de taak het gemeentebe stuur te adviseren over de architec tonische kwaliteiten van een bouw plan. Helaas is het zo dat haar be leid zoal niet faalt dan toch zeker weinig waardering ontmoet van vele commissie zeker niet om een emo tionele benadering van een bouw plan. Zij heeft immers alleen te advi seren of een plan voldoet aan we zenlijke architectonische grondbe ginselen: bouwmassa, verhoudin gen, bouwmateriaal en kleur. Omdat Amsterdam een donkere en in ieder geval een grijze stad is misstaan daarin de rose natuur steengevels van de Pierson-Hel- dring-Piersonbank aan het Rokin en van de uitbreiding van het Victoria- hotel aan de P-H-kade. Vaak wordt het wenselijk geacht het stadsbeeld op te vrolijken met felle kleuren geel, groen en paars. Tegen een welover wogen toepassing van kleuren kan geen enkel bezwaar bestaan, mede op grond van het feit dat de oude monumenten wel degelijk kleurrijker waren dan wordt vermoed. Maar het moderne kleurgebruik lijkt eerder slechts tijdelijk te bevredigen of lang durig te ergeren. Zo rust er een zware verantwoor delijkheid op een welstandscommis sie bij haar beslissingen of een bouwplan wel past in het bestaande stadsbeeld. De vraag rijst nu of de welstandscommissie zelf wel vol doende inzicht heeft in het zo typisch Amsterdamse karakter van het te beschermen stadsgezicht: is er nog Het Scheepvaarthuis aan de Amsterdamse Prins Hendrikkade, (foto H. Knijtijzer) Het is immers duidelijk dat het ma ken van die stedebouwkundige plan nen en voorschriften een tijdrovende zaak is. Vooral als daarbij nog reke- Amsterdammers kenmerkend is de publicatie van wat het lelijkste ge bouw is in de oude stad in het hoofd stedelijke blad Binnenstad van de Vereniging Vrienden van de Binnen stad. Nu gaat het voor een welstands- Nieuwe appartementen in de Kerkstraat, ge bouwd door Cees Dam. (foto H. Knijtijzer). wel enig cultuurbesef of gaat de be schaving aan de mode ten onder? Wat geldt voor de kleurtoepassing geldt ook voor de bekwaamheid van vele architecten in het vinden van telkens nieuwe architectonische mo tieven. Waarschuwend heeft archi tect M. F. Duintjer er eens op gewe zen dat hij zocht naar het steeds op nieuw uitwerken van één enkel the ma tot een nieuwe melodie. Eerst dan kan een harmonie ontstaan van een nieuwe architectuur in het oude stadsbeeld. Vervolg op pagina 33

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 21