Gouda en monumentenzorg Brieven 17 In het augustus-nummer van Heem schut werd ik geconfronteerd met een artikel van D. H. J. Visse, coördi nator van de monumentenzorg in Gouda. Niet alleen ik, maar velen met mij hebben zich van het monu mentenbeleid van de gemeente Gouda een bepaald minder mooi beeld gevormd dan de schrijver de lezers voorspiegelt. We zouden ons eerder kunnen verenigen met het oordeel van de Goudsche Courant redacteur Theo de Jong, die in zijn blad van 23 augustus zelfs van cul tuurbarbarij spreekt. Met het principiële gedeelte van het betoog van Visse kan ik me zonder moeite verenigen. Over monumen tenzorg praten en schrijven is echter een geheel andere zaak dan echt voor monumenten zorgen. Met de manier waarop men in Gouda met het cultuurhistorisch erfgoed om springt zijn vele Gouwenaars hele maal niet gelukkig. In brede kring is veel ergernis ge wekt door het verkwanselen van het aanzien van de stad door het sluiten van een twintigjarig contract voor het plaatsen van veel te veel (60) en veel te grote en daardoor ontsieren de Pub/ex-borden, zulks in ruil voor twee openbare toiletten en een aan tal tochtige abri's voor de stadsbus dienst. En alsof deze reclame-bor den nog niet voldoende hebben bij gedragen tot ontsiering van de bin- Het Goudse stadhuis, (foto Martin Droog, Goudsche Courant) nenstad en bevordering van de ver keersonveiligheid, staat ons mogelijk nog meer te wachten. Het Energie bedrijf Midden-Holland (EMH) wil een aantal verlichte reclameborden aan lantarenpalen aanbrengen. An dere gemeenten, zoals Reeuwijker Oudewater schijnen daarop reeds afwijzend te hebben gereageerd. Zo niet Gouda. Vermoedelijk beschouwt het EMH zo'n afwijzing slechts als een uiting van kortzichtige dorps- mentaliteit; zoiets zou de gemeente Gouda stellig beneden haar stand vinden! Onlangs heeft de gemeente Gouda meegedongen naar de KLM- toerismetrofee door het inzenden van een fraai uitgevoerde maar daardoor ook zeer kostbare brochu re onder de titel 'Achter de Kerk'. Echter tevergeefs. De inhoud van dit geschrift, onder meer wat daarin ten aanzien van de St.-Janskerk en om geving wordt voorgesteld, is bepaald niet in goede aarde gevallen. Wat meer kennis van zaken bij de sa menstellers ervan (voor het schrijven van de tekst was een copywriter in gehuurd) zou niet overbodig zijn ge weest. Reeds eerder had het gebied Achter de Kerk in een prijsvraag van de organisatie Europa Nostra voor de restauratie van monumenten (te recht!) een eervolle vermelding ge kregen vanwege de fraaie manier waarop het gebied rond de St.-Jan in authentieke staat bewaard is geble ven. Aan zo'n gebied moet niet meer geknutseld worden. De meeste in de brochure geopperde ideeën horen thuis in de prullenbak! Moerascypressen verdwenen In zijn artikel beweert Visser ook dat in Gouda gehoor is gegeven aan de roepstem om bepaalde bomen op de monumentenlijst te plaatsen. Voor de moerascypressen die een sieraad rond het Marktplein vormden, had de gemeente blijkbaar niet de nodige waardering. Die moesten verdwijnen met als argument dat ze er vroeger ook niet stonden! Ook het stadhuis - thans nog maar nauwelijks in ge meentelijk gebruik - stond er vroe ger niet! Onder druk vanuit de burge rij heeft men zich bedacht, maar is nu gekomen met een m.i. onaan vaardbaar compromis: er zullen vier forse platanen worden geplant. De oorspronkelijk harmonie in de be planting wordt daardoor verstoord. Hoe weinig waarde de gemeente Gouda hecht aan natuurobjecten blijkt wel heel duidelijk uit het door het college van Burgemeester en Wethouders ingenomen standpunt t.a.v. de zgn. zuidwestelijke rand weg. Dat is een weg die het westen van Gouda met een brug over de Hollandsche IJssel zou gaan verbin den met de Krimpenerwaard. Er zijn enkele mogelijkheden uitgewerkt. Het college geeft nu juist de voor keur aan het tracée waarbij de weg dwars door een uiterst waardevol natuurreservaat van de Stichting Het Zuidhollands Landschap loopt. Dat traject is namelijk het kortste! De laatste gemeentelijke stunt op het terrein van de monumentenzorg is het gedogen van de afbraak van de laatste authentieke gevel aan de Markt, die van het voormalige politie bureau op nr. 72, ten behoeve van een winkelbedrijf waarvan er in Gouda al een overvloed aanwezig is. Dit alles en nog wel meer zaken die Visse in zijn artikel vergeet te vermelden, zijn voor mij aanleiding de reclameslogan 'Gouda zesster- renstad' als een aanfluiting te be schouwen. Er zijn te veel vallende sterren bij! Ik meen daarom te mo gen eindigen met een citaat van Va der Cats: 'Wat baet er kaers of bril als de uijl niet zien en wil?' dr. A. Scheygrond te Gouda

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 17