16 bijzondere standplaats. Het gaat bij de achttien om wapen- en letterste nen uit 1753 en 1766, vervaardigd uit Bentheimer zandsteen en hard stenen obelisken uit 1847, die be kend zijn onder de naam 'Bismarck- stenen'. De achttiende-eeuwse exempla ren zijn ongeveer 90 centimeter hoog en voorzien van de landswa pens van het hertogdom Gelre en het bisdom Münster of - dat is de eenvoudige uitvoering - ze dragen geen wapens, maar zijn uitgerust met de landen-initialen G en M. His torisch het meest interessant zijn twee wapenstenen uit 1753 in de Winterwijkse buurtschap Ratum. Een van de twee, in de volksmond Viet- steen genaamd, bevindt zich op exact dezelfde plaats waar reeds in 1590 een houten voorganger, de St. Vituspaal, heeft gestaan. Dit blijkt uit een notitie op een manuscriptkaart uit 1631 in het Rijksarchief in Arn hem. Paal en steen markeerden niet alleen een landsgrens, maar ook de grens van de St. Vitusparochie in Südlohn (Dld.). Beide stenen uit 1753 zijn als enige ook nog eens uit gerust met het monogram van bis schop Clemens August (1719-1761), ook al heeft dit reliëf duidelijk gele den onder de tand des tijds. Alle andere nog aanwezige acht tiende-eeuwse stenen dragen als jaartal 1766. Toen werd in het kloos ter Gross Burlo bij Oeding (achter Winterswijk) een verdrag gesloten Close-up van de Dinxperlose steen met wapen van Gelre uit 1766. (foto Jan Gal. Silvorde) tussen de autoriteiten van Münster en Gelderland. De eerste steen uit de genummerde reeks van dit ver drag staat nog steeds op het zoge heten 'Gelders End' in Rekken (gem. Eibergen). In totaal werden 186 ste nen geplaatst, waarvan een groot aantal inmiddels verdwenen of ver vangen is. Was Rekken de eerste op de grens van Gelre en Münster. Dinxperlo was de laatste. Veel soberder van uitvoering dan Een van de 15 Bismarckstenen in Aalten. (foto Jan Gal) de wapenstenen, maar historisch niet minder waardevol, zijn de zogeheten Bismarckstenen. Deze hardstenen obelisken van 1.20 tot 1.50 hoog werden in 1847 geplaatst op grond van een tractaat met het koninkrijk Pruisen. Hun pas veel later verkre gen bijnaam danken ze aan de piek- vorm, die herinneringen moest op roepen aan de ijzeren kanselier. In de gemeente Aalten bevinden zich nog vijftien van deze Bismarckste nen. De burgemeester van Aalten, drs. T. Bouwersvindt dat ze op de monumentenlijst moeten. Bouwers nam vorig jaar in Oost-Gelderland het initiatief tot eerherstel van de in spectie van Duits-Nederlandse grensstenen door de burgemeesters van Nederlandse grensgemeenten en hun Duitse collega's. Deze oude plicht was reeds ver voor de oorlog in onbruik geraakt. Bouwers wil er een vijfjaarlijks evenement van maken. Archivaris Peter Meerdink pleit in de brochure 'Grenzen vervagen, maar...' voor grensoverschrijdende monumentenzorg, omdat de grens stenen gemeenschappelijk eigen dom zijn. De Nederlandse staat trad immers in de rechten van Gelre, Duitsland in die van de bisschop van Münster. Meerdink hoopt op de in stelling van een Duits-Nederlandse commissie, die in het kader van Eu ropa 1992 gaat werken aan zo'n grensoverschrijdende monumenten lijst. De bescherming zou, dat is in middels ook bepleit, zich tevens moeten uitstrekken tot interessante andere objecten aan de grens. Als voorbeeld kunnen wachthuisjes voor de douane worden genoemd, de kantoortjes, wapenschilden van de marechaussee en 'vergeten' recla meborden vol nostalgie bij de grens- caféetjes en winkeltjes. Dat dergelij ke curiosa na 1992 ook beschermd moeten worden tegen souvenirja gers laat zich raden. Plechtigheid De eerste grensoverschrijdende mo numentenzorg is inmiddels een feit. In Dinxperlo, waar de grens dwars door het dorp loopt, werd op 30 no vember de diep in de aarde gezon ken grenspaal nr. 735, uit 1766, weer boven de grond gewerkt. Voor die activiteit aan de Nederlandse Keupenstraat en het Duitse Hahnen- patt zorgden Dinxperlo's burgervader Van As en de plaatsvervangend bur gemeester van het Duitse Bocholt Haltermann. De plechtigheid werd ondermeer bijgewoond door P. Nij- hof van de Rijksdienst voor de Mo numentenzorg en zijn collega Glans- dorff van het Westfalisches Amt für Denkmalplege. Heemschut, de feite lijke initiatiefnemer tot deze grens overschrijdende zorg, was vertegen woordigd door de directeuren Dui- mel en Van der Haagen en de schrij ver van dit artikel (namens de pro vinciale commissie Gelderland). Bur gemeester Van As zette in zijn wel komstwoord oud-douane-beambte Agterhof in het zonnetje, omdat deze reeds in 1969 aandrong op eerher stel van de zo diep gezonken Dinx perlose grenssteen. Burgemeester Fokkens van Doetinchem bracht, als voorzitter van het organiserende Sa menwerkingsverband Oost-Gelder- land, in herinnering dat in 1766 reeds aan grensoverschrijdende sa menwerking werd gedaan. 'Bij de plaatsing werd bepaald dat Gelder land de materiaalkosten zou betalen, Münster het transport, terwijl het uit houwen van landswapens en inscrip ties voor gezamenlijke rekening zou zijn.' P. Nijhof, bij Monumentenzorg onder meer belast met het Monumenten In ventarisatie Project (MIP), waar schuwde voor te overspannen ver wachtingen en het afwentelen van de zorg op de overheid als het nieuwtje eraf is. 'De overheid kan slechts aanvullend werken. De bete kenis van deze grensstenen moet voor alles duidelijk gemaakt worden aan de bevolking aan weerszijde van de grens.' Nijhof trok vergelijkingen met Zeeuws-Viaanderen, waar al eerder soortgelijke initiatieven zijn ontwik keld. Hij hoopte dat de Oostgelderse inventarisatie navolging zal vinden voor de rest van de oostgrens. In het verlengde van inventarisatie moet wel een toeristische wandel- of fiets route liggen om de grensstenen een beetje tot leven te brengen. Nijhof: 'Het zijn nu eenmaal geen molens, waar iedereen voor warm loopt.'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1991 | | pagina 16