Historische landschappen,
hoe lang nog?
11
Leo van der Meule
Het gaat hard met de nivellering van ons kleine land. Nieuwbouwwijken
lijken overal bedrieglijk veel op elkaar. Ook de buitengebieden worden
steeds eentoniger door ruilverkaveling, dijkverzwaring, schaalvergro
ting noem maar op. De jubilerende Beekmanstichting wijst op de nega
tieve effecten van de groei. Dat bleek onder meer uit de door haar sa
men met Heemschut georganiseerde studiedag en de nota 'Het histo
risch landschap... ook een zorg.'
De dag, op 21 november jl. in de
Reehorst in Ede gehouden, had als
titel 'Het Nederlandse landschap...
een dynamisch monument'. Dit titel
geeft meteen al aardig aan waar de
schoen wringt. Bij het woord 'monu
ment' denken de meesten aan iets
dat onveranderd hetzelfde blijft,
soms eeuwenlang. 'Dynamisch' ech
ter roept hoe dan ook gedachten op
aan verandering, beweging, snelheid
zelfs. Het lijkt een interne tegenstel
ling.
Is de Beekmanstichting, en waren
de uitgenodigde sprekers, tegen ver
andering? Wil men het landschap
bevriezen in zijn huidige toestand?
Nee, eigenlijk niet. De stichting wijst
er zelfs op dat verandering een zeer
waardevolle eigenschap van het
landschap door de eeuwen heen is
geweest. Wel is duidelijk dat de ver
anderingen de laatste decennia
ongekend grootschalig zijn en vaak
ontzettend snel optreden. Groeit het
landschap zichzelf ten gronde? Op
pervlakkig bezien heeft het daar veel
van weg. Echter het klimaat, de rij
zing en daling van de bodem en de
schommelingen in de stand van
grond- en zeewater zetten de zaak
wel in beweging maar zeer lang
zaam... nauwelijks waarneembaar.
Bovendien treedt bij dergelijke pro
cessen vrijwel altijd een nieuwe ver
scheidenheid aan vormen en eigen
schappen^ de plaats van de oude.
Als de natuur het zelf allemaal
goed regelt, kan er eigenlijk maar
één boosdoener aangewezen wor
den: de mens. Dat is niet alleen
triest maar ook heel verbazingwek
kend. Juist in ons land is zowat geen
vierkante meter te vinden waar de
mens niet op de een of andere ma
nier zijn invloed heeft doen gelden.
Een positieve, verrijkende invloed
vaak. De herder weidde zijn schapen
en die gaven door hun gegraas de
heide een kans. De bewoner van het
noordwestelijk kustgebied wilde ook
bij vloed droge voeten houden en
wierp daartoe de schilderachtige ter
pen op. In de zeventiende eeuw fi
nancierden Amsterdamse kooplie
den de prachtige droogmakerijen
met hun molens en boerderijen. Er is
sprake van een duizenden jaren lang
proces van spel en tegenspel, aan
passing of onderwerping, tussen
mens en natuur. Een achttiende-
eeuwer had in het landschap anno
1930 nog veel herkenningspunten
terug kunnen vinden. Een negentien-
de-eeuwer had zich in dat landschap
nog ronduit thuis gevoeld. Beiden
zouden echter anno 1991 waar
schijnlijk hopeloos verdwalen.
Wat is er mis... en wie doet er wat
aan? Natuurlijk allereerst de Beek
manstichting zelf. Bondgenoten in de
strijd tegen de vervlakking zijn onder
andere de Bond Heemschut, de Ne
derlandse Vereniging tot Behoud
van Natuurmonumenten en het Re
gionaal Archeologisch Archiverings-
project. Er is immers geen gebied te
vinden waar de belangen van zorg
vuldig natuur- en cultuurbeheer zo
zeer hand in hand gaan als in het
historische landschap.
Verkokering
De uitgebrachte nota toont dit aan
en laat tegelijkertijd zien dat de ver
kokering van de ministeries de vor
ming van samenhangend beleid in
de weg staat. Wat onder de bescher
ming van het ene departement valt,
wordt door het andere achteloos
weggeplandü De Beekmanstichting
bepleit het landschapsbeleid onder
te brengen bij één ministerie. Of
daarmee de oplossing gevonden is?
De ervaringen opgedaan sinds de
samenvoeging van Landbouw en
Natuurbeheer doen anders vermoe-
Oud Hollands slagenlandschap, aangetast door de mens.