39
'Zuid-Holland voert
flexibel en doelgericht
monumentenbeleid
Nog maar 31
Uit mijn onderzoek blijken dat er heel
wat te zijn. De sloop van de schoor
steen van de Zuivelfabriek van Har-
denberg was de aanleiding voor
schoorsteenonderzoek. De in 1928
gebouwde schoorsteen was er een
van de 115 die De Ridder in dat jaar
bouwde. In 1987 bestonden er nog
31 van die 115 waarvan er 8 af en
toe nog gebruikt werden. De rest
staat min of meer op sloop te wach-
De voet van de schoorsteen van de firma H. van Puyen-
broek te Goirle.
ten. Deze steekproef toont aan dat
schoorstenen voor meer dan 90%
niet meer gebruikt worden.
Een heel oneerbiedige vergelijking
met windmolens leert dat er daarvan
zeker veel meer dan 10% van het
oorspronkelijke aantal is overgeble
ven terwijl ook de molen zijn functie
verloren heeft. Zeker, in een molen
kun je allerlei activiteiten ontplooien
wat in een schoorsteen niet kan.
Uiteraard kunnen we niet alle
schoorstenen behouden, maar het is
zeker zinvol exemplaren die of om
hun schoonheid, als beeldbepalend
Schoorsteen bij het gebouw van de Sleepin
aan de Mauritskade te Amsterdam met fraaie
uitkragende versiering.
element voor de omgeving, of als
herinnering aan een bepaald bedrijf,
in stand te houden. Het voordeel
daarbij is, dat daaraan meestal niet
al te hoge restauratiekosten zijn ver
bonden. Met 20 a 30 duizend gulden
is er veel te doen. Het nadeel is dat
er met behoud geen opbrengsten te
verwachten zijn. Opvallend is dat vrij
veel van de als monument behouden
schoorstenen binding hebben met
het textiel verleden, zoals te Tilburg,
Almelo en Enschede. Momenteel zet
een groep mensen in Tegelen zich in
voor het behoud van de schoorsteen
van de schoorsteenfabriek Canoy
Herfkens te Venlo, een passender
voorbeeld van behoud als herinne
ring aan een bedrijfstak is nauwelijks
denkbaar.
A.C. Barnard is penningmeester van
de Federatie Industrieel Erfgoed Ne
derland (FIEN).
In het vorige nummer zijn enkele es
sentiële woorden weggevallen in de
weergave van het interview met Ge
deputeerde mevrouw Drs. I. Günther.
blz. 27, 3e kolom, bovenaan:
Subsidiemogelijkheden in het niet-
landelijke gebied zijn wel blijven be
staan voor beschermde monumenten
die 'het beeld van de bebouwing in
het landschap in overwegende mate
bepalen', aldus de verordening,
blz. 29, 1e kolom, onderaan:
Daar is een heel nauwe samenwer
king tussen agrarische zaken, land
inrichting, natuur en monumenten.'
blz. 29, 3e kolom, bovenaan:
Monumentale boerderijgebouwen, die
niet bewoond werden, mogen nu wel
als tweede woning gebruikt worden.