26
den, ontstaat voor het eerst de mo
gelijkheid om een sluitend overzicht
te krijgen van wat driekwart eeuw
aan afkeer van de Jugendstil over
leefd heeft. Voor de provinciale en
gemeentelijke Diensten Monumen
tenzorg het moment om een beleids
plan te ontwikkelen. En met name de
gemeente Amsterdam moet, wat dat
betreft, haast maken. Dat betekent
onder meer, dat de wethouder van
Publieke Werken eindelijk eens aan
de slag moet met het Jugendstil-in-
ventarisatierapport van de Commis
sie Dooijes en ook de Stadsdeelraad
Oudzuid zal zich moeten bezinnen
op haar beleid, nu zij daarop schrif
telijk is aangesproken door een, vol
strekt terecht, zeer bezorgde Distel
kenner dr. K. J. Nijkerk.
Veel beschadigingen
Feit is dat veel van de Jugendstil-ta-
bleaus in deplorabele staat verkeren.
De vogeltaferelen aan de Admiraal
de Ruyterweg zijn voor de helft be
schadigd. Bij Américain en aan de
Van Eeghenstraat zijn tegels aange
tast of verdwenen. In veel portieken
(met als triest hoogtepunt die aan de
Admiraal de Ruyterweg op de num
mers van 82 en hoger) verdwijnen
aan de lopende band buitenlandse
siertegels die in de handel nu een
stuksprijs van 75 gulden hebben.
Naast bruut vandalisme is een niet
te onderschatten schadebron het na
tuurlijk verval van de Jugendstil-te-
gel. De relatief zacht gebakken te
gels hebben te lijden onder verwe
ring. In de haarscheuren, maar ook
tussen de tegels dringen vocht en
vorst door. Uitlaatgassen doen hun
vernietigende werk. Als de tegels
eenmaal zijn aangetast, dan is de si
tuatie niet anders dan bij een roes
tende Franse auto: de rot is niet
meer te stoppen.
Voor het zover is - een vergruizende
en afbrokkelende tegel is een alarm
signaal - kunnen Monumentenwach
ters de gevel nog effectief restaure
ren. In de Amsterdamse Van Mieris
straat zijn onlangs al drie bloementa-
bleaus in hun oude glorie terugge
bracht. Voor zwaarder beschadigde
tableaus van werkelijk kunsthistorisch
belang past maar één oplossing: de
originele tableaus dienen met de
grootste zorg verwijderd te worden
om plaats te maken voor replica's die
door een veel hardere, keramische
structuur beter opgewassen zijn te
gen opvriezend vocht en zure regen.
De oorspronkelijke tegelvelden kun
nen binnen geëxposeerd worden.
Een Groninger reddingsactie
Exemplarisch voor de rampspoeden
die een Jugendstil-tegeltableau kan
ondergaan, is het lot van één van de
mooiste, figuratieve tegelvelden die
De Distel op haar naam bracht (zie
foto pag.23). Even voorbeeldig is de
reddingsactie van dit zevendelige ta
bleau van in totaal zeven vierkante
meter groot door eendrachtige sa
menwerking tussen de eigenaar, de
gemeentelijke afdeling Monumen
tenzorg en de aardewerkfabriek
Royal Goedewaagen-Gouda BV te
Nieuw Buinen.
In 1903 kreeg de Groningen archi
tect A.Th. van Elmptde opdracht om
een bestaand woonhuis aan de Her
estraat 101 te Groningen te verbou
wen tot een winkelpand. Daartoe
werd één bouwlaag toegevoegd en
kreeg het gebouw een totaal nieuwe
gevel die qua bouw en ornament be
antwoordde aan de ideeën van de
'Nieuwe Kunst'. Van Elmpt ontwierp
een opmerkelijk fraai organisch pa
troon - de tegelvelden werden inge
past in een strak boommotief Dis
tel-ontwerper Bert Nienhuis maakte
de ontwerpen - een toeschrijving die
gebaseerd kan worden op de grote,
stilistische overeenkomsten met zijn
Lotus-tableaus voor de stadsvilla aan
de Amsterdamse Van Eeghenstraat
66-68. De Groningers hebben maar
achttien jaar kunnen genieten van de
grote geveldecoratie. In 1921 werd
het winkelwoonhuis (in galanterieën)
verkocht aan de Haagse autohande
laar Engelbrecht en die moet zich zo
geërgerd hebben aan het wapen
schild - hij moet het stadswapen van
Groningen abusievelijk verward heb
ben met het wapen van de familie
Hohenzollern, het net verjaagde Duit
se keizershuis - dat het tableau on
der de witkalk verdween. Het onder
ste gedeelte van het wapenstuk was
toen al kapot gemokerd.
In 1981 liet een nieuwe eigenaar,
de interieurarchitect Vos, de gevel
van het pand gritstralen en bij verras
sing kwam toen het tableau bloot.
Door de reinigingsbehandeling werd
de glazuurlaag dusdanig aangetast,
dat de tegels niet meer opgewassen
waren tegen de inwerking van vocht
en vorst. Enkele 'Elfstedentocht'-win-
ters deden daarna hun vernietigende
werk. Mede omdat een negentigtal
bussen per uur voorbij dendert, ver
gruisde de tegelhuid en vielen er
steeds grotere scherven uit. Vanwe
ge het kunsthistorisch belang van de
gevel - de gemeente Groningen had
als eerste haar Ml P-onderzoek afge
sloten en dienovereenkomstig tot een
conserveringsbeleid besloten - stem
de Monumentenzorg in met het ver
zoek van de eigenaar tot financiering
van de helft van de restauratiekosten
van de gevel. Voor het eerst in Ne
derland werd daarbij besloten om
ook het tegeltableau - in de restaura
tie te betrekken. Gezien de staat van
de tegels kon niet anders dan voor
een replica worden gekozen. De res
ten van de met een diamantzaag -
achterlangs - weggezaagde tegels
werden ter restauratie toevertrouwd
aan de kunstenares Joan Seyferth te
Vriescheloo. Haar restauratiewerk is
door eigenaar Vos Beheer BV in
bruikleen gegeven aan het Kera
misch Museum Goedewaagen.
Royal Goedewaagen.
De opdracht tot vervaardiging van de
replica werd gegund aan de aarde
werkfabriek Royal Goedewaagen-
Gouda BV. De eeuwenoude Goudse
pijpen- en aardewerkfabriek die sinds
1981 helemaal in het Drentse Nieuw
Buinen is gevestigd, werkt ondanks
haar moderne, half-industriële opzet
- goed voor bijna een kwart van de
Nederlandse keramiekexport - nog
steeds naar de oude plateeltechnie
ken. Vakkrachten als meesterschilder
Piet de Jong, chemisch laborant
Henk Lemson en ovenist-plateelschil-
der Gerard van Doorn werden van de
meet af aan bij de analyse van de
zich aandienende reproductie-proble
men betrokken. Zoals voor alle histo
rische replica's die Goedewaagen
met name voor Amerikaanse musea
produceert, werd ook in dit geval
voor duurzame steengoedklei geko
zen. De op bijna 1200° celcius ge
stookte scherf is optimaal tegen
weersinvloeden en vervuiling be
stand. Gewerkt werd met een room-
gelig getoonde, keiharde vloerplavuis
van exact dezelfde omvang als de
oorspronkelijke tegel. Gegevens die
om de ontwikkeling van een totaal
nieuwe glazuurlijn vroegen.
Nadat de uitgezaagde tegels op
een bed van klei waren uitgelegd
nam meesterschilder Piet de Jong
naar oude plateel-traditie van het ori
gineel een exacte 'calque' af. De ver
dwenen partijen werden door hem in
stijl aangevuld. Die tekeningen op
transparant papier werden met de
grootste zorg 'doorgedrukt' op de bis
cuit- (eenmaal gebakken) tegel.
Ondanks de stroperige, pasteuze
aard van de eigentijdse glazuurverf
slaagden de geschoolde plateelschil
ders er zelfs in om de transparante,
aquarel-achtige effecten in de vrou
wenrobes te kopiëren. Op 16 augus
tus 1990 werd de replica ingelijmd.
In het kader van de restauratie was
toen al het kozijnhout in de accorde
rende kleuren blauw en geel geschil
derd. Verfonderzoek had die oor
spronkelijke kleuren aangetoond.
Mede daardoor oogt de pui weer als
die van 1903.
Friggo Visser is conservator van het
keramisch Museum Goedewaagen
te Nieuw Buinen