Jugendstil-tegeltableaus: een zorgenkind
van Monumentenzorg
Friggo Visser
24
Tussen 1890 en 1910 was het de grote rage: nieuw gebouwde stadsvil
la's, winkelpanden en fabrieken werden gedecoreerd met levendig geor
namenteerde tegeltableaus. Vensters werden bekroond met bontkleuri
ge raambogen waarin naar voorbeeld van Perzisch-Arabische arabes
ken florale motieven waren geabstraheerd. In portieken, langs deurstij
len en op blinde muurvlakken kwamen in de voor de Jugendstil type
rende zweepslag- of 'krullemie'-trant dier- en plantmotieven.
Niet alleen gevels, hele interieurs
kregen van vestibule tot directieka
mer een florale tegellambrizering.
Die tegels waren fleurig, maar ook
hygiënisch en gemakkelijk schoon te
houden. Daarnaast was het gebrui
kelijk dat het personeel bij een be-
drijfsjubileum zijn erkentelijkheid in
de vorm van een tegeltableau uit
drukte. Ook voor reclamebood
schappen van ondernemingen wer
den tegels gebruikt. Een 'hot item' uit
de politiek als de Boerenoorlog in
Zuid-Afrika werd even gemakkelijk in
een complete tegeltableau-expositie
'vertaald'. Voor het Rotterdamse
café Transvalia werd bijvoorbeeld
door Distel-schilder Cornelis de
Bruin een 20-tal tegelschilderijen van
veldslagen en Boerenleiders ge
maakt.
Het waren gouden tijden voor te
gelbakkerijen als De Porceteijnen
Fles uit Delft, Rozenburg uit Den
Haag, Holland uit Utrecht, Van Hulst
en Tjallingii uit Harllngen en de Am
sterdamse fabrieken Lotus en De
Distel. De Britse Art Nouveau-propa
gandist Halsey Ricardo moet in de
Nederlandse bouw-'boom' van 1900
tot 1905 zijn hartewens vervuld heb
ben gezien. Conform zijn oproep van
1896 om hele straten te decoreren
met veelkleurige tegelvelden als 'a
feast and a rest to the eyes - Think
of whole streets vibrating with har
monies of colour' - kregen de portie
ken van de Amsterdamse Admiraal
de Ruyterweg, nu nog te zien vanaf
nummer 42 tot 80, tegeltableaus vol
prachtige vogeltaferelen, streek-
drachten en kopieën van Haagse
School-schilderijen, alle gezet in een
bontkleurige lambrizering. Was de
Harlinger fabriek Tjallingii de hoofd
leverancier voor de Admiraal de
Ruyterweg, in de hoofdstedelijke Jan
Luykenstraat wedijverden De Distel
en Holland om de eer van de mooi
ste portiek- en geveltableaus. Op de
hoek van de Van Eeghenstraat-Ja-
cob Obrechtstraat (eveneens in Am
sterdam) kreeg een drietal stadsvil
la's elk meer dan tien tegeltableaus.
Hier zorgden respectievelijk de Lotus
en Holland voor een complete schil
derijenexpositie op straat. Eenmalig
van schoonheid zijn verder de sterk
grafisch uitgewerkte tableaus op de
voor- en zijgevel van Hotel Américan
in Amsterdam.
Van dezelfde fabrikant Van Hulst
stamt de geveldecoratie van een
reeks woonhuizen in de Wilhelmi-
nastraat in Zwolle en van een reeks
bedrijfspanden aan het Groninger
Gedempte Zuiderdiep.
Niet industrieel maar ambachtelijk
De in Nederland geproduceerde Ju-
gendstil-tableaus - het moeten er
honderden per fabriek zijn geweest -
onderscheiden zich op meerdere
punten van Engels, Duits, Frans of
Belgisch fabrikaat. In de ons omrin
gende landen werden de tegels als
hoogwaardig massaprodukt volko
men industrieel vervaardigd. Daar
werd per tegel een in zichzelf beslo
ten decoratief patroon door middel
van een matrijs in de klei geperst.
De dieper liggende partijen van deze
reliëftegels werden met glansglazuur
ingevuld. Typisch Nederlands was
dat de genoemde fabrieken bleven
werken in de Hollands-Friese pla
teelschilder-traditie. De ambachtelijk
opgezette schilderateliers van de
Nederlandse fabrieken ontwierpen
Flora, tegeltableau van Bert Nienhuis (fabriek Lotu) voor de zijgevel van de Van Eeghenstraat 66-
68 te Amsterdam (foto K.J. Nijkerk).