De ingang van de Bellemolen
(foto J.H. Kruizinga).
veel machinaal gemalen werd, raak
te de Bellemolen in de versukkeling.
En toen de laatste molenaar, Albert
van de Putte overleed werd de Belle
molen een ruïne. Voor toeristen en
oudheidkundigen werd de molen met
het molenhuis en de typische boer
derij de ideale bron van inspiratie om
te mijmeren over vervlogen groot
heid. De oude gebouwen boden een
veilige schuilplaats voor vele dieren
die er de winter doorbrachten. Teke
naars en schilders vonden de Belle
molen een 'schilderachtig' objekt, dat
zij met pen en penseel nog wilden
vastleggen, voordat de totale onder
gang een feit was geworden.
Gelukkig is het zover niet gekomen,
want Pierre van Ransbeeck ontferm
de zich in 1963 over dit huis vol his
torie. Hij kocht de molen (voor veel
geld) van de laatste eigenaar en be
gon met de restauratie. Vier jaar lang
heeft hij, bijgestaan door zijn vrouw,
de jonge Yvan van Mossevelde en
een groep vaklui aan het herstel van
de molen en de bijgebouwen ge
werkt. Acht eeuwen is een lange tijd
en ze waren niet ongemerkt voorbij
gegaan. De muren stonden op in
storten, de balken waren met dikke
afschilferende lagen verf bedekt,
vloeren en plafonds waren praktisch
niet meer aanwezig. Maar de regen
die in de molen vrij spel had, was
niet in staat het enthousiasme van
Van Ransbeeck te doven. Hij ging
echter niet over één nacht ijs. Hij
zwierf stad en land af om het beno
digde materiaal voor een algehele
restauratie te kopen. Speciale 'oude'
houtsoorten tot herstel van het ver
vallen molentechniek waren nodig,
maar die lagen ook in België niet
voor het opscheppen. Maar hij hield
vol en nadat het materiaal bijeen
was en een goede molenrestaura
teur gevonden, kon tot herstel wor
den overgegaan. Dit herstel zou vier
jaar duren, maar toen was daar in
Essene iets groots verricht. Aan het
uiterlijk van de Bellemolen is niet zo
veel veranderd. Wel werden de ra
men boven de schepraderen ver
breed en van een fraai balkon voor
zien, waardoor de gasten een prach
tig uitzicht hebben over de molenvij
ver. Er werden nieuwe toegangshek
ken gesmeed en de binnenplaats
werd van een vijver voorzien. Een
groot parkeerterrein aan de zuidelijke
kant voldoet aan de eisen des tijds.
Metamorfose
Wie het interieur van de Bellemolen
vóór 1962 heeft gezien en het verge
lijkt met de huidige inrichting, staat
verbaasd over de grandioze meta
morfose. De ingang is aan de ach
terkant van de Bellemolen, waar de
Bellebeek in de molen verdwijnt. De
houten bekisting is nog geheel in
tact, maar een prachtige blauwe
vloerbedekking ligt op de door olie
en vet uitgesleten eeuwenoude plan
ken. Het merkwaardige in de grote
eetzaal is het glazen luik, dat in de
vloer is aangebracht. Wie er door
kijkt ziet het molenrad in werking en
voelt het dreunen van de ronddraai
ende schoepen. Aan een der wan
den hangt een eeuwenoude gobelin
met de voorstelling van Mozes die
op de rots sloeg, waaruit water te
voorschijn kwam. Een zeer symboli
sche voorstelling in een oude water
molen! Over de gehele 'zolder' van
de Bellemolen is een 20-tal logeer
kamers ingericht. In alle zalen en
zaaltjes, die met oude behangsels
zijn afgezet zijn even zovele antieke
voorwerpen (kasten, dekenkisten,
haardschermen en koekplanken) te
zien, die aan het interieur van de
Bellemolen een werkelijk antiek ca
chet geven. Het is nu een van de
mooiste restaurants, met een spijs-
en wijnkaart van grote allure. In de
keuken zwaait Harry van
Ransbeeck, een neef van de eige
naar, de scepter en hij waakt over
het culinair welzijn van de gasten.
Mocht u dit moois zelf willen zien: de
Hostellerie de Bellemolen ligt in Es
sene, links van de oude weg van
Brussel naar Aalst, waar van Hekel-
gem uit de borden van de Belgische
Toeristenbond heen wijzen.
Het is dagelijks (behalve op maan
dag) geopend. Maar belt u eerst
even (09-5366.62.38), dan heet Pier
re van Ransbeeck u hartelijk welkom!
J.H. Kruizinga is publicist te Amster
dam.