12 Broodletter Literatuur toelatingsbeleid e.d., waarbij de waarden van het bodemarchief niet meer als vanzelfsprekend onderge schikt moeten worden geacht aan andere belangen, maar op een veel evenwaardiger wijze moeten kunnen worden afgewogen. De provinciale bestuurslaag lijkt zonder meer het meest voor de hand liggende platform voor dergelijke af wegingen, waar overigens de andere bestuurslagen: Rijk en Gemeenten, nauw bij betrokken behoren te zijn. Van een gerichte belangenbeharti ging als het gaat om de bescherming van het bodemarchief bij bestuurlijke afwegingen is evenwel nog onvol doende sprake. De provinciaal ar cheoloog kan zeker in de grote zandprovincies zijn primaire taak: monumentenzorg, noodopgravingen en zorg voor depot en musea nau welijks aan en binnen het provinciale apparaat en de daarbij betrokken Rijksdiensten is de belangenbeharti ging van het bodemarchief in be stuurlijke afwegingen (planologie, landinrichting, infrastructuur, milieu, enz.) afhankelijk van toevallig aan wezige interesse. Nieuwe functionaris Deze situatie vraagt om de instelling van een functionaris binnen het pro vinciale circuit, die een dergelijke be langenbehartiging als primaire taak krijgt. Voor de invulling daarvan kan zowel aan het Rijk als aan de Pro vincie worden gedacht. Het zou denkbaar zijn, dat vanuit de ROB naast de provinciaal archeoloog een consulent wordt aangesteld met een taak, die nauw aansluit op de nu al bestaande taak van de provinciaal archeoloog. Evenzeer denkbaar is een aparte WVC-consulent of zelfs een consu lent bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV), die het meer verbrede veld van de cul tuurhistorie in het landelijke gebied zou moeten gaan behartigen, inclu sief de nauw verwante vakgebieden van de historische geografie en de landelijke bouwkunst. Er zijn echter ook goede argumenten voor een plaats binnen het Provinciale appa raat van een dergelijke functionaris, al was het alleen maar, omdat aan stelling op Rijksniveau in ieder geval een kwestie van zeer lange adem zal zijn. Het bovenstaande leidt in concre- to tot een pleidooi voor een functio naris, liefst binnen het Provinciale apparaat, die het bestuurlijke aanspreekpunt kan gaan vormen bij de behartiging van het behoud van het bodemarchief, eventueel met in begrip van de historische-geografi- sche waarden en bouwkundige waarden, in het kader van bestuurlij ke afwegingen in de planologie, de landinrichting, het toelatingsbeleid e.d. Eén functionaris voor zo'n breed veld lijkt niet te veel gevraagd. J.A. Hendrikx is lid van de provin ciale commissie Heemschut Noord- Brabant. Op verzoek van een aantal lezers heeft de redactie besloten de brood letter voor dit tijdschrift, de helvetica, iets vetter te maken: van helvetica light naar helvetica standaard. Ook is de interlinie-ruimte tussen de re gels wat royaler gemaakt. Red. Vervolg van pag.9 Blauw, P. J. Kramer en J. F. Staal ga ven daar met enige expressionisti sche, gewaagde villa's het visite kaartje af van de Amsterdamse School. In zijn artikel keert Sevenhuijsen zich tegen historiserende bouwkunst en spreekt zich, wijzend op de Ber gense landhuizen, uit voor 'vrije per soonuiting': 'Daar staan ze dan: de eerste vrije uitingen van moderne bouwkunst.' Vanaf dat ogenblik zijn in het werk van Sevenhuijsen een plastische, robuuste opbouw, origi nele plattegronden, sculpturaal met selwerk en de toepassing van hou ten beschot met sierhoutwerk ge meengoed. Karakteristieke elemen ten die samen met de paraboolvorm en de hoge ornamentele schoor steen het handelsmerk van Seven- huijsens gemakkelijk herkenbare stijl uit de jaren 20 zouden worden. Sevenhuijsen behoorde tot die ar chitecten die 'alles' wilden vormge ven, dat wil zeggen de hele leefom geving. Veel van zijn bouwwerken, waaronder de volkswoningbouw complexen, zijn tot in de kleinste de tails met aandacht verzorgd. Hij werkte samen met beeldhouwers, glazeniers en interieurontwerpers. Gezien ook zijn bezigheden als voor zitter van de Haarlemse afdeling van Kunst aan het Volk moet Sevenhuij sen kunst als 'heilzame volksopvoe ding' hebben beschouwd, een soort geestelijke waarde die aan de ge bouwde omgeving diende te worden toegevoegd. Non-conformist Volgens zoon Bert was zijn vader een non-conformist die lak had aan autoriteiten, bovendien een impulsief man die zich volledig inzette wan neer hij ergens mee begaan was. De 76-jarige oud-socioloog herinnert zich hoe zijn vader hem meenam naar de openingen van de onder zijn verantwoordelijkheid ontworpen hui zencomplexen. Voor het gehoor van de genodigden placht Guus Seven huijsen uitvoerig de metselaars, tim merlieden e.d. te bedanken voor de gedane arbeid - een geste die op merkelijk was en veel zegt over de betrokken manier waarop Sevenhuij sen met zijn vak omging. Om dit artikel te kunnen maken heb ik gesprekken gevoerd met de heer A. J. Sevenhuijsen te Rotterdam, mevr. E. Sevenhuijsen-Hoogewoo- ning te Den Haag, mevr. E. Schoorl en de heer G. Schoorl, beiden te Haarlem, en de heer H. BrakelXe Haarlem, waarvoor ik hen dank ben verschuldigd. Tevens bedank ik de heer H. Peschar, lid van de gemeen telijke monumentencommissie Haar lem, voor zijn kritische hulp en advie zen. H. Peschar, Nota voorde gemeente lijke monumentencommissie Haar lem, 2de versie, Bloemendaal, 20 juni 1990. W. de Wagt, 'Schilderen en boetse ren met baksteen' (serie Het andere Monument), Haarlems Dagblad, 7-9- 1989 (over de 'Brood- en Banketfa- briek' in Haarlem-Noord). A. M. J. Sevenhuijsen, 't Park 'Meer wijk' te Bergen, Bouwkundig Week blad, 1918, blz. 215-218.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 12