Het vervolg op het MIP: Drenthe krijgt
primeur
Math Berkers
36
De provincie Drenthe valt de eer te beurt om als proefgebied te fungeren
voor het vervolgproject van het Monumenten Inventarisatie Project, het MIP.
Deze mededeling deed de heer jhr. ir. L. L. M. van Nispen tot Sevenaer, di
recteur van de Rijksdienst voor de monumentenzorg, tijdens de presentatie
van de resultaten van het MIP uit het inventarisatiegebied 'Drents Plateau',
één van de vijftig MlP-gebieden.
De gemeenten in dit inventarisatiege
bied krijgen als eerste in Nederland de
mogelijkheid een beleid te ontwikkelin
gen ter bescherming van jongere
bouwkunst en stedebouw.
Het MIP heeft tot doel een landelijk
overzicht te verschaffen van de jongere
bouwkunst en stedebouw uit de perio
de 1850-1940. Zo'n overzicht kan als
basis dienen voor verder wetenschap
pelijk onderzoek. Ook kan de kennis,
die dankzij het MIP vergaard wordt,
dienen ter ondersteuning van beslissin
gen op het gebied van de ruimtelijke
ordening, de stads- en dorpsvernieu
wing en de monumentenzorg. Een niet
te onderschatten belang van het MIP is
de belangstelling die er door gewekt
wordt voor de regionale geschiedenis
en de locale jongere bouwkunst. Het is
dan ook jammer dat de gebiedsbe-
schrijvingen nog niet voor een groter
publiek toegankelijk zijn.
de primaire verantwoordelijkheid voor
het monumentenbeleid bij de gemeen
tebesturen gelegd. Het is dan ook de
bedoeling dat aan de gemeenten wordt
gevraagd om op basis van de MlP-ge-
gevens voorstellen te doen over de se
lectie en aanwijzing van de te bescher
men objecten, ruimtelijke structuren of
stads- en dorpsgezichten. Naast wette
lijke bescherming biedt de opname in
het register van beschermde rijksmo
numenten de mogelijkheid om gebruik
te maken van de rijkssubsidieregelin
gen voor onderhoud en restauratie.
De provincies wordt een begeleiden
de taak toebedacht. Daarnaast beho
ren zij de bovengemeentelijke belan
gen te behartigen door te adviseren
over de selectie van die cultuurhisto
risch waardevolle jongere bouwkunst
en stedebouw waar zij een meer dan
locale betekenis aan toekennen.
Op grond van de ervaring die in de
Het voormalig postkantoor in Coevorden uit 1892 aan kasteel 4 (foto Provincie Drenthe)
Het voornaamste doel van het MIP is
echter het aandragen van bouwstenen
ten behoeve van de selectie en be
scherming van de jongere bouwkunst.
Vooral de selectie is van belang: de
schattingen van de in totaal te inventa
riseren objecten lopen uiteen van
50.000 tot 200.000. Tot nu toe was nog
steeds onduidelijk op welke manier
precies deze selectie zou plaatsvinden.
Van Nispen tot Sevenaer verwees in
zijn inleiding naar de nieuwe monu
mentenwet uit 1988. In deze wet wordt
uitgekozen Drentse gemeenten wordt
opgedaan zal de Rijksdienst in overleg
met het VNG, de Vereniging van Neder
landse Gemeenten, en het IPO het In
terprovinciaal Overleg, de in de rest
van Nederland te volgen aanwijzings
procedure vaststellen.
Drents Plateau
In het inventarisatiegebied 'Drents Pla
teau' zijn in totala 1841 objecten, ver
spreid over vijftien gemeenten, geïn
ventariseerd. Hieronder bevinden zich,
zoals in Drenthe te verwachten valt,
een groot aantal boerderijen. De grote
verscheidenheid binnen het gebied
was een belangrijke reden om het
'Drents Plateau' tot proefgebied aan te
wijzen. In de variëteit aan boerderijty
pen vinden we deze verscheidenheid
terug. Als uitersten naast elkaar: het
kleinschalige esdorpenlandschap met
het typisch Drentse hallehuis en veen
koloniën met hun grote ontginnings
boerderijen van het krimpentype. Het
voor Nederland unieke gebied van de
voormalige koloniën van de Maat
schappij van Weldadigheid, dat nu nog
steeds onmiddellijk herkenbaar is aan
haar rationele ruimtelijke structuur en
bijzondere bebouwing, maakt ook deel
uit van het proefgebied. Twee van de
vier Drentse steden vallen binnen de
begrenzing: Assen, de 'Stad der Palei
zen' met zijn grote verscheidenheid
aan neo-stijlen, en Coevorden, een
voormalige vestingsstad.
Provincie erg actief
Een andere belangrijke reden dat voor
dit proefgebied is gekozen, zal zijn dat
de Provincie Drenthe als enige alle dis
ciplines in huis heeft voor een integrale
advisering met betrekking tot de monu
mentenzorg. Het is niet voor niets dat
zij zelf het MIP uitvoert. Daar komt nog
bij dat deze provincie al voor de MIP
bezig was een provinciale monumen
tenlijst samen te stellen met panden die
meer dan 50 jaar oud zijn en destijds
bij het samenstellen van de Rijksmonu
mentenlijst niet in aanmerking kwamen,
maar die nu volgens de huidige opvat
tingen zeer zeker als monument te be
schouwen zijn. Dit heeft inmiddels ge
leid tot een ontwerplijst van ongeveer
600 provinciale monumenten, waarvoor
overigens dankbaar gebruik gemaakt
is van de MlP-gegevens. Het is de be
doeling dat de provinciale monumen
tenlijst in overleg met de gemeentebe
sturen definitief vastgesteld zal worden.
Vooruitlopend op de definitieve aanwij
zing is er sinds eind vorig jaar een sub
sidieregeling provinciale monumenten
van kracht.
In afwachting van het vervolg op het
MIP is de Provincie Drenthe nog niet
overgegaan tot wettelijke bescherming
van deze provinciale monumenten. Het
ligt voor de hand dat een deel van de
provinciale monumenten via de MlP-se-
lectie voor rijksbescherming zal worden
voorgedragen. Eenmaal Rijksmonu
ment zullen zij aan de lijst van provin
ciale monumenten worden onttrokken.
De komende maanden zal duidelijk
worden op welke wijze gemeenten,
provincie en de Rijksdienst voor monu
mentenzorg deze selectieprocedure
verder denken vorm te geven.