31
Spanje en het verloop van de Tachtigja
rige Oorlog waren de oorzaak dat het
kasteel van Breda de functie van hof
voor de prinsen van Oranje verloor:
slechts een paar jaar na de Pacificatie
van Gent (1576) was Willem woonach
tig in zijn paleis. De krijgskansen lieten
verder stad en kasteel diverse keren
van bezetting wisselen: in 1581 waren
de Spanjaarden de overwinnaars, in
1590 (met de turfschip-list) werden de
Staten-Generaal de bezitters. Spinola
heroverde de stad in 1625 voor Spanje
en in 1637 nam stedenbedwinger Fre-
derik Hendrik definitief de stad in han
den namens de Republiek.
Daarmee begon de laatste bouwfase
van het paleis. In 1667 was het gebouw
het decor voor de vredesonderhande
lingen met Engeland, Frankrijk, Zweden
en Denemarken en het jaar na deze
'Vrede van Breda' nam Willem lil bezit
van de erfgoederen van de Oranjes in
en rond Breda.
Van 1686 tot
1695 liet deze
'koning-stadhou
der' zijn paleis
verfraaien. De
disharmonie in
bouwstijlen uit
verschillende
tijdperken werd
Twee waltorens opgeheven: de
van het kasteel zuidelijke vleugel
en een gedeelte
van de oostelijke werd afgebroken. Al
leen de zuidwestelijke hoektoren van
de burcht van Jan van Polanen uit 1350
bleef staan. Er kwam een nieuwe vleu
gel en het hele gebouw werd van bui
ten en van binnen gerenoveerd.
Prinsenhof
Zo was in 1695 het paleis, dat nu de
naam 'Prinsenhof' kreeg, helemaal af.
De prinsen van Oranje zouden echter
er niet meer permanent gaan wonen.
Na de dood van Willem II in 1702 is het
snel bergafwaarts gegaan met het ge
bouw. Tot 1737 werd de Prinsenhof ge
sloten en verzegeld. Willem IVbesloot
het paleis incidenteel weer te gebrui
ken, maar onderhoud werd nauwelijks
verricht. Stadhouder Willem V gaf nog
wel opdracht tot het doen van repara
ties en liet zelfs enige verfraaiingen
aanbrengen. Het arsenaal uit het begin
van de zestiende eeuw ging tegen de
vlakte om plaats te maken voor een
tuin.
In de Franse tijd was het kasteel een
legerplaats en militair hospitaal en dat
bleef zo nadat het kasteel in 1814 op
nieuw in het bezit van de Oranjes was
gekomen. In 1826 besloot koning Wil
lem I dat in het kasteel een militaire
academie gevestigd zou worden en in
dat jaar voltrok zich de ramp. De laat
ste resten van het kasteel uit 1350,
waaronder de burchttoren, vielen onder
de slopershamer. De monumentale re-
naissancetrap op de binnenplaats
moest er ook aan geloven. De noord
oostelijke en zuidoostelijke hoektorens,
juweeltjes van zestiende eeuwse Itali
aanse bouwkunst, werden 'afgetopt' en
van een plat dak voorzien. Van het bo
vengedeelte van het gebouw werden
alle muren afgebroken en er werd een
Een overzicht van de toestand in 1590 op de maquette van Frank Siegmund (tot 24 juni te zien in het Breda's
Museum). Het gebouw is nog niet 'af' als architectonische eenheid en bestaat uit diverse onderdelen uit ver
schillende stijlperioden. Links staan de burchttorens uit 1350 van Jan van Polanen. Het kasteel was direct om
geven door een slotgracht. De meeste gebouwen rond het paleisgebouw zijn afgebroken. De slotmuur op de
voorgrond bestaat (hoewel aangepast) nog steeds en vormt met gracht en brug de toegang vanal het kasteel
plein naar de KMA. Rechts beneden het 'Bolkhuis', tegenwoordig de ambtswoning van de KMA-gouverneur
(foto Frank Siegmund)
geheel nieuwe verdieping opgezet en
voorzien van een negentiende eeuws
zadeldak. De raamkozijnen met kruis-
vensters werden vervangen door ei
gentijdse schuiframen. Wat nog te zien
was van het historische metselwerk,
verdween onder dikke lagen pleister.
Na 1900 komt er een begin van be
sef dat het kasteel van Breda als oud
renaissance-paleis van de Oranje-Nas-
saus een cultuurhistorisch monument
is. De desastreuze handelingen uit de
negentiende eeuw kunnen dan wel niet
meer weggepoetst worden, diverse
restauratieronden geven het gebouw
iets terug van het oude aanzien. In de
periode 1903-1910 wordt het pleister
werk weggehaald en het metselwerk
van de buitenmuren hersteld, zoals bij
voorbeeld bij de Nassautoren. In 1930
krijgen de terracotta-medaillons een
opknapbeurt en in 1938 wordt diverse
oneigenlijke aanbouw verwijderd.
In 1944 bij het naderen van de geal
lieerden laten de Duitsers de telefoon
centrale, die in het kasteel is gevestigd,
in de lucht vliegen. Dit zorgt voor aan
zienlijke schade. In 1948 valt het be
sluit tot restauratie, dat uitgevoerd zal
worden door de Genie, voor het eerst in
samenwerking met de Rijksdienst voor
Monumentenzorg.
'Face-lift'
Hierna hebben gelukkig diverse restau
raties plaatsgevonden. Bouwkundig
onderzoek heeft veel aan het licht ge
bracht en diverse ornamenten zijn weer
op hun plaats gezet. In 1963 begon
men met een uitzonderlijk belangrijke
'face-lift': de hoektorens werden in ere
hersteld. Met een van buiten onzicht
baar betonskelet kregen de twee torens
het karakteristieke renaissance-silhou-
et, inclusief 'appel' en spits, terug. Ook
intern zijn diverse onderdelen van het
gebouw in oude luister hersteld. De
laatste grote restauratiewerkzaamhe
den geschiedden in de jaren tachtig.
De enorme littekens van de in de ne
gentiende eeuw geslagen wonden zijn
niet meer weg te herstellen, maar toch
heeft het kasteel iets van de oude allure
herwonnen. De cadetten-eetzaal (de
'Generaal Voet-zaal) ademt opnieuw
de sfeer van een oud kasteel-souter
rain, met prachtige kolommen en met-
selpartijen.
Vooralsnog is het kasteel omgeven
door lelijke twintigste eeuwse bouwwer
ken, zoals een studentenflat, sportzaal
en andere gebouwen van de KMA. Het
oude paleis staat op militair terrein en
het is moeilijk te bezichtigen voor 'ge
wone' burgers. De jaarlijkse Nationale
Taptoe Breda is van 1976 tot 1989 ge
houden op het voorplein ('de Parade')
van het kasteel en het gebouw met de
mooie (herstelde) torens was een stem
mig decor voor dit muziekspektakel. Nu
de taptoe naar elders is overgeplaatst
is het bekijken van het historische ge
bouw voorlopig weer voornamelijk weg
gelegd voor militairen, al of niet in op
leiding. De plaatselijke VVV heeft overi
gens een bezoek aan een kasteel op
genomen in de historische stadswan
deling in de zomermaanden, zodat per
jaar toch nog een kleine duizend men
sen het gebouw bezichtigen.
Bij het schrijven is gebruik gemaakt
van het 'Het Kasteel van Breda en de
Koninklijke Militaire Academie' - een
geschiedkundig overzicht - van KMA-
bibliothecaris H. J. Wolf, 1980/1984, In
richting Uitgeven Boekwerken, Emmen,
en van materiaal uit het Stadsarchief
Gemeente Breda.