Huis Over-Holland bij Nieuwersluis wacht op restauratie Abele Reitsma 24 Aan de Utrechtse Vecht, tussen Breukelen en Nieuwersluis (gemeente Loe- nen) staat het huis Over-Holland, temidden van talloze andere buitens met mooi onderhouden tuinen. Huizen, die stuk voor stuk opvallend goed in de verf zitten of zelfs keurig gerestaureerd zijn. Op de Vecht springt de fraai ge restaureerde theekoepel (bekend van de advertenties van de Stichting Vak groep Restauratie) van Over-Holland al op grote afstand in het oog. Het Huis Over-Holland te Nieuwersluis, gezien vanaf de Rijksstraatweg Verder onderscheidt het buiten zich echter vooral van zijn buren door de aanwezigheid van een groot blauw zeil op het dak van het huis en door de ver waarloosde staat van onderhoud van huis en tuin. In de tuin overheersen stapels open- haard-hout en door de storm gehaven de bomen het beeld. Het statige acht- tiende-eeuwse buiten houdt hiertussen De voorgevel gig in stilte de wacht. Zijn andere monu- menten vaak te mooi gerestaureerd, de vroegere glorie van dit rijksbeschermde monument is helaas teveel vervaagd. Het geheel maakt eerder een troostelo ze dan een sfeervolle indruk. Alleen het koetshuis/tuinmanshuis, bij de Rijks straatweg, verkeert in een verzorgde staat, evenals de theekoepel aan de Vecht. Mensen die regelmatig langs het huis komen, voelen zich betrokken bij de verwaarlozing van het huis en ma ken zich zorgen over het uitblijven van een restauratie. Het grote zeil op een gedeelte van het dak, zit daar bijvoor beeld al sinds een schoorsteenbrand van vijf jaar geleden. Na de restauratie van de theekoepel lijkt alles stil te lig gen. Verder gaat het verhaal dat de in een vorige periode houten vloerbalken in het huis tengevolge van talloze fees ten 'onder invloed' van alcohol verkeren en al vergaand aangetast zijn. Wat is het lot van dit huis? Levert de eerste aanblik slechts een kleurloze Indruk, bij nader inzien blijkt hier meer aan de hand te zijn. Het schilderwerk van gootlijsten, sierstuk- ken en vensters bladert overal los. Ver der is er van zichtbaar verval nog niet veel sprake. Afgezien van de brand schade vertoont het dak, bestaande uit leipannen en loodbekleding, wel wat onregelmatigheden maar geen lekka ges. Ook zijn er geen scheuren in het metselwerk aanwezig. Zou een restauratie dan zo moeilijk zijn? Wellicht kunnen de Rijksdient voor de Monumentenzorg, de gemeente Loe- nen en de bewoners de bezorgdheid wegnemen. Geruststellende woorden krijgen we voorlopig alleen van de di recteur-rentmeester van de Stichting Het Utrechtse Landschaping. H. K. M. Lugtmeijer, die alles graag uitlegt. De staat van het huis 'is niet zo drama tisch als het misschien lijkt. Het is niet lek, er zit geen houtworm of rot, het huis wordt continu gestookt, zelfs be woond. In afwachting van de restaura tie is alleen het houtwerk niet meer on der handen genomen'. Het Utrechtse Landschap is eigenaar van de gronden van het landgoed Over-Holland. Vijf jaar geleden heeft zij het huis in over leg met de provincie via een erfpacht constructie verkocht aan de huidige particuliere bewoner. Na het vertrek van de laatste huurder, die er tientallen jaren gewoond heeft, zocht de stichting een bewoner 'met wie we echt tot een definitieve goede restauratie van Over- Holland kunnen komen'. De stichting heeft er het volste vertrouwen in dat zij hierin is gslaagd met de huidige bewo ner. Perfectionisme Er moet zelfs een ideaal achter het 'so bere' uiterlijk van het huis schuilgaan. De huidige bewoner vereenzelvigt zich sterk met het huis. Hij heeft een uiterst grondig onderzoek laten doen naar de geschiedenis van het gebouw, met ge bruikneming van allerhande moderne technieken, ledereen is hiervan onder de indruk. Uit het onderzoek is een ge detailleerd restauratiebestel voortgeko men van enkele honderden bladzijden. Het bestek voorziet in een sublieme restauratie, op basis van de vele onder zoeksgegevens. Een project van vele miljoenen guldens. Vier en een half jaar geleden, op 30 december 1985, diende de eigenaar het bestek in bij de gemeente Loenen en bij de Rijksdienst voor de Monumen tenzorg. Sindsdien is er een discussie gaande over de vraag of de restauratie inderdaad aan zulke hoge kwaliteitsei sen moet beantwoorden. Enerzijds gaat het om de principiële vraag, wat te doen met de vele bouwhistorische ge gevens die boven water zijn gekomen. Anderzijds is er de financiële onder handeling, ook met de fiscus, op welke punten de restauratie noodzakelijk is en op welke punten het gaat om extra in grepen. De kans dat dit project in aanmer king komt voor een 'kanjerregeling' is niet duidelijk. Toepassing van deze re geling in dit geval is zelfs omstreden, omdat Over-Holland al lang een eerste, relatief goedkope, restauratie had kun nen ondergaan.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 24