Het Duitse Huis
J.PH.G. KAAJAN
De Grote Middeleeuwse eiken kapconstructie van de hoofdvleugel van het Duitse Huis. De
verkrotting heeft hier het hardst toegeslagen. De zolder is bedekt met duivendrek (foto Foto
dienst gemeente Utrecht).
Wie in Utrecht langs de Springweg loopt en de stad slechts oppervlakkig kent, zal niet
vermoeden dat achter die hoge grauwe muur vol graffiti en aanplakbiljetten, zich het
grootste profane middeleeuwse gebouwencomplex bevindt van ons land.
Eens een sieraad van de stad, waar vorsten en edelen werden ontvangen, staat het nu te
verkrotten. Regen en sneeuw hebben vrij toegang. Duiven vliegen in en uit en bevuilen
de zolder en de fraaie middeleeuwse kap.
Het Duitse Huis, zoals het complex nog al
tijd heet, ontleent zijn naam aan de Ridder
lijke Duitse Orde, die haar bestaan te dan
ken heeft aan de kruistochten.
Tijdens het beleg van de stad Accon in het
jaar 1190 besloten enige Duitse kooplieden
een vereniging op te richten met als doel
de verpleging van gewonde kruisvaar
ders. Al spoedig verkreeg de jonge ver
eniging een huis met een kapel te Jeruza
lem en kwam zij onder bescherming te
staan van Frederik van Zwaben, een broer
van de Duitse keizer. Naar buiten trad de
vereniging op als een 'ridderlijke hospi
taalorde'.
Het denkbeeld was niet nieuw. Een
halve eeuw eerder waren in Palestina
reeds twee dergelijke orden gesticht: de
Orde van de Tempeliers en de Ridders
van de Orde van St. Jan van Jeruzalem. Zij
bestonden uit leden van de hoge adel die
zich verbonden hadden tot het bestrijden
van de heidenen en de verdediging van
het Heilige Graf.
Evenals de beide zusterorden, verkreeg
ook de Duitse Orde verschillende filiaal
stichtingen door geheel Europa. Door mid
del van schenkingen waren deze stichtin
gen in staat de verzorging te bieden aan
de invaliden der orde, die de strijd in het
Heilige Land gestreden hadden en aan
jonge Ridders, die zich op die taak nog
moesten voorbereiden.
Ook in Nederland bezat de Duitse Orde
haar huizen. Zo kwam in 1231 de Balije
Utrecht tot stand. In het Duitse Huis zetelde
de landkommandeur van Utrecht, die na
genoeg alle Nederlandse huizen der orde
Dit deel van de hoofdvleugel bezat een repre
sentatieve trapgevel. Deze werd nóg in de
18de eeuw weggebroken. Een grote glazen
erker kwam in 1914 voor de prachtige voor
gevel te staan omdat de ruimte daarachter
dienst moest gaan doen als operatiekamer
van het militair hospitaal (foto gem. Utrecht).
onder zich had. Elk huis of klooster had
zijn kommandeur. Een aantal kommande-
rijen samen vormden een balije. Het uit het
midden van de 14de eeuw daterende
Duitse Huis heeft gedurende 450 jaar ge
functioneerd als hoofdhuis van alle in de
Balije Utrecht gelegen goederen. Dienten
gevolge was het Duitse Huis een rijk kloos
ter met prachtige zalen, die nog tot in de
18de eeuw de verblijfplaats waren van
vorsten zoals Karei V, en edelen, die de
stad Utrecht met een bezoek vereerden.
Liefst maakte men gebruik van de voor
zaal, die zich bevond in de grote, nog be
staande hoofdvleugel van het Duitse Huis.
Deze hoofdvleugel bezat tot in de 18de
eeuw een fraaie trapgevel en diende ken
nelijk als woonplaats voor de Ridders. In
de 'Tegenwoordige Staat der Vereenigde
Nederlanden', een standaardwerk uit de
18de eeuw, wordt de genoemde voorzaal
beschreven als 'een ongemeen groot ver
trek, alwaar wijlen Zijne Doorluchtigheid,
de Prins Stadhouder Willem de IV, den 26
juli des jaars 1747 aan eene tafel van meer
dan tagtig borden, door 's Lands Staaten
deftig onthaald werdt'.
Het huis speelde als vergaderplaats een
belangrijke rol bij de vredesonderhande
lingen aan het eind van de Spaanse Suc
cessieoorlog, die tot de Vrede van Utrecht
leidden (1713).
Niet alleen historisch maar ook bouw
technisch is het Duitse Huis van uitzonder
lijke waarde. Het voorste deel van de
hoofdvleugel, die thans ontsierd wordt
door een grote glazen erker, behoort tot
de oorspronkelijke uit de 14de eeuw date
rende opzet. Hier zijn nog grote delen van
de oude hoofdstructuur bewaard geble
ven. Bijzonder interessant is de grote ei
ken kapconstructie. Hier treft men nog aan
de eiken sporenparen met twee haanhou
ten. Het tongewelf is verdwenen. Om het
andere spoor zijn schenkels en langhouten
aangebracht. Dit met het oog op de be
schieting van het vroegere houten tonge
welf.
In de 19de eeuw brak voor het Duitse
Huis een tijdperk van rampspoed aan toen
op last van Koning Lodewijk Napoleon de
Orde het Huis moest verlaten en het in
1811 definitief bestemd werd tot Militair
Hospitaal. Na de val van Napoleon en het
vertrek van de Franse troepen is daarin
geen wijziging gekomen.
Sinds het Duitse Huis in verband met
nieuwe inzichten op medisch gebied zijn
functie als militair hospitaal heeft verloren,
staat het leeg en wordt het aan de elemen
ten prijs gegeven. Voor de verwaarlozing
van dit belangrijke Rijksmonument is het
Rijk zelf aansprakelijk. De Bond Heem
schut stelt alles in het werk om deze de
sastreuze ontwikkeling te keren. Te hopen
valt dat een spoedige restauratie het Huis
nog voor het nageslacht kan redden.
Wat de toekomst betreft ware te streven
naar een bestemming, die enigszins recht
doet aan de representatieve functie, die
het Huis eens bezat. Als congres-centrum,
hotel of museum is het uitermate geschikt.
In elk geval dient te worden vermeden dat
het wordt opgesplitst in woon- of kantoor
ruimten.
Mr. J.Ph.G. Kaajan is lid van de provinciale
commissie van Heemschut in Utrecht.
Heemschut, februari 1990