De renaissance van macht en geld versus cultuur H. KNIJTIJZER inrfF fflyVV' □o nn □□86 tut lijttittü Tekening in Amsterdam gepland Vendex-winkelcentrum, gezien vanaf het Singel. Heemschut protesteert tegen dit staaltje van machtsmisbruik. Mede dankzij Heemschut is er overigens een goede kans dat de panden aan het Singel toch behouden blijven. De kunsthistoricus bestudeert de overgangen van de Romaanse naar de Gotische bouw kunst of die van de vroeg-Renaissance via de hoog-Renaissance naar de laat-Renais- sance. De socioloog echter onderscheidt daarin de ontwikkelingsstadia van de totale levensstijl van de maatschappij. In zijn boek 'Sociologie van de Renaissance'schetst Prof. drA. von Martin zo'n bijzonder boeiend beeld van de veranderingen in het maatschap pelijke leven van de Middeleeuwen en de Renaissance dat het verrassend blijkt te zijn de doorhem uitgestippelde lijnen door te trekken naar onze tijd. ten,' blikt Uittenhout terug. 'We wilden graag lezingen organiseren en ook begin nen met een bescheiden vorm van archi vering.' De kiem voor het centrum was ge legd. Historisch Streekmuseum Een tweede ijzer in het vuur, als het gaat om het voortbestaan, vormt de Stichting Historisch Streekmuseum Zuid-Kennemer- land, die vanaf volgende maand in het ABC beschikt over drie presentatiezalen. Deze stichting, financieel gesteund door de Provincie Noord-Holland, streeft al vanaf het midden van de jaren zeventig naar een Historisch Streekmuseum. Verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken is Ferry Walberg, die als regionaal conservator de samenwerking tussen de verschillende musea uit de regio moet bevorderen. Hij legt uit dat het de Stichting tot nu toe ontbroken heeft aan een eigen ruimte om zich aan het publiek te presenteren. 'Wat we willen is een histo risch informatiecentrum, waar zowel men sen uit Haarlem en omstreken als toeristen zich kunnen laten voorlichten over de ge schiedenis van Zuid-Kennemerland,' ver telt Walberg. 'Een soort culturele VW dus. Hier in het ABC krijgen we de kans om een eerste stap in die richting te zet ten.' Eén zaal zal worden ingericht met wisselende exposities, die bijvoorbeeld kunnen worden opgezet in samenwerking met een historische vereniging. In beide andere zalen toont de Stichting een deel van haar vaste collectie, bedoeld om de geschiedenis van de regio aan schouwelijk te maken, vanaf de Oudheid tot de moderne tijd. "Vervolgens verwijzen we bezoekers die daar belangstelling voor hebben door naar andere instellingen of contactpersonen die op enigerlei wijze be trokken zijn bij de regionale geschiede nis,' zegt Walberg. 'Te denken valt aan mu sea, bibliotheken en archieven, maar ook kunnen we een brug slaan naar historische verenigingen en particulieren die met een bepaald onderzoek bezig zijn.' Op langere termijn streeft de Stichting Historisch Museum Zuid-Kennemerland naar een eigen vestiging. Walberg erkent dat eerst het bestaansrecht bewezen moet worden. De stichting kan een voorbeeld nemen aan het ABC, dat in een jaar tijd meer dan tienduizend bezoekers trok. 'In het begin wisten we nauwelijks hoe we het gebouw moesten vullen,' zegt Piet Roos lachend. 'Nu hebben we ons programma voor 1990 al helemaal rond.' Een interes sant onderdeel daarin is een topografische expositie over het Haarlem in de tijd van Frans Hals, aan de hand van zeventiende eeuwse prenten, en een diapresentatie die in samenwerking met het Frans Halsmu seum wordt gemaakt. Deze activiteiten vinden plaats parallel aan de grote over zichtstentoonstelling over het werk van de beroemde schilder (12 mei-22 juli). Het streekmuseum draagt een steentje bij met een eigen expositie, die de wisselende roem van Frans Hals door de eeuwen heen als onderwerp heeft. Voorwaar vormen de instellingen met elkaar een cultuur-histori sche driehoek in het hart van Haarlem. Wim de Wagt is kunsthistoricus en free lance publicist. Het zwaartepunt van de Middeleeuwse maatschappij lag op het land: het grondbe zit. Wie toen grond bezat - een statisch bezit - had ook macht, de macht van de edelen en de clerus. Het verkeer tussen de boeren en de burgerij werd gekenmerkt door de eenvoudige ruilhandel, waarbij de enkeling onmiddellijk was aangewezen op zijn groep. Het zwaartepunt van de Renaissance verplaatste zich in economsiche zin en daarmee ook maatschappelijk van het land naar de stad. De kleine handelaar van de landelijke beslotenheid der Middeleeu wen ontwikkelde zich tot de grote koop man die woont in de stad. Hij bezat geld - een dynamisch bezit - en daardoor had hij macht, want geld kon alles veranderen in alles. Was de macht in de Middeleeuwen gevestigd in afgelegen kastelen, omringd door verspreide boerderijen en woonhui zen, in de Renaissance lag de macht bij de grote koopmanspaleizen in de stad, waarin de burgerij haar bij-elkaar-getrokken wo ningen bouwde. De stad wordt de alles in beweging brengende factor; zij steekt daarmee sterk af tegen de rust van het land. Prof. v. Mar tin wijst er op dat in tegenstelling tot de Middeleeuwse mens die geen tijd-econo- mie kende - hij had immers nog tijd - de mens van de Renaissance reeds besefte dat tijd geld is; van de 14de eeuw af slaan dan ook in alle Italiaanse steden de klok ken de 24-uren. Kon men in de Middeleeuwen aan een enkel bouwwerk nog tientallen jaren bou wen, in de Renaissance moest alles vlug gebeuren want tijd was geld. Toch werd de vroege Renaissance-cultuur geken merkt door aristocratische elementen om dat toen de rijkdom alleen maar een mid del was om onafhankelijk te zijn. Maar als de ondernemer gaat rekenen om meer te bezitten dan wordt alle sentiment, zoals de liefde voor het geërfde goed en de eer bied voor het ambacht, hem vreemd. Dan degradeert de cultuur tot een maskerade van de werkelijkheid, waarbij gestreefd werd naar het overtreffen in praal en pracht. Ook de clerus bleef daarin niet achter, wat blijkt uit de indringende studie van dr W. H. Vroom over 'De financiering van de Kathedraalbouw.' Macchiavelli, de criticus van zijn tijd, verwijt dat men ten aanzien van de cultuur op een dwaalspoor is gebracht: de mens moet terugkeren tot de eenvoud. Later zal Just Havelaar de zelfde woorden schrijven: Laten wij ons bekeren tot de eenvoud. De tijd van de koopman die met zijn on dernemende en nooit versagende energie gewoon plezier had in de zuiver zakelijke bedrijvigheid en in het winstmaken is voorbij. Alberti schetst de koopman als iemand die behalve voor zaken ook tijd en Heemschut, februari 1990 37

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 37