Stadsherstel Den Haag en
Omgeving slaat de vleugels
104-120
LEO VAN DER MEULE
HOFJE
VAN
SEVER1E
*176a
Ingang van het door Stadsherstel Den Haag gerestaureerde Hofje van Severie aan het Haagse
Noordeinde (foto's Leo van der Meule).
Verder kijken dan je neus lang is öf.verder springen dan je polsstok lang is? De tijd zal
het leren, in ieder geval voor Stadsherstel Den Haag en Omgeving nv. die op vrijdag 17
november de nota 'Stadsherstel in de Regio, een eerste verkenning'presenteerde.
Dit discussie-stuk bevatte de resultaten
van een door de heer A. Odding in op
dracht van Stadsherstel uitgevoerd onder
zoek. Doel van deze enquête was erachter
te komen in hoeverre de gemeenten in de
regio Den Haag het ontplooien van aan
koop- en restauratieactiviteiten door een
particuliere instelling als Stadsherstel op
prijs zouden stellen.
Het gevaar is immers niet denkbeeldig dat
onaangekondigde intitiatieven Van Den
Haag uit' door de randgemeenten al snel
als opdringerig of bevoogdend zouden
kunnen worden ervaren. Een goede zet,
want tijdens het onderzoek bleek dat er
nogal wat mensen zijn die Stadsherstel als
een verlengstuk van bijvoorbeeld het
Haags gemeentelijk bureau monumenten
zorg zagen.
Het onderzoek strekte zich uit over 35
randgemeenten, waaronder Delft, dat ad-
leen al goed is voor 659 Rijksmonumenten.
In de andere veelal kleine gemeenten
komt het aantal van Rijkswege be
schermde monumenten nergens boven de
60. In het kader van de aanwijzing tot be
schermd stads- of dorpsgezicht vallen
echter veel grotere aantallen panden on
der de zorg tot instandhouding door de
gemeenten. Een voorbeeld: Voorburg
heeft 39 Rijksmonumenten en maar liefst
340 panden die binnen het beschermd
dorpsgezicht vallen!
Eerder werd al in Heemschut de vrees
uitgesproken dat de kleinere gemeenten
voor wat betreft hun deskundigheid en fi
nanciële draagkracht slecht toegerust zijn
voor de naar hen toegeschoven taken.
Ook Stadsherstel Den Haag signaleerde
dit en besloot de helpende hand te bieden.
Bij de oprichting in 1977 werd immers niet
voor niets 'en Omgeving' in de naam opge
nomen. Dat brengt verplichtingen met zich
mee.
Sommigen zullen zich afvragen of het niet
beter zou zijn om een aparte instelling in
het leven te roepen die zich uitsluitend
richt op het ontplooien van activiteiten in
de randgemeenten. Helaas is dit vandaag
de dag vrijwel niet meer mogelijk.
Allereerst is alle begin moeilijk ook voor
een op zakelijke leest geschoeide organi
satie. De kost gaat nu eenmaal voor de
baat uit. Voordat het aantal aangekochte
en gerestaureerde huizen groot genoeg is
om aan de investeerder een enigszins inte
ressant dividend uit te keren zijn enkele
jaren verstreken. Daar komt nog bij dat in
de jaren zeventig instellingen met een cul
tureel of ideëel karakter bepaalde belas
tingfaciliteiten genoten, die nu in het kader
van de bezuinigingen zijn afgeschaft. De
financiële start is extra moeilijk geworden
en dit schrikt eventuele initiatiefnemers en
de met hen verbonden beleggers af.
Basis wordt vergroot
Een andere vraag die opkomt is natuurlijk
of het uitbreiden van de activiteiten over
de Haagse gemeentegrenzen heen niet ten
koste zal gaan van het werk in de stad zelf.
Op dit moment bezit Stadsherstel 17 geres
taureerde huizen in de stad en zijn er nog
eens 11 in restauratie. Er zijn in de Haagse
binnenstad toch zeker meer monumentale
'zorgenkinderen' aan te wijzen dan deze
28?
Zeker wel, en Stadsherstel zal Den Haag
zelf dan ook niet uit het oog verliezen. Het
werk buiten de eigen stad kan echter ook
de basis vergroten. Den Haag neemt al
voor vijftien procent deel in het kapitaal.
Indien de randgemeenten, na het overwin
nen van een zekere schroom daartoe, ook
zullen investeren betekent dit vergroting
van het eigen vermogen. Hierdoor wordt
weer aankoop en restauratie van meer
panden mogelijk en stijgen in het ver
lengde daarvan de huuropbrengsten.
Hoe kijken de randgemeenten nu aan te
gen deze voorzet uit Den Haag? De en
quête zelf werd, om te beginnen, goed ont
vangen, zoals blijkt uit de respons. Maar
liefst 29 van de 35 benaderde gemeenten
stuurden het vragenformulier ingevuld te
rug. De uitkomst van het onderzoek zelf
stemt gematigd optimistisch. Slechts 4 van
de 29 gemeenten verwachtten dat geen rol
zou zijn weggelegd voor Stadsherstel in
het gemeentelijk monumentenbeleid.
Maar 2 gemeenten stonden negatief tegen
over het daadwerkelijk nemen van initia
tieven door Stadsherstel.
Kleinere gemeenten afwijzend
Vreemd genoeg lijken het juist de kleinere
gemeenten met een gering aantal monu
menten te zijn die afwijzend staan tegen
over particuliere initiatieven. Stadsherstel,
bij monde van haar directeur M.R.A. Voor
hoeve, vermoedt dat deze gemeenten mis
schien hun taak iets te licht opvatten en
denken het wel alleen af te kunnen. Juist
de grotere (monumenten)gemeenten we
ten beter hoeveel haken en ogen er aan de
materie zitten en zijn van daaruit eerder
geneigd assistentie te verwelkomen.
Niet alleen het politiek/ambtelijk appa
raat werd benaderd. Ook de plaatselijke
oudheidkundige verenigingen werden on
dervraagd. Zij immers houden de belang
stelling voor de locale geschiedenis en
haar overblijfselen, gaande en kunnen te
vens als tipgever fungeren naar Stadsher
stel toe. Daar waar geen historische werk
groep is of slechts een sluimerend bestaan
leidt houdt Stadsherstel zich immer aanbe
volen voor gegevens, aangedragen door
Heemschut-leden!
In het huidige bestel, kunnen burger en
overheid niet meer buiten elkaar waar het
gaat om de bescherming van het cultureel
erfgoed. Stadsherstel Den Haag en Omge
ving heeft dit heel goed aangevoeld en de
blik gericht over gemeentegrenzen heen
en op de toekomst. Een lofwaardig initia
tief dat hopelijk een duidelijk voorbeeld
verschaft voor andere nu nog binnen hun
gemeenten opererende maatschappijen
stadsherstel in den lande.
Literatuur:
Stadsherstel in de regio, een eerste ver
kenning, een onderzoek uitgevoerd door
A. Odding in opdracht van Stadsherstel
Den Haag en Omgeving nv., Oude Mol
straat 25,2513 BA Den Haag tel. 070-
365 79 55.
9 september 1989, Open Monumentendag
's-Gravenhage, een aantrekkelijke bro
chure uitgegeven door het gemeentelijk
bureau monumentenzorg 's-Gravenhage,
waarin dit jaar met name veel aandacht
voor de panden van Stadsherstel.
Meer informatie over samenwerkingswen-
sen en -vormen tussen particuliere organi
saties en gemeenten in: Gemeentelijke
Monumentenzorg op de Rails, een NCM-
uitgave door dr. Nico Nelissen en drs. Ben
Verfürden.
Heemschut, februari 1990
35