Grootgrondbezit van adel
en fabrikant tussen
Regge en Dinkel
"?V
-7\ v*s
'rx\„
EVERHARDJANS
\r*'
J'- N
.i ;i\
-tem
Behoud, ondergang, beheer en commercie
j-S
4 t f 4*
W,
,-f'4 iE*
i
j 1
i
a -v n
t' *^Si> t ■-
N
jk
Nog bestaande huizen
O
Oosterhof
Twickel
Almelo
Weldam
■mi
Warmelo
Nijenhuis
W%>,. Diepenheim
■■III Singraven
W%i. Herinckhave
Op een rustige herfstmorgen parkeer ik mijn auto bij de entree van het Twentse
landgoed Het Weldam (tussen Goor en Diepenheim). Vervolgens slenter ik in de richting
van het kasteel, dat iets meer achteraf verscholen tussen het geboomte ligt, aan een
oprijlaan. Een hond blaft, verder is het stil. Achter een omheining met zware zandstenen
hekpijlers rijzen forensen daken omhoog, tegen een strak-blauwe lucht. Ik sta voor het
imposante front van Huis Weldam, in 1644/45 gebouwd voor Johan Ripperda. Op de TV
was er een tijdje geleden een programma te zien over het voor en tegen van landgoede
ren en hun bezitters. Hoe is de situatie in het schilderachtige Twente?
In een oorkonde uit 1331 duikt Hendrik ten
Weldam op: schout van Twenthe en burg
graaf van Goor. En wellicht de stichter van
dit kasteel: Weldam. Zoals we het slot nu
kennen kreeg het zijn hoofdvorm in het
tweede kwart van de zeventiende eeuw,
pas in 1897 en 1899 verrijkt door passende
hoektorens aan de achterzijde. De in Over
ijssel geliefde Vingboonsstijl heeft de
overhand, met festoenen en trotse kruisra
men van Bentheimer zandsteen.
De tuin
Vermaard is de siertuin van het Weldam,
inderdaad een 'Nederlandse tuin met
Franse grandeur'. In het rentmeesterskan
toor krijg ik de oude, laat-negentiende-
eeuwse tekening van monsieur Edouard
André te zien: een tuinarchitekt uit Parijs,
die knap kon tekenen en aquarelleren.
Deze draagt het opschrift: 'Projet de trans-
formation des jardins en style frangais du
XVIIième Siècle'. Er zijn maar weinig
boomsoorten (net als bij goede typografie)
toegepast: beuk, levensboom, palm
boompjes en taxus baccata. De Neder
landse zaakwaarnemer van André, Hugo
Poortman, heeft de laatste hand gehad in
dit fraaie tuinontwerp. Hij werd in 1887
rentmeester van het Weldam.
De vijfde oplage van het 'Kunstreisboek
voor Nederland' (1965) vermeldt dan ook
ten onrechte: 'achttiende-eeuwse tuin'. Het
gaat om stijlnabootsing in de trant van Le
Nötre, uit 1885-'90.
De graaf van het Weldam
Een aardige, maar toch wat gereserveerde
indruk maakt Alfred graaf Von Solms-Son-
nenwalde, tijdens een gesprek in het Spar
taans ingerichte rentmeesterskantoor van
het landgoed. Deze slanke man van mid
delbare leeftijd is afkomstig uit de huidige
DDR, en moest vanwege de ingrijpende
communistische landhervormingen emi
greren: aanvankelijk naar Engeland, ver
volgens naar Nederland. Hij studeerde
o.m. bosbouw, en dat komt hem uitstekend
van pas.
Het beheer
Zijn nog jonge rentmeester, de heer J.
Zandvoort (31) zit tegenover de graaf aan
tafel. Hij reageert op iedere zakelijke
vraag. Zandvoort kreeg zijn opleiding in
Frederiksoord, en is sinds augustus 1982
op het Weldam actief, met name inzake
het beheer en de financiën, samen met de
graaf. Voorganger was de heer Walge-
moed.
De aantasting van het eikebestand op
het landgoed is voelbaar (zure regen),
maar valt landelijk gezien nog wel mee.
Drie eiken zijn afgestorven, ook in de op
rijlaan zijn drie of vier boomkruinen 'wij
len'. De braamstruiken nemen weer toe.
Een laan mét bomen is 's zomers drie gra
den koeler dan dezelfde laan zonder bo
men. Een rustieke eike- of beukelaan als
op het Weldam bezit een feitelijke geld
waarde van 1.125.000,-.
Verwaarlozing van bomen heeft z'n weer
slag wat betreft de waarde van de belen
dende gronden en bebouwingen. Door de
algemene bezuinigingen wordt er in Ne
derland vaak extra bezuinigd op het bo-
menonderhoud. Toeristen en wandelaars
hebben nu eenmaal meer moeite met
slecht gemaaide gazons dan met 'onzicht
baar' achterstallig onderhoud.
Drie bosarbeiders zijn op het Weldam
bezig met het bosonderhoud. Natuurlijk
moet er zo nu en dan een boom of
boompje gekapt worden. Toeristen heb
ben daar vaak weinig begrip voor, maar
ook een boom heeft een beperkte levens
duur. Ook mensen uit leerlingstelsel van
bosbouwopleidingen (vaak tieners) doen
ervaring op in dit Twentse landgoed.
Verhouding met de pachters
Ons gesprek wordt af en toe onderbroken
door de binnenkomst van een pachter, die
z'n vaste geldbedrag aan de rentmeester
kwijt wil. Alfred graaf Von Solms verklaart
dat de relatie tussen het Weldam en haar
pachters uitstekend is. Daarom is er ook
geen behoefte aan een bemiddelende
overlegstructuur. De pachters weten de
weg naar graaf of rentmeester te vinden, in
Heemschut, februari 1990
25