p
De Oldenhofin Vollenhove vóór de restauratie.
doende ontstaat niet het probleem: wat ge
beurt er als ik dood ga?'
Camping
Een paar maanden geleden trouwde Char-
lotte Sloet. Met de eigenaar van het
landgoed Old Putten te Elburg. De buiten
plaats omvat een historisch huis met een
park en een camping. "Voor rustzoekende
kampeerders! Ze selecteren zichzelf, kam
peerders die behoefte hebben aan disco
en kantine komen er niet. Er is een poe
delbadje, een klein zwembad, een tennis
baan, een schommel voor de kinderen,
verder niets. Geen georganiseerd ver
maak, mensen moeten zichzelf vermaken.
Maar het loopt goed! Het campingge
deelte is goed gescheiden van huis, tuin en
park, het is niet de bedoeling om in het
huis te struinen. Maar wel is het terrein
opengesteld voor het publiek, met een
wandelkaart kan iedereen er komen. Dat
kan ook niet anders als je onder de Na
tuurschoon wet wil vallen. De Natuur-
schoonwet is vooral een belastingwet, die
fiscale faciliteiten geeft. Maar kent wel een
aantal verplichtingen. Zo moet het
landgoed van zonsopgang tot zonsonder
gang voor het publiek toegankelijk zijn. De
vorige generatie eigenaren van landgoe
deren verbleef volledig in eenzaamheid
op het terrein, maar er is bijna geen
landeigenaar die dat kan.'
Nieuwe Natuurschoonwet
Intussen is er een nieuwe Natuurschoon
wet aangenomen. Charlotte zit er nogal te
genaan te hikken. Op zich is het een
goede zaak, dat in de nieuwe situatie veel
méér buitenplaatsen onder de wet komen
te vallen. Zo zijn er een heleboel buiten
plaatsjes die qua grootte niet aan de voor
waarden van de oude wet van 1928 volde
den. Maar toch waardevol zijn.
De nieuwe wet dreigt echter alle
landgoederen over één kam te gaan sche
ren, en dat kan volgens haar niet: 'Geen
landgoed is gelijk, het ene heeft een bij
zonder huis, het andere bijzondere plan
ten, een derde een bijzonder park. Soms
kan je geen massa's mensen op je terrein
velen. Als een landgoed bijzondere plant
jes bevat kan dat niet. Men wil een vast
aantal regels vaststellen waaraan elke bui
tenplaats moet voldoen, maar dat is heel
onverstandig, zoals alle mensen weten die
zelf op een landgoed wonen.
Puur onderhoud
'Met het huidige aantal hoveniers verrich
ten we alleen de allerbelangrijkste werk
zaamheden,' zegt mevr. Sloet. Maar je kunt
bijna het dubbele aantal gebruiken. Want
we komen nooit verder dan het pure on
derhoud, het 'dagelijkse' werk. Je moet
ook niet vergeten, dat vele tuinen op de
rand van instorten stonden, toen we be
gonnen. We zijn nog bezig met een inhaal-
manoevre. Bijzondere dingen zijn niet mo
gelijk. En er zijn bijvoorbeeld kloosters of
buitenplaatsen waar we niets kunnen
doen, omdat ze net niet aan bepaalde
voorwaarden voldoen. Het zou jammer zijn
als die verloren gaan.
20
Heemschut, februari 1990