X
Buitenplaatsen hebben
weer een toekomst
BERT FRANSSEN
Onderhoud tuin wordt gesubsidieerd, mits het volk ervan kan
genieten...
de voorzijde was in deze vleugel ruimte
gewonnen door het gedeeltelijk wegkap
pen van de zware muur.
Majoorskamer
Een eigenaardig vertrek, dat onveranderd
gehandhaafd is, vormt de majoorskamer in
de voorbouw, een vertrek met een rijke
betimmering, een casetteplafond uit de ja
ren twintig van deze eeuw. Aansluitend
was een serre - maar die is thans afgebro
ken. In de lambrizering van de kamer was
een geheime deur, die de commandant
van het complex in staat stelde om via een
gangetje de andere vleugels rondom de
binnenplaats te bereiken.
Standvinken in een van de zijvleugels
(foto Jaap v.d. Vooren).
In de loop van de omvangrijke restaura
tiewerken - drie jaar lang hebben er tien
tot vijftien personen gewerkt - dreigden
financiële problemen. De stichting Het
Kasteel van Woerden was met gemeente
lijke garantie een geldlening van 3,6 mil
joen aangegaan. De rijksbijdrage in de
subsidiale kosten kwam mondjesmaat
maar beliep eind juni 1989 toch 3'A miljoen.
De stichting leende nog eens P/2 miljoen
onderhands met gemeentelijke garantie.
Er resteerde tenslotte nog een finan
cieringstekort van anderhalf miljoen. Met
extra bijdragen van rijk, provincie en ge
meente, en niet te vergeten een giftenactie
resteerde tenslotte nog 550.000. De pro
vincie Utrecht heeft dit voorgefinancierd.
Nieuwe bestemming
Tenslotte, de grachten worden weer uige-
graven. Dat geeft, aldus architect Vroman,
de gebouwen een rijziger voorkomen. In
middels echter heeft een computer-soft
warebedrijf het hele kasteel gehuurd. Het
bedrijf heeft parkeerruimte nodig. Oplos
sing - bij restaureren is het toch wel eens
geven en nemen: de grachten niet geheel
rondom het complex voltooien. Aan zuid
en oostzijde kan geparkeerd worden.
Maar het kasteel is niet langer een dode,
donkere gebouwenmassa: er straalt weer
licht uit de vensters! Het kasteel zwijgt niet
langer.
De buitenplaats heeft weer overlevingskansen. De onderhoudskosten van de tuinen zijn
weüswaar zo hoog, dat vrijwel geen eigenaar nog een tuinman in dienst heeft. Maar via
een speciale subsidieregeling en gesubsidieerde arbeidsplaatsen voor hoveniers is een
kentering ingetreden. Charlotte Sloet kan er alles van vertellen. Ze is projectleider van
de Limburgse groep van gesubsidieerde hoveniers. En kent de sores ook van binnenuit:
haar ouders wonen op een buitenplaats, zeifis ze onlangs getrouwd met de eigenaar van
een buitenplaats. Al zes jaar is ze verder lid van de Provinciale Limburgse Commissie
(sinds kort de afdeling Limburg) van Heemschut.
Dat waren nóg eens tijden! In de zeven
tiende en achttiende eeuw waren er tal van
Paleis Het Loo-achtige buitenplaatsen. Elk
dus met buitengewoon bewerkelijke tui
nen, waar vaak tientallen tuinlieden zich
bezighielden met het snoeien van geome
trisch geplante, laaggroeiende buxusha-
gen, doolhofjes, onderhoud van bassins,
fonteinen, beelden, cascades, volières,
tuinpaviljoens...
Er is nog één zo'n tuin over, inderdaad,
die van Het Loo. Gedurende de recente
grote restauratie opnieuw te voorschijn
getoverd, en geleidelijk opgeklommen tot
een major attraction bij de toeristen. Reste
ren nog enkele bescheidener, maar nog
fraaie particuliere stijltuinen. Andere heb
ben de historie min of meer moeten verla
ten.
Toch zijn tuinen in opmars. Tuinen en
parken, die met het bijbehorende landhuis
één geheel, een buitenplaats, vormen. Eén
geheel, want zonder het een is het ander
'niets'. De tuin van Het Loo zonder het pa
leis zelf zou in toeristengidsjes goed zijn
voor een voetnoot: curiositeit in de buurt
van Apeldoorn.Een statig landhuis, op
genomen in een straatwand, komt niet veel
verder dan een herenhuis.
Helaas zien de gemeenten, die sinds de
nieuwe monumentenwet een grote rol ver
vullen op het gebied van monumenten
zorg, een buitenplaats al gauw als een
sluitpost: als we eerst maar zorgen voor de
dingen binnen de bebouwde kom, de rest
komt later wel.In elk geval zijn buiten
plaatsen afhankelijk van de willekeur van
toevallige besturen. Sommige menen het
goed, andere hebben wat anders aan hun
kop.
Toch zat er het afgelopen decennium op
landelijk niveau beweging in de bescher
ming van de buitenplaats. Eerst was daar
de Beschikking Achterstallig Onderhoud
van Historische Tuinen, Parken en Buiten
plaatsen (1977). Als een buitenplaats vol
deed aan bepaalde voorwaarden dan gaf
het ministerie van CRM (later: Landbouw)
80% subsidie voor achterstallig onderhoud
- zoals het uitbaggeren van grachten, het
onderhoud van paden, het herplanten met
bomen, restauratie van tuingebouwtjes.
Dat was aardig. Maar als de grachten niet
schoon en de paden niet onderhouden
blijven, verslonst de zaak opnieuw. Na ein
deloos overleg stelde het ministerie van
Landbouw vervolgens arbeidsplaatsen be
schikbaar. 52 Stuks, voor hovenierswerk-
zaamheden. Het gaat om goed gekwalifi
ceerde hoveniers, met minstens een
lagere land- en tuinbouwopleiding. Hun
landelijk bureau is te Elburg.
Vereenvoudigd
Charlotte Sloet is projectleider van het
team van zes gesubsidieerde hoveniers in
de provincie Limburg. Zij onderhoudt de
contacten met de eigenaren van buiten
plaatsen, bekijkt wat er moet gebeuren.
Historische tuinen horen ook in Limburg
goeddeels tot het verleden. 'De stijltuinen,
die in de zeventiende en achttiende eeuw
ontstonden, waren enorm bewerkelijk,'
zegt ze. 'Met name in de vorige eeuw ging
men over op de Engelse landschapsstijl.
Elementen daarvan zijn boomgroepen,
slingerpaden, waterpartijen en dergelijke.
Men hoefde niet langer 20 cm hoge haag
jes te knippen of éénjarige planten te ver
zorgen. Barokke of Franse tuinen bestaan
qua structuur nog wel in Nederland, maar
ze zijn - behalve op Het Loo - vrijwel altijd
sterk vereenvoudigd. Bloemperken wer
den bijvoorbeeld vervangen door gras.'
In 1973 overleed een tante van Charlotte
Sloet, ze was bewoonster van de buiten
plaats De Oldenhof in Vollenhove (kop van
Overijssel). Haar ouders verwierven het
terrein, 11 ha groot en bestaand uit een
landhuis en een boomgaard met oude ras
sen appels, peren, noten, pruimen.
Het huis moest grondig gerestaureerd
worden. Voor de tuin werd na de pensio
nering van de tuinman gebruik gemaakt
van genoemde regelingen. Hoveniers
knippen nu de heggen, geven de paadjes
een grote beurt, herplanten bomen, onder
houden en herstellen de vijvers. Om de
kosten te drukken besloten de heer en
mevrouw Sloet het huis te verdelen in drie
appartemen ten.
'Dat gebeurt meer,' zegt Charlotte. 'An
ders wordt het te bewerkelijk en te kost
baar. Andere bestemmingen, die je wel
ziet, zijn: museum, gemeentehuis, concert
zaal, horeca. Mijn ouders hebben de ei
gendom ondergebracht in een stichting,
bestuurd door leden van de familie. Zo-
Heemschut, februari 1990
19