Het 'zwijgende Kalmei' van Woerden tot nieuw leven gewekt J.Th. BALK Een robuuste bijdrage tot het stadsbeeld aan de waterkant Er zijn genoeg toevallige bezoekers van Woerden geweest, die wanneer ze over 'het kasteel'hoorden praten zich afvroe gen: hebben jullie dan een kasteel? Maar waar? Het grote nogal chaotische bouw werk zichtbaar daar aan de Oostdam naast de hoge, neogotische toren van de St. Bonaventura viel dan ook niet zo op het oog te onderscheiden als een middeleeuws kasteel. Niemand zette er ooit een voet, het kasteel was militair terrein, behoorde bij het lange uitgestrekte complex langs het water van wat heden ten dage bekend is als de Centrale Werkplaats van de Inten dance. Eén keer per jaar zette men het gebouw echter in het zonnetje: dan werd ter ere van de taptoe van het kasteel de hoge voormuur, sedert de jaren dertig ontdaan van grijs pleisterwerk, in het strijklicht gezet. Maar dat het een echt kasteel is - daarover bestaat geen enkele twijfel en na de res tauratie, die van 1986 tot 1989 duurde, draagt het complex toch wel duidelijk het karakter van een robuust middeleeuws vechtkasteel. En, onzichtbaar van buiten, bezit het een bijzonderheid waarop geen enkel kasteel in het land zich kan beroe pen. De vier hoektorens zijn onderaards verbonden door overwelfde gangen. Op een klein gedeelte na, waar men de situa tie later had hersteld waren de kappen verwijderd en waren de gangen vol aarde gestort. Het eerste werk van de restauratie was dan ook deze gangen te herstellen. Compleet met de oude kaarsnissen en in- hammetjes van de latrines. Hertog Jan van Beieren liet het kasteel 'de sleutel van Holland', aan de zuidooste lijke hoek van de stad bouwen, aan stads gracht en Oude Rijn. Het beslaat een op pervlakte van vijftig bij vijftig meter. De zware hoektorens waren niet alle even groot. Bijzonder zwaar was de toren aan de zuidoostelijke hoek. Vele jaren lang droeg deze grote toren de naam van 'Zwych Utrecht' getuigend van een overwinning van de Kabeljauwen op de Hoeksen. Ook in Amsterdam kende men een toren met die naam. M.S. Verweij, die samen met M.J. Dolfin en N. Vroman in de Stichts-Hol- landse Bijdragen (nr. 20) over Het Kasteel Woerden schreef weet dat de naam tot 1610 gangbaar bleef. In 1844 werd de ronde vorm van de toren veranderd: men kapte er zoveel steen van af dat een recht hoekige 'uitwas' over bleef, die tot cellen blok werd ingericht. Want in 1821 was het Het kasteel, oprijzend uit het water. Hechts de in de jaren 1890-1892 gebouwde Bonaventura- kerk, waarvoor architect N. Vroman een restauratieplan heeft opgesteld. kasteel tot gevangenis ingericht, een van de grootste in de toenmalige Nederlanden. Dat hadden de Fransen in 1795 eveneens gedaan. Toen ze er in 1672 ook waren had den ze bij hun aftocht kruitladingen in de ondermijnde muren aangebracht maar de Woerdenaren hadden op tijd de bran dende lont ontdekt. In 1676 was het kasteel ingericht als Cemeenlandshuis van het Grootwaterschap Woerden. Na vele jaren als gevangenis te hebben gefungeerd kwam het in 1872 in handen van het Departement van Oorlog en werd ingericht tot magazijn van militaire kleding en uitrusting. De noordwestelijke toren was een z.g. oubhette. De ronde kerkervormige ruimte had alleen boven in het gewelf een ope ning. Daardoor konden de gevangenen worden neergelaten.Er zijn in het ge bouw nog meer cellen, o.a. die waarin vol gens de overlevering de martelaar Jan de Bakker is opgesloten. Hij werd als ketter in 1525 verbrand. Bij de restauratie is de deur van zijn cel, die in het Stadsmuseum te Woerden was bewaard weer op die plaats in de voorbouw aangebracht. Deplorabele toestand Aan de restauratie is, uiteraard, een kunst historisch en bouwkundig onderzoek vooraf gegaan. Dat geschiedde in 1985 in opdracht van de stichting St. Franciscus. Na voltooiing van dit onderzoek werd een Stichting tot behoud van het Kasteel van Woerden gevormd, die voor twee ton het gebouw in eigendom overnam van Domei nen. Het complex verkeerde in 'deplora bele toestand', aldus architect Vroman. Be stek en begroting werden bij de Rijks dienst voor de Monumentenzorg inge diend, en na een onderhandse aanbeste ding werd het werk op 6 juni 1986 gegund aan de laagste inschrijver, de Bouw- en aannemingsmaatschappij Woerdenb. v. De klus van zes miljoen kon beginnen. Met veel sloopwerk, al was de sloop van de vrouwengevangenis, die aan de westkant (tegenover de Bonaventurakerk) tegen het kasteel was aangezet al wat eerder ge klaard. Het eerste werk was het herstel van de historisch zo belangrijke weer gang, de oude muren werden uitgegraven maar het trof ongelukkig en zowel opzich ter H. Dirkzwager als S.J. van der Vlistvan de directie van aannemingsmaatschappij v.d. Vlist schudden het hoofd over wat er volgde. Door de strenge invallende vorst werd er veel schade aangebracht aan het blootliggende oude metselwerk. Nieuwe Waalsteen in bijpassende kleur werd voor het herstel gebruikt. Toen dit werk gereed was konden de steigers worden geplaatst. Het gebouwencomplex bestond uit de oude voorbouw met muren tot 2'/2 meter dikte en de, een langwerpige binnenplaats omsluitende, gebouwen van latere tijd, ge bouwd op de oude grote binnenplaats. Die binnenplaats is nog onderzocht door de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bode monderzoek- er werd niets gevonden. Geen sporen bijvoorbeeld van een eer dere versterking. Kerkkapconstructie In de aan de noordkant gelegen voorbouw waren enige interessante ruimten. Evenals in de overige gebouwen moesten wel veel hokjes en scheidingsmuren worden ge sloopt. Tijdens de restauratie werd beslo ten tot het volledig herstel van de opmer kelijke zaal in het Oostelijke voorgebouw, een zaal met een kerkkapconstructie. Deels zijn er nieuwe spanten aangebracht van Frans eikenhout. De oorspronkelijke vloer van plavuizen is hersteld. De ruimte leent zich uitstekend als conferentiezaal. In de westelijke vleugel van de voor bouw trof men in de zware muur een vluchtgangetje aan met een gewelf. Aan 18 Heemschut, februari 1990

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1990 | | pagina 18