Mergel als
bouwsteen
lage vazen met een vlamomament, vormen
de toegangen tot dit laagste terras.
Van de door Von Dopff in de loop van
de achttiende eeuw aangelegde tuinen zijn
alleen de drie terrassen overgebleven. De
balustraden rond de terrassen, het hek
werk en de siervazen herinneren hier nog
aan. In de tuin bevonden zich twee vijvers,
een kleinere op het laagste terras en een
grote aan de oever van de Jeker. Voor wie
het weet, zijn de omtrekken van de groot
ste vijver nog te herkennen aan het hoog
teverschil in het weiland tegenover het
laagste terras. Hoe de tuin er in zijn volle
glorie uit zou hebben kunnen zien is af te
lezen van een gravure uit 1698.
In 1761 verkocht de familie Von Dopff
het landgoed. Na een aantal verervingen
kwam het kasteel en de bijbehorende
landerijen in 1947 in bezit van de Stichting
Het Limburgs Landschap. Bij deze gele
genheid is het geheel gerestaureerd. Sinds
die tijd wordt het kasteel geëxploiteerd als
restaurant. Eerst door de Koninklijke
Brand's Bierbrouwerijen en sinds enkele
jaren door Camille Oostwegel. In Limburg
geen onbekende: hij is tevens de exploi
tant van Kasteel Erenstein en de Winseler-
hof, beide te Kerkrade.
Ondanks de grondige restauratie aan
het eind van de jaren '40 waren het buiten
werk van de gevels en de in totaal meer
dan 1200 meter lange terras- en keermu-
ren danig aangetast. Een nieuwe restaura
tie, maar nu alleen van het exterieur, was
noodzakelijk. De eigenaar, de Stichting
Het Limburgs Landschap, had al in 1984
het initiatief genomen tot het laten maken
van een globaal restauratieplan door ir.
Frans Vandehoek van het architectenbu
reau Schwenke, Bosch, Vandehoek te
Maastricht. De uiteindelijke opdracht tot
de restauratie is gegeven door de exploi
tatiemaatschappij Chateau Neercanne, die
het kasteel voor 50 jaar in erfpacht heeft
gekregen. De totale restauratie kostte on
geveer 2.000.000,- en is gefinancierd
door de Exploitatiemaatschappij Chateau
Neercanne met hulp van subsidies van ge
meente en provincie.
De restauratie betrof in hoofdzaak het
herstel van de grote terrasmuren vóór het
kasteel, de grondkerende muren in de
noordelijke en zuidelijke boomgaard en
de vele scheidingsmuren rond de binnen
plaatsen met de hierin voorkomende
poortbogen. Verder zijn de gevels en de
daken van het kasteel en de bijgebouwen
onder handen genomen.
Heel behoedzaam
De restauratie is zeer behoedzaam uitge
voerd. Voor zover mogelijk is het oor
spronkelijke mergelwerk in tact gelaten.
Het was dan ook uitdrukkelijk de bedoe
ling van zowel de architect, ir. Frans Van
dehoek, als van de opdrachtgever dat de
bestaande sfeer van Neercanne behouden
bleef. In overleg met dhr. Querido, de na
tuursteenspecialist van de Rijksdienst voor
Monumentenzorg, werd besloten dat die
delen die naar verwachting de eerste 10 a
15 jaar nog konden meegaan niet zouden
worden vervangen. De gedeeltelijk met
witkalk bedekte gevels van het hoofdge
bouw zijn zo goed mogelijk schoonge
maakt. De resten van de witte kalk zijn
voorzichtig verwijderd om plaats te maken
voor de oorspronkelijke kleurstelling,
oker met een donkere belijning. Doelbe
wust, indachtig de restauratie-uitgangs
punten van architect en opdrachtgever, is
niet de hele gevel opnieuw geschilderd.
Alleen de gootlijsten en enkele profilerin
gen zijn met een sterk absorberende verf
licht aangezet om de eenheid van de gevel
te herstellen.
Planten gespaard
In nauw overleg met Het Limburgs Land
schap is zo zorgvuldig mogelijk met de
aanwezige plantengroei omgegaan. Bo
men en struiken die zich op de muren ge
nesteld hadden en het metselwerk uit het
verband rukten en soms zelfs hele muur
gedeelten hadden doen instorten, zijn na
tuurlijk verwijderd, maar de aanwezige
plantengroei zoals de gele helmbloem en
de muurvaren is zoveel mogelijk gespaard
gebleven. Voor wat betreft de gele helm-
bloem is dit uitstekend gelukt, terwijl de
muurvaren op haar beurt ook al op enkele
plekken is teruggekeerd.
De restauratie van Neercanne is het
grootste mergelproject van de afgelopen
20 a 30 jaar. Het is om deze reden dat er
bewust niet is gekozen voor een leerling
werkplaats-project. De voorkeur ging uit
naar de inzet van vakbekwame bouwvak
kers die zo, onder leiding van de meer
ervaren mergelwerkers van de aannemer,
de BV Bouw- en Aannemingsmaatschappij
Vic Laudy uit Sittard, de gelegenheid kre
gen zich verder te bekwamen in de mer-
gelrestauratie.
Tijdens de restauratie is ongeveer
300 m3 mergel verwerkt. De mergel waar
van het kasteel en de terrasmuren ge
bouwd zijn, is afkomstig uit de achterlig
gende Carmergroeve. De kwaliteit van de
hier nu te winnen mergel is echter matig.
Daarom is de voor de restauratie beno
digde mergel gedolven in de Sibber-
groeve, een mergelgroeve op zo'n 10 kilo
meter afstand van het kasteel. Het gangen
stelsel van de Sibberberg is hierdoor met
30 meter vergroot.
Het plan bestaat om de baroktuin zo veel
mogelijk te reconstrueren. Met de herin
richting van het hoogste terras is tijdens de
restauratie hiermee al een bescheiden be
gin gemaakt. Inmiddels is er een stichting
opgericht die zich hiervoor zal gaan inzet
ten. Om de reconstructie historisch zo be
trouwbaar mogelijk te laten zijn, is door
studenten van de Universiteit van Delft, on
der leiding van Prof. F. van Voorden een
archeologisch onderzoek verricht. Dankzij
dit onderzoek is men meer te weten geko
men over de oorspronkelijke plattegrond
van de tuin. Verder is bij deze opgravin
gen de nog vrijwel komplete kleine vijver
te voorschijn gekomen. De resultaten van
het onderzoek naar de beplanting zijn op
dit moment nog niet bekend.
In 1998 bestaat Kasteel Neercanne 300
jaar. Gezien de voortvarendheid waarmee
tot nu toe aan het behoud van Kasteel
Neercanne gewerkt is, lijkt het mogelijk
dan ook de reconstructie van de tuin ge
reed te hebben.
Met dank aan ir. Frans Vandehoek voor de
doorhem verstrekte informatie.
Math Berkers is kunsthistoricus te Raalte.
In tegenstelling tot de rest van Neder
land is Zuid-Limburg rijk aan natuur
steen die geschikt is om te gebruiken
als bouwsteen. Een uitzondering is te
maken voor de zwerfstenen die in
Noord-Nederland te vinden zijn en
voor het ijzeroer dat voorkomt in de
beekdalen van Oost-Nederland.
Vooral mergel is een veel gebruikte
bouwsteen geweest. Een groot aantal
kerken is er geheel of gedeelteUjk van
gebouwd, maar ook zijn talloze boerde
rijen en woonhuizen uitmergel opge
trokken.
Geologisch gezien berust de benaming
'mergel'op een misverstand. Mergel is
namelijk een gesteente dat zowel kalk
als klei bevat. De Zuidlimburgse 'mer
gel' is echter een zeer kalkrijke afzet
ting die soms meer dan 95% CaCo3 be
vat. Deze kalk, afkomstig van schelp
dieren, is afgezet in het Boven-Senoon,
het laatste tijdvak van het Krijt. Op de
plaats waar nu de kalkafzettingen te
vinden zijn, was toen een ondiepe zee.
In Zuid-Limburg komen drie soorten
kalksteen voor: het Gulpens, het Kunra-
der en het Maastrichts Krijt. In de bouw
en de natuursteenhandel wordt het
Kunrader Krijt Kunradersteen ge
noemd en dragen het Gulpens en
Maastrichts Krijt beide de naam Mer
gel. Worden de laatste twee apart on
derscheiden, dan spreekt men van Gul-
pener en Maastrichtse Mergelsteen.
In tegenstelling tot de beide mergels is
het Kunrader Krijt vrij weinig als bouw
steen gebruikt. Het gebruik bleef voor
namelijk beperkt tot het gebied waar.
de afzettingen te vinden zijn, rond Kun-
rade. Kunradersteen is vrij hard en
wordt daarom bekapt. Gulpener en
Maastrichtse Mergelsteen daarentegen
laten zich makkelijk tot blokken verza
gen. De fijne witte kalk waar de Gulpe
ner Mergelsteen uit bestaat is zachter
dan de gele wat grofkorrelige kalk van
de Maastrichtse Mergelsteen en
daarom voor gebruik als bouwsteen
minder geschikt. De Maastrichtse Mer
gelsteen heeft ook geen al te grote
drukvastheid maar is vrij goed bestand
tegen verwering. Blootgesteld aan de
buitenlucht vormt zich na verloop van
tijd aan de buitenkant van het ge
steente een harde, donkergrijze verwe-
ringskorst die verdere aantasting van
het gesteente tegengaat. Wordt dit pa
tina echter beschadigd, bijvoorbeeld
door te weelderige plantengroei zoals
bij de terrasmuren van Kasteel Neer
canne, en niet te vergeten door toeris
ten, die hun naam hierin krassen, dan
zal het zachte gesteente dat eronder zit
vrij gemakkelijk verweren.
M.B.
Heemschut, februari 1990
17