Oud-redacteur Van der
Wielen: alerte
monumentenbeschermer
I
J.TH. BALK
Met het oog op zijn leeftijd heeft de heer J.E. van der Wielen, die negen jaarlang de
redactie van 'Heemschut' heeft gevoerd en tot dit jaar deel uitmaakte van de redactie
adviesraad van ons tijdschrift zijn functie ter beschikking gesteld. Zijn belangstelling
voor monumenten en de schoonheid van stad en land is onverminderd en hij leeft nog
intens mee met de stad waar hij vrijwel altijd gewerkt heeft: Den Haag.
Een gesprek met Van der Wielen begint
dan ook onvermijdelijk met wat Den Haag
de laatste tijd zo beroert: de plannen voor
een nieuw stadhuis. Geen dag gaat voorbij
of het echtpaar Van der Wielen bespreekt
in zijn flat in de nieuwe woonwijk die de
geboren Hagenaar Van der Wielen
dierbaar is geworden, Mariahoeve, de
jongste ontwikkelingen.
'Ik heb er een paar artikelen over ge
schreven in Heemschut', aldus Van der
Wielen. 'Het gaat mij niet om het ontwerp
van de Amerikaanse architect Meier'.
Maar 't gaat hem wèl om de koers van het
college van B. en W. van Den Haag. Een
uitbreiding van het stadhuis aan het Burge
meester de Monchyplein lag notabene be-
stekklaar. En dan wordt opeens het Spui
naar voren geschoven. De bouwkosten
daar zullen, valt te verwachten, oplopen
naar de 400 miljoen... 'Een politieke zaak!'
De journalist Van der Wielen is 'nourri
dans le sérail1 zijn vader was parlementair
verslaggever van het vooroorlogse pers
bureau Belinfante - Vaz Dias, een oom en
een oud-oom waren werkzaam in de jour
nalistiek. Zelf kwam hij als zeventienjarige
bij de Delftsche Courant. Er heerste een
streng regiem - je leerde er goed Neder
lands schrijven. Korte tijd werkte hij in
Amsterdam, waar het Algemeen Handels
blad een populaire krant wilde opzetten -
plan dat door de commissarissen van de
NV naderhand werd afgeblazen. Op 21-ja-
rige leeftijd werd Van der Wielen in 1929
correspondent van het Algemeen Han
delsblad in Den Haag. Temidden van een
corps deels veel oudere correspondenten.
'De collegiale opvang was geweldig'.
En van waar stamt, in een leven gevuld
met de actualiteit van de dag, de liefde
voor monumenten?
Jarenlang heb ik over de geschiedenis
van Den Haag geschreven, een 'feuilleton'
onder aan de pagina in het Zondagoch
tendblad. Zo ging ik me verdiepen in de
geschiedenis van Den Haag. Dat leidde
ook tot mijn kennismaking met de vereni
ging 'Die Haghe'ik heb ook een paar bij
dragen voor het jaarboek geschreven.
Destijds heb ik ook medegewerkt aan een
tentoonstelling over de Haagse pers in het
gemeentearchief.
Zijn collectie boeken over Den Haag
vermaakt Van der Wielen aan het Ge
meente-archief.
Van der Wielen (links) in het Korenmeters-
huisje, aan de borrel
'Over boeken gesproken,' vult mevrouw
Van der Wielen ons gesprek aan: 'Wij mis
sen nog altijd de drieduizend boeken die
van ons 'gepulst' werden tijdens de oor
log' Twee-en-een-half jaar verbleef het
echtpaar Van der Wielen in het kamp The-
resienstadt (de Poolse stad Terezin). 'Wij
hebben meegebouwd aan het cremato
rium. maar voor het zover was zijn we
door de Russen bevrijd'. Met hongeroe
deem keerden ze huiswaarts.
Ton Koot-penning
Eenmaal terug in Den Haag werkte Van
der Wielen als 'krantenlezer' op het secre
tariaat van de Koningin tot in september
1945 het Algemeen Handelsblad weer ver
scheen. Kort nadat de krant in 1970 was
samengesmolten met de Nieuwe Rotter
damse Courant tot NRC Handelsblad ging
Van der Wielen in de 'vut-avant-la-lettre'
Zo kon hij de tijd vinden om in 1972 Ton
Koot op te volgen als redacteur van het
blad Heemschut. Voorzitter was toen
dr. R. Hoegen aan wie Van der Wielen bij- I
zonder goede herinneringen bewaart. Na
zijn afscheid in 1981 ontving Van der
Wielen de Ton Koot-penning.
In de jaren zeventig werd hij ook nog
belast met het organiseren van de interne
voorlichting van de Eerste Kamer - ook i
daar was hij op vertrouwd terrein. Hij had j
van 1929 af gecommentarieerde overzich
ten geschreven over de Eerste Kamer voor
het Algemeen Handelsblad. Hij kreeg bij
de voorlichting de rang van referendaris.
In het verenigingsleven is Van der
Wielen altijd zeer actief geweest. Hij was
bestuurslid van de Haagse Journalistenver
eniging, van de Nederlands Journalistenk
ring en behoort tot de oprichters van de
Haagse perssociëteit Nieuwspoort. Die
kennis van het verenigingsleven kwam
hem zeer te stade tijdens zijn redacteur
schap van Heemschut. En uiteraard bete
kende ook zijn kennis van het 'Haagse cir
cuit, zijn vertrouwdheid met het parlemen
taire leven een belangrijke bijdrage tot het
welslagen van zijn redacteurschap.
Met veel genoegen herinnert Van der
Wielen zich zijn commentariërende artike
len in Heemschut. Soms liet hij ze lezen aan
de voorzitter, mochten er soms nuancever
schillen zijn met de koers van de Bond
Heemschut. Maar omdat de redacteur al
tijd de bestuursvergaderingen bijwoonde
was daar gewoonlijk weinig aanleiding
toe.
Actie Margraten
Wat zijn je beste herinneringen aan de
Heemschutperiode?
'De actie tot het behoud van Margraten.
We hebben destijds flink tegen de plan
nen tot afgraving aangeschopt. Dat is nu
met succes bekroond. Verder onze activi
teiten tot behoud van die stationnetjes in
het Overijsselse. Dat is aanhangig gemaakt
door de provinciale commissie en we heb
ben er veel ruimte aan besteed. Ik zou ver
der nog willen noemen het behoud van
watertorens. Ook daarvoor hebben we ge
vochten.'
En een algemene indruk over de ont
wikkeling van de monumentenzorg?
'Ik vind dat er van overheidswege vrij
veel gebeurt. Allereerst vanwege het Rijk,
maar nu het accent verschuift naar de pro
vincie- en gemeentebesturen zie ik dat wel
als een verbetering'. Heemschut heeft er
zich niet echt tegen verzet. De taak van de
Rijksdienst voor Monumentenzorg is inge-
kort als uitvloeisel van de gedachte van de j
decentralisatie.
Van der Wielen vertelt dat hij in de jaren
1972 tot 1981 het 'eerbiedwaardig voor
beeld van Ton Koof heeft voortgezet, al
uitte die zich scherper. En hij besluit met
zijn bewondering uit te spreken voor in het
bijzonder de afdeling Noord-Brabant van
Heemschut, die onder leiding van
mr. Bergé niet alleen zeer actief was maar
ook met originele ideeën kwam.
En om op ons uitgangspunt Den Haag
terug te komen?
In de Haagse binnenstad is helaas veel
verknoeid. Toch is er wel mooi gerestau
reerd ook. Stadsherstel Den Haag deed j
goed werk in de Oude Molstraat. Bijzonder
aardig is het Hofje van Severijn geworden.
36
Heemschut, mei-juni 1989