Donkere wolken boven Old Burgerweeshuis te Sneek EVERHARDJANS Ondergang of redding van een Friese stadswijk Voorgevel van het Old Burger weeshuis in de Kruizebroderstraat in Sneek (foto G. Dijs, Sneek). In verband met uitbreidingsplannen voor het gemeentehuis van Sneek wordt de bebou wing van de Kleine Koestraat en omgeving ernstig bedreigd. Zo wordt winkelpand de Keizerskroon met sloop bedreigd en komt ook het Old Burgerweeshuis steeds meer in de verdrukking. Het interieur is al sterk aangetast en straks komt als de plannen door gaan ook de voorgevel in een weinig passende omgeving te staan. Everhard Jans ging een kijkje nemen. Na enkele omzwervingen door de schil derachtige en wat rommelige stadskern van Sneek vind ik het in 1854 in de Kruize- broederstraat opgetrokken statige ge bouw 'Old Burgerweeshuis' (OBW) - in laat-classicistische, nogal droge trant. Hoewel E.H. terKuile stelt, dat 'kort na 1840 de smaak omsloeg en het neo-classi- cisme had uitgediend, behalve voor een enkel overheidsgebouw"1, hield men in Sneek nog vast aan deze stijlrichting. Ar- chitekt Thomas Romein in Leeuwarden was in 'It Heitelan' immers nog lang voor vechter van deze richting. Interieur van het OBW Bij het betreden van de midden in de straatpartij van het OBW gelegen hal (mar meren plavuizen) hoor ik achter het klik ken van biljartqueus in een zaaltje, waar de bejaardensoos actief is. Ik loop door naar het trappenhuis. Daar is een interessante trapconstructie te zien, met dubbele op gang en gietijzeren, ajour aantreden. Een grote plaat van marmer vermeldt vele no tabelen van het Weeshuisbestuur, en de aannemer: Hendrik Wouda in Sneek. De middengang geeft de symmetrie aan, die de totale T-vormige plattegrond van het OBW beheerst. Peter Karstkarel2 schrijft in 1981 over deze voormalige Cruycebroedershof''In juni 1853 geven de voogden aan de Amsterdamse archi- tekt Israël Wamsinckde opdracht tot ver groting en gedeeltelijke verbouwing van het weeshuis'. Na sloop van de oudere be bouwing realiseerde Wamsinck een waar dig, symmetrisch ontwerp dat representa tief genoemd kan worden. Meisjes in witte boezelaar Tot 1912 droegen de jongste meisjes van het OBW een witte boezelaar, over een donkere jurk, het geheel bekroond door een stijf hoedje met rand. De oudere meis jes droegen zelfs een zilveren oorijzer on der de Friese knipmuts. Deze kleding is nu nog in het Administratiegebouw van het OBW te zien. De jongens droegen zwarte petjes, witte kraagjes en een zwart costuum, tot 1912.3 Architectonische waarde Peter Karstkarel stelt vast: 'Het weeshuis is een van de grootste niet- religieuze gebou wen binnen de grachtengordel van Sneek - in de fijnmazige structuur van de stad is het een opvallend fors element'. Fraai is ook de werking van het middenrisaliet met plastisch uitkragende lantaarn en de pit tige werking van lijsten, die boven van be neden scheiden. Sterker geprofileerd is de kroonlijst. Het zou jammer zijn als dit karakteristieke gebouw zou verdwijnen, ook al vanwege de oudere historie en de middeleeuwen. Wamsinck heeft een opvallend 'gebaar" gemaakt, op de grens van het historisme, dat nog verrijkt wordt door het rijke mate riaalgebruik en de fijne details van het in 1904 naar ontwerp van de bekende Cuij- persleerling Nicolaas Molenaar aange bouwde Administratiegebouw met fialen en sieropschriften. Het OBW stijgt uit bo ven het beperkt- utilitaire, dat andere oude weeshuizen kenmerkt. In hetzelfde jaar (1904) realiseerde archi- tekt W. de Jong op de hoek tegenover voornoemd Administratiegebouw een win kelpand de 'Keizerskroon' in Jugendstil in opdracht van winkelier Terpstra (hoek Kleine Kerkstraat). Het is een monumen taal pand met overhoekse ingangspartij en balkon. Deze hoekingang werd voorzien van een fraaie geveltop met stilistisch pas sende windwijzer met bouwjaar.. Florale motieven boven de houten vensterkozijnen verfraaien dit winkelhuis. Het is op dit mo ment nog in gebruik bij 'Beeldend Aktief SneeK. Er worden belangwekkende expo sities van eigentijdse kunst in gehouden, van goed niveau. Donkere wolken Toch wordt deze omgeving bedreigd. De heer B. Oppewal, medewerker ruimtelijke ordening van de gemeente Sneek deelde me telefonisch mede, dat Sneek het ge meentehuis moet gaan uitbreiden, ten koste van de bebouwing in de Kleine Koe straat en omgeving. Gepland zijn o.m. win kels met bovenwoningen, bars, het ge meentekantoor en een parkeergarage. j Iets verderop, voorbij het Administra- tiegebouw staat aan de Kleine Kerkstraat 4 een imposant, langgestrekt gebouw van Friese baksteen, dat 9 traveeën telt. Het bouwjaar is in fraaie cijfers op de gevel te zien: Anno 1841. Deze gevelwand telt vele ramen met rondbogen en gietijzeren roe den. Het is nu in gebruik als Joods restau rant en fitnesscentrum. Schuin tegenover, op de hoek: een voormalig horecaonder- komen: 'Die Porte van Cleve'. Samengaan van oud en nieuw De redding van dit waardevolle stukje oud-Sneek zou moeten bestaan uit de com-t binatie van goede oude en nieuwe bouw kunst. De gemeente moet niet zonder meer gaan slopen, nee, er dient door een goede ontwerper een prettig-ogend plan te worden gemaakt, dat tot hergebruik van oude elementen als het OBW en de 'Kei zerskroon'leidt. Ze zijn technisch nog so lide. Een en ander kan heel goed met een kleinschalige, moderne (post-modemisti- sche?) kantoor- en winkelarchitectuur worden gecombineerd. Een brute onder- gang via de stenen bal of de bulldozer zou smadelijk zijn voor Sneek. Heemschut wenst de gemeente en het col lege van B W veel wijsheid toe, bij de besluitvorming. Sterkte! En niet alles aan projektontwikkelaars overlaten. Literatuur: 1. Catalogus 'Nederland bouwt in bak steen', Rotterdam 1941. E.H. terKuile, De architektuur, in: Duizend jaar bouwen in Nederland, Amsterdam 1957. 2. C.P. Karstkarel, De bouwaktiviteiten van het Old Burger Weeshuis te Sneek ge durende de laatste anderhalve eeuw, in: -Van wezenzorg naar stadsbelang, Het Old Burgerweeshuis, Bolsward 1981, p. 44-60. 3. J.E. Bazuin, Mensen in de schaduw van Cruycebroedershof, Sneek 1980. 18 Heemschut, mei-juni 1989

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 18