Conserveringsmethoden bij monumenten 1 OLGA VAN DER KLOOSTER Een van de belangrijkste oorzaken van aantasting van bouwmaterialen is vocht. Vocht als hemelwater, als bodemvocht of als condenswater, dat op koude muren is neergeslagen voert, wanneer het muren binnendringt schadelijke stoffen mee die uit de lucht en de bodem afkomstig zijn. Daarnaast kan ook schade aan (bak)steen en mortel ontstaan wanneer bevriezing optreedt. v Welke methodes zijn er om de monumen ten beter tegen deze aantastingsfactoren te beschermen? Allereerst is het van essentieel belang dat er regelmatig onderhoud wordt uitge voerd zodat het hemelwater van het ge bouw kan worden afgevoerd. Hoewel dit eigenlijk zo'n vanzelfsprekende zaak is, is het met het onderhoudsbeleid in Neder land bijzonder slecht gesteld. Men zou kunnen stellen dat het achterwege blijven van onderhoudswerkzaamheden of het ge brekkig uitvoeren van onderhoud de grootste schade aan monumenten heeft veroorzaakt. Met een beter onderhouds beleid zouden veel monumenten er al be ter aan toe zijn. Wanneer eenmaal hemelwater goed van het gebouw wordt afgeleid zal in sommige gevallen tóch nog sprake kunnen zijn van schade die door vocht is veroorzaakt. Hier is het noodzakelijk om de oorzaak van dit vochtprobleem op te sporen en deze waar mogelijk, te verhelpen. Deze problemen kunnen de volgende zijn. - Schade, veroorzaakt door optrekkend bodemvocht. - schade, veroorzaakt doordat nieuw aangebrachte materialen andere ei genschappen hebben dan de nog aan wezige oude bouwmaterialen. Door spanningsverschillen ontstaan scheu ren in de muren, die vocht doorlaten. Optrekkend bodemvocht Capillaire werking in de fijne poriën van de (bak)steen (niet in de grove poriën) leidt tot optrekkend bodemvocht. Omdat dit bodemvocht zouten bevat, die hygro- scopisch zijn waardoor meer water (met zouten) uit de bodem kan worden aange trokken, is dit een proces dat niet stopt, tenzij men ingrijpt. Bij oude gebouwen die door dit proces hoge concentraties zouten bevatten werkt de ontzoutingsmethode (schoonspoelen of een kleibehandeling) niet afdoende en zal men naar andere methodes moeten omzien. Ook hier te harde voegspecie gebruikt waar door bakstenen bij uitzetting kapot stoten. Vocht kan nu sneller binnendringen. büt Te harde voegspecie gebruikt, waardoor bij scheuring ook de bakstenen kapot gaan. Vocht heeft hier vrij spel gekregen. Een van deze methodes, die op dit mo ment als een adequate conserveringsme thode wordt gezien is de injecteerme thode. Door het injecteren met siliconen- gel onder in de muur kan een bufferlaag ontstaan die het optrekkend bodemvocht tegenhoudt. Belangrijk is het dat de gel juist de fijne poriën vult aangezien die nu de capillaire werking veroorzaken. Deze poriën zijn echter zo minuscuul dat de gel niet altijd goed kan doordringen. Indien deze poriën niet gevuld zijn is het vocht probleem slechts tijdelijk verholpen. Een andere methode is die van het aan brengen van een sleuf onder in de muur, hetgeen gebeurt door het boren van gaten vlak naast elkaar, waarin een bufferlaag wordt aangebracht. Deze laatste methode is echter zo tijdrovend en kostbaar dat hij niet altijd kan worden uitgevoerd. Uit bovenstaand verhaal blijkt dat vocht- problemen niet altijd te verhelpen zijn. In dat geval moet men er zorg voor dragen dat het vocht aan het oppervlak van de muur kan verdampen en niet wordt inge sloten door een waterafstotende afdek- laag. In het laatste geval treedt zoutkristal- lisatie in de muur op in plaats van erbuiten, zodat schade die optreedt veel groter is. Spanningsverschillen tussen nieuwe en oude materialen Door, bij reparaties, nieuwe materialen aan te brengen waarvan de eigenschap pen overeenstemmen met die van de aan wezige oude materialen, voorkomt men dat scheuren ontstaan waardoor vocht kan doordringen. In deze scheuren zal altijd vocht kunnen achterblijven, wat schade veroorzaakt. Men moet vooral letten op de zachtheid van de oude bakstenen van het monument en op de nieuw aan te brengen mortel die nooit harder mag zijn dan de baksteen. Portlandcement is absoluut schadelijk en daarom uit den boze aangezien de bakste nen, wanneer ze door warmte uitzetten, zichzelf kapotdrukken tegen de keiharde voegen. Hoewel kalkmortels in voor gaande eeuwen uitstekende diensten heb ben bewezen is men tegenwoordig zeer huiverig voor de toepassing ervan omdat men dit materiaal te zacht vindt en daarom gelooft dat een gevelwand met kalkmortel constructief niet sterk genoeg is. Uit het feit dat we nog steeds monumenten aan treffen waarin kalkmortel verwerkt is kun nen we afleiden dat gebouwen zeer zeker wél langdurig mee kunnen gaan. De kalk mortel is zulk een flexibel materiaal dat met metselwerk trillingen kan opvangen zonder te scheuren. Wanneer er scheuren ontstaan kiezen die de weg van de minste weerstand, namelijk via de met kalkmortel gevulde voegen. Hierdoor blijven de bak stenen gespaard terwijl de voegen op nieuw kunnen worden aangevuld. Het is dus altijd belangrijk dat de mortel zachter is dan de baksteen. Het toevoegen van een deel cement aan kalkmortel om deze toch maar iets harder te krijgen is absoluut niet nodig. Bovendien is er bij ce ment de nare bijkomstigheid dat deze zou ten bevat waardoor vochttransport in de muur wordt aangezet. Ook is het de moeite waard te overwe gen of monumenten niet beter met een flexibele en waterdoorlatende verf- of pleisterlaag kunnen worden beschermd. Deze conserveringsmethode was in voor gaande eeuwen niet ongebruikelijk en zou in deze tijd niet misstaan aangezien er weer grote belangstelling voor kleurtoe- passing in de architectuur is. Olga van der Klooster te Amsterdam, bouwhistorica en consultant architectuur- conservering Bodemvocht in muur, dat door te harde en waterafstotende cementlaag werd ingeslo ten. Uiteindelijk wordt de cementlaag afge stoten (foto's van Olga van der Klooster). Dit is de tweede aflevering van onze nieuwe 'zure regen'rubriek over aan tastingsfactoren en beschermingsme thoden en technieken m.b.t. monumen ten. Het eerste artikel ging meer in het algemeen over aantastingsproblemen, dit artikel gaat in op conserveringsme thoden, speciaal in het geval van vocht- schade. De rubriek wordt verzorgd door Olga van der Klooster te Amster dam, bouwhistorica en consultant ar- chitectu urconservering. Heemschut, mei-juni 1989 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 15