De Clemenskerk:
interessante schakel in
Hilversumse architectuur
W.SMIT
Schepping van Jac. van Gils niet meer te handhaven?
Het slopen van kerkgebouwen is aan de orde van de dag. Ook aan Hilversum, niet rijk
aan oude gebouwen, gaat deze ontwikkeling helaas niet voorbij. Verscheidene branden
dunden in vroeger jaren het bezit aan monumenten al geducht uit. De Grote Kerk,
officieel 18de-eeuws, is door tal van verbouwingen eigenlijk nauwelijks een monument
meer te noemen. Het is een doodgewone kerk van de laatste eeuwwisseling, zonder de
allure maar wel met de pretenties van een middeleeuwse kerk. Rond 1970 ging deze
kerk in vlammen op, maar inmiddels is zij in (vermeende) oude luister hersteld. Het eind
van de negentiende eeuw leverde Hilversum evenwel ook een paar echt-monumentale
kerkgebouwen op, waarvan de Clemenskerk uit 1914 een waardige afsluiting vormt.
Van neogotische kruisbasiliek naar
centraalbouw
Het letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van
de Hilversumse 19de eeuw is de Sint-Vi-
tuskerk, in 1892 voltooid door P. J. H. Cuy-
pers op de plaats, waar sinds 1786 een
classicistisch kerkgebouw had gestaan.
Hoewel deze kerk niet in het middelpunt
van de plaats is gelegen, is het opmerke
lijk, dat tal van toeleidende wegen een
schitterend uitzicht op de Vitustoren (92 m)
bieden. Hierbij moeten in het bijzonder de
Emmastraat, de 's-Gravelandse weg en de
Pieter de Hooghlaan worden genoemd. De
Sint Vitus vormt een indrukwekkend ge
heel. Getrouw aan zijn voorliefde voor
hoge torens legde Cuypers hierop de na
druk, al heeft ook het kerkgebouw forse
afmetingen gekregen (80 x 35 x 19 m). Al
met al een complex, waarvan de grote
bouwmeester met recht kon zeggen: goed,
waar en schoon.
Na de Vituskerk verrees in 1910 de kerk
van Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ont
vangenis aan de Naarderstraat, een schep
ping van W. te Riele Gzn, zoon van een
bekend architect en leerling van Cuypers.
Hij heeft ook in Almelo, Eindhoven, Olden-
zaal, Laren, Zeist en Deventer gebouwd.
Had de Vituskerk nog een strakke kruis
vorm, hier zien we al het begin van de cen
traalbouw, gerealiseerd in een zeshoekige
kruising, wat een boeiende gewelvencon-
structie opleverde. Deze centraalbouw zou
in de Clemenskerk verder uitgewerkt
worden. De Onze-Lieve-Vrouwekerk munt
uit door een fraaie vormgeving en heeft
naast een fijnzinnige architectuur ook
schitterende glas-in-loodramen. Die vin
den we trouwens ook in de Sint-Vituskerk.
De OLV-kerk is voorzien van twee be
scheiden fronttorens. Opvallender is de
hoge vieringtoren en nóg opvallender is
de geschiedenis ervan. De pastoor wilde
zijn nieuwe kerk duidelijk profileren te
genover de dichtbij gelegen oudkatho-
lieke Sint-Vituskerk, een mooi neobarok
bouwwerk van P. A. Weeldenburg. Om
wat te concurreren met 'onze dwalende
broeders van het Melkpad' (die indertijd
de meerderheid hadden gevormd in Hil
versum) betaalde de pastoor uit eigen (pa-
rochie)zak de vieringspits, een echte 'flè-
che'.
Het rijke roomse leven
Hilversum, dat na de aanleg van de spoor
lijn Amsterdam-Amersfoort in 1874 enorm
was gaan groeien, kon een derde rooms-
katholieke kerk best gebruiken en zo ver
rees in 1914 de Clemenskerk, gewijd aan
de legendarische Clemens Maria Hof-
bauer uit Wenen. Spoedig na de inge
bruikneming van de kerk was deze reeds
te klein en werd de westgevel met de toe
gangspartij verder uitgebouwd. Na de ver
bouwing was de kerk goed voor 800 zit
plaatsen.
Op de tekeningen van Van Gils zien we
de Clemenskerk nog afgebeeld met een
forse toren aan de westzijde. Deze is er
nooit gekomen en zou bij dit bouwwerk
misschien ook misstaan hebben. De cen
traalbouw was nog niet rijp genoeg om het
zonder toren aan te durven. Vergelijkbare
kerken in Utrecht en Velsen zijn inderdaad
in het bezit van een toren. Het is trouwens
goed mogelijk, dat deze om financiële re
denen nooit in Hilversum gebouwd is.
De drie genoemde kerken kregen elk
een schitterend orgel. In de Sint Vitus is
het helaas verplaatst, wat aan het ruimtelijk
geheel van de kerk afbreuk doet, maar in
de beide andere kerken staat het nog op
de oorspronkelijke plaats. G. F. Stein-
meyer Co uit Oettingen en Neurenberg
bouwden in 1923 een gigantisch pneuma
tisch orgel in de Clemenskerk. Het zal niet
eenvoudig zijn voor dit orgel zo'n mooie
locatie terug te vinden, nu de kerk met
sloop bedreigd wordt.
Tussen kerk en synagoge
Het boeiende interieur van de Clemens
kerk lijkt op het eerste gezicht wel wat op
dat van de synagoge van Groningen van
Tjeerd Kuipers. Ook zou men zich heel
goed in een gereformeerde kerk kunnen
bevinden. Van Gils had een sterke voor
liefde voor het byzantijnse kruis, het
De Clemenskerk, in 1914 in gebruik genomen
en nu 75 jaar ond. Na 8 jaar moest de kerk al
vergroot worden. Dit gebeurde onder archi
tectuur van Jos Cuypers, daar de bouwer toen
al overleden was. De kerk is genoemd naar
Clemens Maria Bofbauer (1751-1820), die in
1909heilig werd verklaard. i
Op de foto de voorgevel uit 1922.
grondpatroon van de gereformeerde villa-
kerken van tussen de twee wereldoorlo-
gen, waarvan diezelfde Kuipers met zijn
kerk in Heeg immers de primeur heeft
neergezet. De Rotterdamse architect
(1865-1919) had al met romaanse, gotische
en byzantijnse motieven gewerkt, voor hij
in Hilversum aan de slag ging. In Delft had
hij een noviteit op zijn naam gezet door zijn
Sint-Nicolaaskerk van een betonkoepel te
voorzien. Daarna had hij in Roskilde in DeT
nemarken een romaanse bakstenen kerk I
gebouwd, die uitstekend paste in dit land
van zware romaanse kerken uit de middel
eeuwen. j
De Clemenskerk vormt een logische
schakel in zijn ontwikkeling naar het by
zantijnse kruis en is tevens de bekroning
daarvan. Romaanse en byzantijnse invloe-|
den ziet men overal in de kerk. De frisse
rode en gele baksteen heeft nog niets van
zijn aantrekkelijkheid verloren. Het ver- j
dwijnen van deze kerk zou daarom uit
meer dan één oogpunt te betreuren zijn.
Hilversum telt thans niet minder dan acht
rooms-katholieke kerken en het bisdom
heeft vastgesteld dat er eigenlijk zes ge-
sloten zouden moeten worden. De Sint Vi-j
tus ontkwam als door een wonder aan dit
lot. De kerk is schitterend gerestaureerd,
maar is helaas toch niet geheel waterdicht.
De wat minder spectaculaire Onze-Lieve-
Vrouwekerk, die voor de fijnproever veel
in petto heeft, wordt ernstig bedreigd door
achterstallig onderhoud en feitelijke over-!
bodigheid. Maar de Clemenskerk, die
rond Pasen 1989 75 jaar is geworden, wat
uitbundig gevierd is, zal misschien toch alk
eerste gesloopt worden, waarbij paro-
chiebestuur, woningbouwvereniging en
gemeentebestuur het roerend met elkaar
eens lijken te zijn. Een kerkzaaltje in een
woningencomplex zal de pijn moeten ver-!
zachten. En daarmee is dan het lot van de
Clemens bezegeld. TenzijJa, tenzij!
De heer W. Smit is sociaal-geograaf en
free-lance journalist te Hilversum.
10
Heemschut, mei-juni 1989