NOSTRA
Exterieur aan de zuidoost-zijde van dejacobi Kerk (fotodienst gemeente Utrecht).
(Vervolg van pag. 5)
technisch losstaand van de kerk voldoet
deze constructie prima en is betrekkelijk
snel weer ongedaan te maken.
Toen de eerste plannen vorm kregen,
begin zestiger jaren, werd het totale kar
wei begroot op zo'n 4lA miljoen, op het mo
ment van aanname was dit al opgelopen
tot 16,3 min. (1968). Dit jaar, na voltooiing
van het werk, blijken de totale kosten 83
min. te hebben bedragen. Dat lijkt nogal
een forse begrotingsoverschrijding. Ech
ter de enorme loon- en prijsstijgingen, de
scherpe verhoging van het BTW-tarief en
de opname van een aantal zaken (b.v. de
orgelrestauraties) die niet in de oorspron
kelijke begroting waren opgenomen zijn
hier schuldig aan.
De oorspronkelijk geplande tijdsduur,
zestien jaar, werd met ongeveer een kwart
overschreden. Dit is verklaarbaar uit het
feit dat conform de in '68 gemaakte afspra
ken per jaar een miljoen ter beschikking
van het plan zou komen. Een miljoen dat
door de enorme inflatie begin jaren zeven
tig met de dag minder waard werd en ver
werkelijking van de plannen volgens
schema vrijwel onmogelijk maakte. In 1975
vond hernieuwd overleg over de geld
stroom plaats en na het besluit om voort
aan subsidies regelmatig aan loon- en
prijspeil aan te passen kon men de inmid
dels opgelopen achterstand te lijf en de
rest van het werk binnen de daarvoor ge
stelde limieten afronden. Dus toch in finan
cieel opzicht en voor wat de tijdsduur aan
gaat een zeer zorgvuldig uitgevoerde res
tauratie. Zorgvuldigheid ook in het aan
trekken van de vakmensen die de plan
nen, tekeningen en berekeningen in tast
bare werkelijkheid om moesten zetten.
Op de steigers en in de loodsen
Rondwarend, vandaag de dag, in en om de
kerken valt ons oog op vakmanschap.
Onze blik rust op een fraai gehouwen na
tuurstenen balustrade, of glijdt langs een
mooi gemetseld kruisgewelf hoog boven
ons en overal vermoeden we, nee weten
we, reusachtige houten kappen gehand
haafd met een zo groot mogelijk gebruik
van het authentieke materiaal.
In dezelfde anonimiteit waarin hun voor
gangers eeuwen geleden het originele
werk vervaardigden hebben ook in het vijf
kerkenplan vele tientallen vaklieden hun
bijdrage geleverd aan het slagen ervan.
Met hun kennis, ervaring, hun inzet en en
thousiasme maar soms ook met een zekere
schroom en terughoudendheid. De steen
houwer die ons vertelt hoe hij aan zijn eer
ste streefpijlerbekroning voor het koor
van de Dom begon en bepaald nog niet
zeker was of dat binnen het gestelde bud
get zou gaan lukken. Maar het móést luk
ken. Dus... een oog op de tekening, een
op het werk, hoofd, hart en handen erbij
en ertegenaan!!! En het is gelukt. Alleen
door de afwijkende steensoort en het plan
vignet zijn de gerestaureerde en nieuw
toegevoegde natuurstenen elementen te
herkennen, niet door vorm, slag of afwer
king.
Middenbeuk in de Buurkerk, gezien naar het
noordoosten (fotodienst gem. Utrecht).
Het stellen van de grote natuursteen
blokken, balustrades, pinakels e.d. was
het werk van de metselaar, die er ook niet
tegenop zag een verzakte muur van een
aanbouw aan de zuidgevel van de Jacobi-
kerk keurig netjes scheef weer op te met
selen. Het stellen van natuursteen houdt in
dat op het onderliggende werk eerst een
laag specie wordt aangebracht in de ge
wenste dikte. Daarop wordt het blok dan
voorzichtig neergelaten. Is het blok erg
zwaar dan gebeurt dit met behulp van een
kraan, bovendien wordt het dan gestut met
wiggen omdat anders de specie wegge
drukt zou worden. Als de specie bijna
hard is worden de wiggen gelost en kan
de steen zich zetten zoals dat heet. Ook
hier, naar aanleiding van het terugge
brachte gemetselde gewelf in de Nicolaï-
kerk, de voldoening over de aanvaarde en
overwonnen uitdaging. Eerst werden de
door de steenhouwer behakte stenen van
de kruisribben op een formeel, een houten
mal rustend op de kerkmuur, gemetseld.
Na het verwijderen van het formeel werd
met een goed ontstofte, iets bevochtigde,
steen en een vette goed doorgerotte kalk-
specie het gewelf laag voor laag rondom
opgemetseld. Een stuclaag erover en het
hangt weer voor eeuwen!
Interieur Domkerk aan de oostzijde (foto
dienst gem. Utrecht).
Kerkkappen
Bij de oude bouwwijze was een goed ver
band tussen opgaand muurwerk en hout
skelet onontbeerlijk. De grote houten kap
pen dienden niet alleen als vochtwering en
bescherming van de gewelven. Het hori
zontale verband in de kapconstructies, via
de trekbalken, voorkwam ook het uitwij
ken van de kapspanten en daardoor optre
dende druk naar buiten op het muurwerk.
Verschillende van de in dit plan opgeno
men kerkkappen waren door vochtinwer-
king en daaruit voortkomende rottingspro
cessen hun verband vrijwel geheel kwijt.
Met name de kap van de Janskerk was
zeer slecht. Deze werd geheel verwijderd
en op de begane grond gerepareerd, van
moderne telmerken voorzien - dit om de
plaats van spanten en balken niet te ver
wisselen - en op het dak weer opge
bouwd.
Heemschut, januari-februari 1989 9