Heemschut bezorgd over
effectiviteit bescherming
stads- en dorpsgezichten
Pennestrijd rond kasteel
Croy
-..-"tïimmm
Zierikzee benadeeld
door Meerjarenplan
stadsvernieuwing
De Bond Heemschut is bezorgd over de effectiviteit van de bescherming van stads- en
dorpsgezichten in ons land. De provinciale commissies van Heemschut is gevraagd bij
de gemeenten in hun provincie na te gaan wat de houding van de gemeentebesturen is
t.a.v. die bescherming.
Zoals bekend stelt het Rijk zich ten doel
bepaalde stads- en dorpsgezichten te be
houden. Daartoe verplicht zij d.m.v. een
aanwijzing gemeentenbesturen een 'be
schermend' bestemmingsplan vast te stel
len. Zo'n bestemmingsplan is stringenter
dan een normaal bestemmingsplan. Ge
bleken is echter, dat de onbekendheid
met de methodiek van het beschermende
bestemmingsplan en vooral het ontbreken
van de bereidheid van het gemeentebe
stuur om aan de verplichting om binnen de
wettelijke termijn van twee jaar zo'n plan
vast te stellen de lange duur van de tot
standkoming van deze plannen veroorza
ken. Daarbij is vooral de rol van het col
lege van B. en W. van groot belang.
Daarnaast hanteert het Rijk andere instru
menten om haar doeleinden te bereiken:
interimbescherming, advisering en subsi
diëring. Heemschut laat zijn provinciale
commissies nu nagaan in welke mate de
doeleinden, die het Rijk zich stelt bij be
houd en bescherming van daartoe in aan
merking komende stads- en dorpsgezich
ten in de praktijk worden gerealiseerd. De
bereidheid van het locale bestuur om aan
de uitvoering van het rijksbeleid mee te
werken lijkt beslissend voor de effectivi
teit van het rijksbeleid.
De Heemschut-commissies zullen ook
nagaan of de gemeenteraden hebben vol
daan aan de verplichting om binnen ten
hoogste twee jaar, te rekenen van de dag
van inschrijving van het gezicht in het re
gister, een bestemmingsplan vast te stel
len ter bescherming van dat gezicht. Ver
der of het vastgestelde en goedgekeurde
bestemmingsplan ook wordt nageleefd.
Ook zullen ze kijken of de gemeenten een
begeleidings- of adviescommissie hebben
ter voorbereiding en uitvoering van be
scherming, behoud en beheer van het ge
zicht. Geven de gemeenten wel blijk van
interesse in de publicitaire en promotio
nele aspecten en kennen zij een subsi
dieregeling ter effectuering van het be
houd? En tenslotte: wordt de ruimtelijke
dynamiek binnen de beschermde gezich
ten waarneembaar beheerst?
Van de uitkomsten van dit onderzoek
hangt af of Heemschut zo nodig stappen
zal ondernemen om de effectiviteit van de
bescherming te vergroten.
In het nieuwe Meerjarenplan stadsver
nieuwing is onlangs als extra criterium
voor de verdeling van de stadsver-
nieuwingsgelden het zogeheten bedrijven-
criterium ingevoerd. Gemeenten met veel
werkgelegenheid profiteren daarvan.
Plaatsen, die wat minder bedrijven herber
gen maar wel veel monumenten tellen ver
liezen echter in een aantal gevallen hun
rechtstreekse toegang tot het stadsver
nieuwingsfonds. Bovendien betekent het,
dat een stad in Zierikzee met liefst 561 be
schermende monumenten zijn eigen be
voegdheden inzake behoud en beheer van
de historische stadskern verliest. Heem
schut heeft staatssecretaris Heerma ge
schreven deze ontwikkeling te betreuren
en vraagt hem de schadelijke effecten
hiervan voor een gemeente als Zierikzee
weg te nemen.
Het artikel van mevrouw H. van Noordwijk van Zeyl over de "verkwanselingvan kasteel
Croy in Aarle-Rixtel in Heemsch ut 9/10 vorig jaar heeft een felle pennestrijd op gang
gebracht tussen burgemeester mr. K. A. M. Buijs van Aarle-Rixtel, tevens bestuurshd van
de Stichting Geloof, Hoop en Liefde, die het kasteel in eigendom heeft en de auteur. Een
strijd, waarin zich onlangs ook nog rentmeester ing. E. D. Hooghiem mengde.
Integrale publicatie van de reacties en te
gen-reacties lijkt ons nauwelijks zinvol.
Dat zou intussen minstens drie pagina's
van ons blad vergen terwijl de discussie
zich óók uitstrekt tot details die de lezer
toch niet zullen interesseren. We kunnen
ons beter beperken tot de hoofdzaak.
Welnu, die is hierop terug te voeren, dat
de auteur en de burgemeester scherp van
mening verschillen over de mate, waarin is
geprobeerd voor dit fraaie kasteel een zo
monumentvriendelijk mogelijke vorm van
herbestemming te geven. Zowel mevrouw
Van Noordwijk als de heer Buijs geven
daarbij de voorkeur aan een sociale be
stemming van het kasteel.
De auteur draagt daartoe naar haar me
ning kostendekkende voorstellen aan zo
als een kunst- en ambachtencentrum, een
educatief centrum, een centrum voor ex
posities en muziekuitvoeringen, een wijn
museum en een centrum voor Boeddhis
ten. Zij stelt, dat deze gegadigden door de
veel te hoog gestelde huur werden afge
schrikt en geen serieuze kans hebben ge
kregen een plein te ontwikkelen. Ze verwijt
het stichtingsbestuur, dat dit veel te snel
heeft gekozen voor een commerciële ge
gadigde, die zich aandiende: een compu
terfirma. Deze gebruiker is nu bezig het
kasteel grondig te herinrichten tot mo
derne kantoorruimte. Bij een sociaal-cultu
rele bestemming daarentegen zou de be
staande inrichting waarschijnlijk beter be
waard kunnen blijven. De heer Buijs be
schouwt de door zijn bestuur gekozen op
lossing als een 'noodgedwongen uitwijk
naar gebruik in de zakelijke sfeer", waar
door het kasteel nu toch gevrijwaard kan
blijven van langdurige leegstand en ver
val. Gebruik in de zakelijke sfeer behoeft
zijns inziens niet te betekenen, dat de be
staande inrichting dan minder goed be
waard zou blijven. Hij gelooft niet in de
oplossingen van mevrouw Van Noordwijk,
die financieel irreëel zouden zijn. Tot deze
proporties teruggebracht lijkt het hier
slechts om een financieel verschil van in
zicht te gaan.
Rentmeester Hooghiem stelt dan ook in
zijn bijdrage, dat de zorgen van auteur en
stichtingsbestuur parallel lopen en dat hier
kennelijk andere emoties een rol spelen.
Commentaar redactie
Bij ons blijft na kennisneming van alle cor
respondentie toch de indruk achter, dat
het bestuur misschien wat te gemakkehjk
heeft gekozen voor de weg van de minste
moeite. In september 1987zette het in de
krant een oproep voor nieuwe huurders.
Een half jaar later al trad het in onderhan
delingmet de computerfirma. De auteur
stelde dat de ideële gegadigden werden
afgeschrikt door een in hun ogen te hoge
huur. Had bij een niet-commercieel ge
bruik de prijs niet wat lager geraamd kun
nen worden zodat die mogehjkheid toch in
zicht kon komen ook al houdt de plaatsge
vonden huurverhoging sterk verband met
de noodzakelijke onderhoudskosten?Bij
niet-commercieel gebruik zou een dure
verbouwing niet nodig zijn en een flinke
opknapbeurt kunnen volstaan. We gaan
ervan uit, dat 'verkwanseling' van het kas
teel zeker niet het oogmerk van de stich
ting is geweest. Ook bij de stichting zal het
behouden van het kasteel het uitgangspunt
zijn geweest. Niettemin vragen we ons af
of de stichting niet nog hardnekkiger had
kunnen zoeken naar een zo monument-
vriendelijk mogelijke vorm van herge
bruik. Wij sluiten hierbij de discussie.
PS. Dat de erfenis (w.o. het kasteel) zou
toevallen aan (de erfgenamen van) Gradus
Nikkelen, zoals in het artikel stond, blijkt
overigens onjuist. In een door een ver
meende erfgenaam aangespannen kort
geding is uitgesproken, dat hun 'aanspra
ken' op het kasteel ten onrechte zijn omdat
de stichting eigenaar is.
JK
6 Heemschut, januari-februari 1989