HEEMSCHUT IN AKTIE Verbindingskanaal geen goede locatie voor museum Den Bosch onzorgvuldig Weinig respect voor buitenplaats Heemstede Oude hofstede weggedrukt door massief nieuwbouwplan Historisch karakter Zwolle trekt bedrijven aan Groningen - Situering van het nieuwe museum, dat Groningen krijgt, bij het Verbindingskanaal roept dezelfde soort bezwaren op als destijds het eiland met vijf flat gebouwen in dit kanaal. Tevens betekent die keus, evenals de voorgestelde bebouwing van de Westhaven, een aanslag op een stedelijke ruimte, die als marke ring van de oude stad onmisbaar is. Aldus schrijft Heemschut in een brief aan de Groningse gemeente raad. De bond somt een aantal be zwaren op. Zo zou het zicht op de rand van de oude stad (wellicht in nog sterkere mate dan in het voor stel Kleihues het geval zou zijn) aan het oog worden onttrokken. Het plaatselijk zo verrassende uitzicht vanuit de Ubbo Emmiussingel over het water op de nieuwe stadsrand zou verloren gaan. De 'zwaaikom', die op die plek een structureel zo belangrijke verbreding van de wa tergordel vormt, verdwijnt. De lange oost-westelijke zichtlijnen worden minder interessant. De duidelijke wandvorming van het Hunzehuys tot en met de kantoren van de C.D.-PTT zal in zijn werking ten opzichte van de grote open ruimte worden verzwakt door een ,in deze situering als a-struktureel te ervaren bouwmassief. Dit dichtslibbingseffekt zal zich vermoedelijk nog sterker manifes teren dan bij het eiland met flats, omdat een museum-complex een N.Z. afmeting vraagt, die het nor male kanaalprofiel daar ter plaatse niet meer kan laten voortbestaan. Het zo levendige beeld van water- sportaktiviteiten en scheepvaart zou tenslotte verloren gaan. De ge meente zou volgens Heemschut bij de locatie-keuze ook het alge meen-cultureel belang van Gronin gen moeten betrekken. Enerzijds dient de museumcapaciteit te wor den uitgebreid en anderzijds ko men er in de stad grote monument waardige panden vrij, die eigenlijk alleen maar een museale functie kunnen vervullen. Dit uitgangspunt zou heel goed kunnen leiden tot het aanwenden van de twee neo-gotische universi teitsgebouwen aan de Verlengde Visserstraat, die beide vrij gesitu eerd zijn in een plantsoenachtige omgeving, met een oppervlak dat aanzienlijk groter is dan het Ae- gonterrein. De voorgestelde loca tie biedt n.1. de mogelijkheid om na sloop van de na-oorlogse uitbrei dingen een groot modem en hoog waardig museumcomplex te reali seren, waarin twee fraaie repre sentanten van neo-gotische bouw kunst zijn opgenomen. Het is een uitdaging voor een architekt, die zijn verantwoordelijkheid als vormgever niet alleen bewust is ten opzichte van de maatschappe lijke, kulturele en aesthetische waarden van zijn eigen bijdragen, maar ook van die van een be staande hoogwaardige omgeving. Zulks vanuit het besef, dat het ver leden, heden en toekomst onver brekelijk met elkaar zijn verbon den. De opvatting dat in de architektuur van een museum de grootst moge lijke terughoudendheid moet wor den betracht ten opzichte van de onder te brengen collecties is in zijn uiterste konsekwentie een ste riel uitgangspunt, dat op botte wijze afrekent met de geschiede nis en met de unieke mogelijkheid om een deel van het museum-com plex zélf als cultuurhistorisch ob- jekt werkzaam te doen zijn. Bij de bouw van een museum aan het Verbindingskanaal zou het voort bestaan van twee prachtige eind 19e eeuwse universiteitsgebouwen worden bedreigd en eventueel ook het waardevolle Aegonge- bouw en een erop aansluitende villa, nota bene in een te bescher men stadsgezicht. Verder is de eis om een situering te kiezen in de nabije omgeving van andere musea zeer aanvecht baar, omdat het grote nieuwe mu seum voldoende attraktief zal zijn om zelfstandig te kunnen funktio- neren. Het positieve effect, dat men van een verdergaande cluste ring verwacht, is met betrekking tot deze voorziening bovendien volstrekt discutabel. Het gedrag van de gemiddelde bezoeker wijkt n.1. sterk af van dat van winkelend publiek, omdat de aard van een museumbezoek wezenlijk iets an ders is dan inkopen doen, met een soort verzadigingsfaktor te maken heeft en daardoor niet licht tot 'im- puls'-bezoeken leidt. Tenslotte ligt hierbesluit Heem schut, voor het gemeentelijk beleid de belangrijke taak om het funeste erosieproces in het stadsbeeld te onderbreken, zeker waar het ver band houdt met de afstoot van mo numentale universiteitsgebouwen. Mede langs deze weg kan de reali satie van een uniek modem mu seum worden bevorderd. 's-Hertogenbosch - Heemschut heeft bezwaar aangetekend tegen de bouw van een magazijn op het achter-erf van een 15e eeuws huis in de Verwersstraat, Dit pand in de Bossche binnenstad staat op de ge meentelijke monumentenlijst en is gelegen in ene beschermd stads gezicht. Het bouwplan, dat intussen al is gerealiseerd, nota bene voor dat het werd gepubliceerd in de pers, impliceerde dat de open ruimte van het erf geheel werd be bouwd. Dit is volgens de bond in strijd met de bedoeling van het be stemmingsplan Zuidwal nl. het voorkomen van het dichtslibben van de binnenstad. Bovendien wordt de achtergevel van het huis aangetast door deze aanbouw. Heemschut signaleert tenslotte, dat de commissie voor stadsschoon niet accoord o.m. was met het bouwplan. De commissie vond de voorgestelde oplossing niet in de omgeving passen. Ook pasten de raamopeningen niet in de bestaande architectuur. Deson danks kwam het bouwplan niet meer terug in deze commissie. Houten - Een plan van projectont wikkelaar Imanagement b.v., dat voorziet in nieuwbouw in U-vorm rondom de buitenplaats Heem stede gaf, Heemschut aanleiding tot commentaar. De nogal massale nieuwbouw zal de architectuurhis torische waarde van het Huis Heemstede, dat met zijn rijzende voorkomen de omgeving altijd sterk domineerde, danig aantas ten. Juist in een tijd, waarin de inte resse voor historische tuinen groeit moet men voorzichtig zijn met dit soort ingrepen in het landschap rond Heemstede. Anders wordt immers de mogelijkheid van res tauratie van deze tuin, die nog veel 17e en 18e eeuwse elementen be vat uitgesloten. Al eerder verloor het landgoed door ingrepen bijna de helft van zijn oppervlak. Daarbij moet wel gezegd worden, dat bij de aanleg van Rijksweg 27 reke ning werd gehouden met het be lang van de tuin, die voor een be langrijk deel bleef gespaard om zo de mogelijkheid van restauratie open te houden. Heemschut dringt erop aan deze Rijksweg als een soort grens te beschouwen en voorbij die weg het gebied groen te houden. De geplande nieuwbouw zou ook niet mogen doorgaan, omdat anders Heem stede definitief als buitenplaats verloren zal gaan. Wat het Huis Heemstede zelf be treft, ook daarmee is bepaald niet zorgvuldig omgesprongen. Het Huis brandde in 1987 onder du bieuze omstandigheden af, waarna het in eigendom overging van de genoemde projectontwikkelaar. Deze laat tot op heden het huis - intussen een ruïne zonder dak - onbeschermd tegen hemelwater verslechteren. Het nu voorlig gende bouwplan voorziet in een schrale restauratie en sloop van de beide bouwhuizen, waarvan er een uit de 17e eeuw dateert. Heem schut verzoekt het college van B en W dan ook, behalve het niet laten doorgaan van de nieuwbouw, om snelle overkapping van het huis, waarvoor het Rijk geld beschik baar had gesteld. Overveen - Heemschut is slecht te spreken over een nieuwbouwplan van massale proporties in de di recte nabijheid van de oude hof stede 'Sparrenheuvel'. Het plan, bestaande uit vier carré-vormige elementen van 21 bij 21 meter met woningen, een kerk en een biblio theek staat qua omvang en schaal in geen verhouding tot de be staande kleinschalige bebouwing. Twee van de vier elementen staan op slechts 18 meter afstand van de Sparrenheuvel en steken boven deze voormalige hofstede uit, wat uitermate storend werkt. Ook de vroegere buitenruimte van de hof stede wordt flink aangetast. Nu nog herinneren een vijver en een aantal bomen aan de oorspronkelijke door Zocher ontworpen tuin. De nieuwbouw zal echter leiden tot verkleining van de vijver en aan tasting van de houtopstand zodat de overgebleven landschappelijke aanleg verder aftakelt. Heemschut heeft het college van B en W van Overveen verzocht geen bouwver gunning te verlenen voor dit plan. Zwolle - De gemiddelde prijs per vierkante meter van monumenten in de Zwolse binnenstad is de afge lopen tien jaar gestegen van 500 naar 3000 gulden. Het loont dus de moeite om te investeren in monu mentale panden. Dat is één van de conclusies van het rapport 'Cultuur als economische infrastructuur', dat een onderzoeksteam van de Amsterdamse Universiteit in Zwolle heeft uitgevoerd. De bedrijvigheid in de binnenstad is verschoven ten gunste van de tailhandel, horeca en zakelijke dienstverlening. Zeer opvallend, landelijk gezien. Het aantal wer kenden in deze sectoren nam met 13% toe. De investeringen in monu menten (tussen 1974 en 1986 werd voor zo'n 130 miljoen gulden geïn vesteerd in monumenten) hebben daartoe bijgedragen, vindt de de tailhandel zelf. Niet minder dan dertig procent van de bedrijven, die zelf niet in een monument ge vestigd zijn, noemt het historische karakter van de binnenstad van belang als zij verklaren waarom zij zijn gevestigd in de binnenstad. Ieder jaar komen 200.000 bezoe kers de binnenstad bekijken, ter wijl 800.000 bezoekers in de eerste plaats komen winkelen. De bin nenstad telt ongeveer 380 rijksmo numenten. Er wonen thans 2.500 mensen, 130 jaar geleden nog 11.00. Heemschut, januari-februari 1989 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1989 | | pagina 35