Tras als troost
J.Th. BALK
Kerk van Wemeldinge heeft
zoute muren
Als een wervelwind komt hij de bouwkeet
binnen en stelt zich voor: Frans Buys. Hij
heeft een stucadoorsbedrijf in Heerle bij
Bergen op Zoom en hij heeft een interes
santé klus'gedaan hierin Wemeldinge,
waar de hervormde kerk wordt gerestau
reerd. Die ligt op zo'n 300 meter van de
Oosterschelde. 'Als je,'aldus Buys, 'hierbij
windkracht 9 buiten gaat lopen met een
zoutvaatje is dat in een mum van een tijd vol!'
Dat moet het feit illustreren dat de oude
muren van de kerk in de loop van de eeuwen
heel wat zout hebben opgezogen. En dat
het voor het aanbrengen van een
bepleistering bepaald moeilijke muren
waren.
De Ned. Hervormde kerk te Wemeldinge, gezien uit het noordoosten; links het koor (foto J. Th.
Balk).
Aan de zuidkant was de kerkmuur om de
chaotische toestand van het metselwerk
aan het oog te onttrekken met een cement-
laag bedekt. Bij de restauratie bleek die
voor 80 procent los te zitten. Voor een
nieuwe deklaag adviseerde het Rijksbu
reau voor de Monumentenzorg een proef
te nemen met trasmeel. Dit produkt uit de
Eiffel werd gemengd met cement en als
vulstof en ter verschraling voegde men er
grof zand aan toe. De proef verliep zeer
bevredigend. Het produkt sluit de muur
niet af, damptransport blijft mogelijk. De
opdrachtgever besloot dan ook tot ver
dere toepassing van het trasmengsel, dat
nu niet alleen de zuidelijke muur bedekt
maar ook op de binnenmuren van de kerk
ruimte is toegepast.
Bedehuis met 'kerkvaete'
Uitvoerder A.A. Joppe, die hier voor de
firma Huurman uit Delft sedert 1987 bij de
restauratiewerkzaamheden actief is doet
ons de bouwgeschiedenis van het bede
huis uit de doeken.
Het werk geschiedt onder architectuur van
Berghoef Hondius en Lamers in Aalsmeer.
Wemeldinge wijkt wat aanleg betreft af
van het klassieke Zeeuwse dorp met de
kerkring. Hier ligt de kerk aan het west
einde van het dorp. In de onmiddellijke
nabijheid is een vliedberg, met twaalf me
ter de hoogste van Zuid-Beveland. Vóór de
kerk is een goed onderhouden wed om
paarden te drenken; 'kerkvaete' zo noemt
men dit vijvertje ter plaatse. Op korte af
stand is de lange rechte dorpsstraat met
een klinker- en keibestrating en twee rijen
geschoren linden. De gevels aan de
Dorpsstraa t hebben meest nog het oude
karakter behouden, er zijn geen gebou
wen die niet in het beeld passen. Het
nieuwe Wemeldinge ligt aan de Oostkant
van het dorp, aan de zijde van het in 1866
geopende Kanaal door Zuid-Beveland.
Koolbladkapitelen
In de 10, 11de eeuw moet er te Wemel
dinge al een houten kerkje hebben be
staan. Die is vermoedelijk in de dertiende
eeuw vervangen door een klein stenen
kerkje. Dat maakte in de 15de eeuw plaats
voor een grotere kerk. In de Noordermuur
van de kerkruimte is een steen met het
jaartal 1411 er in gebeiteld. Toen men de
kerk bouwde stond de toren er al. Die had
oorspronkelijk in Vlaamse stijl vier hoek
torentjes naast de spits, zoals thans nog de
toren van het een uur gaans verwijderde
Kapelle.
Het schip van de kerk werd in de 16e
eeuw vergroot met een zuidbeuk; het
schip werd daarbij versmald en er kwa
men kolommen van ledesteen met kool
bladkapitelen, zoals men die ook in de
grote gotische kerk van Kapelle kan aan
treffen.
Over de bouw van het koor is weinig be
kend. Wie nu de kerk betreedt wordt ge
troffen door de drie delen: schip met zuid-
beuk, apart het koor, afgesloten van het
schip van de kerk. Om het schip op gelijke
hoogte te brengen met de zijbeuk is het
dak destijds veranderd maar omdat dit
dan boven de galmgaten van de toren uit
kwam is het bovenste deel afgeplat. Die
toestand is bij de thans aan de gang zijnde
restauratie gehandhaafd. Er is een nieuw
zinken plat dak op gekomen; de rest van
de daken kreeg nieuwe Franse leien uit
Trélazé bij Angers afkomstig.
Een reddende engel
Het was een hele overgang voor de heer
Joppe van de Grote Kerk te Dordrecht,
waar Huurman bv vele jaren gewerkt heeft
naar de dorpskerk van Wemeldinge - een
reatauratie die al zo'n twintig jaar in de pen
was. In 1898 heeft de Rotterdamse archi
tect/ Verheul Dzn. de kerk al gerestau
reerd. Het resultaat is het voorwerp van
veel kritiek geweest.
'Ten onrechte', vindt de heer Joppe. 'Het
is aan Verheul te danken dat de kerk er
nog staat omdat hij het kerkbestuur heeft
weten te overtuigen van de waarde van het
gebouw. Was dat niet gebeurd dan was
sloop onvermijdelijk geweest en stond er
nu een ander gebouw.'
De, in vergelijking met de Grote Kerk te
Dordrecht zoveel kleinere dorpskerk
heeft het hart van de uitvoerder gewon
nen. Hij wijst ons de grafzerken, die men
gevonden heeft en waarvan de stukken bij
elkaar gevoegd worden om ze in de vloer
van het koor te leggen. Dat wordt in de
toekomst voor diensten van beperkte om
vang bestemd. Verheul had er de ingang
in gemaakt en men sprak van het koor als
van de wandelkerk. Die ingang zal niet
meer worden gebruikt; een nieuwe ingang
komt in de noordelijke muur tegenover de
consistoriekamer met het stenen gewelf.
Verering van Wilgefortis
Behalve de grafzerken vond men bij de
restauratie nog meer: een wijwaterbakje in
het koor. Evenals enige nissen blijft dat
zichtbaar. Het koor heeft een opvallend
tongewelf; tegen de muur zijn in 1898 zer
ken gemetseld uit de periode 1490-1550.
Daar is een bas-reliëf bij van St. Wilge
fortis (verbastering van Virgo fortis) aan
een Grieks T-kruis genageld. De plaatse
lijke historicus C. Philipse heeft aange
toond dat de in deze streek nog altijd voor
komende mansnaam Foort uit de tijd van
de verering van Wilgefortis stamt.
In de afsluiting van koor naar schip is
een wandschildering met o.a. de wetge
ving op Sinaï, een tekstbord met de tien
geboden en een met de twaalf artikelen
des geloofs.
In het schip van de kerk komt een op
merkelijk tekstbord na de restauratie te
rug - het beslaat vijf panelen en is liefst
9,65 meter lang. Het moet door zijn lengte
uniek zijn. In het schip en in de zuidbeuk
wordt vloerverwarming aangebracht; het
koor krijgt een heteluchtverwarming.
Tot 1955 had de kerk geen orgel. Men
behielp zich met een voorzanger. Dat was
het gevolg van het testament van een am-
bachtsvrouwe van Wemeldinge Maria
Coomans die in 1791 in Goes overleed en
goederen aan de kerk vermaakte op voor
waarde dat er geen orgel zou worden ge-
plaats. De kerkvoogdij was daardoor ge
bonden maar in 1955 kon een aparte orgel
commissie een orgel aanbrengen, afkom-
16 Heemschut, januari-februari 1989