Laat gemeenten participeren in particuliere momimentenorganisaties RESTAURATIE VAKBEURS EVERHARDJANS Drs. J. M. Hengeveld op symposium van Restauratie Vakbeurs over particuliere monumentenorganisaties: 'Zorg voor de gebouwde omgeving': onder dat motto belegde de Nederlandse Vereni ging voor Monumentenzorgers een symposium in de Hanzehof te Zutphen, op 19 oktober 1988, parallel aan de Restauratie Vakbeurs, die ook dit jaar weer veel belangstelling trok. 's Middags was Heemschut-redacteur Jans bij het symposium. Drs. J. M. Hengeveld, directeur van De Amsterdamse Maatschappij tot Stadsher stel, deed uit de doeken hoe deze instel ling opereert. Het financiële plaatje speelt een belangrijke rol! Het is niet eenvoudig als restauratieorganisatie het (geestdrif tige) hoofd boven water te houden. Een zakelijke 'know-how1 moet er beslist zijn en een bedrijfsmatige aanpak is voor waarde, meende Hengeveld. Er is in Am sterdam bewust gekozen voor een naam loze vennootschap. Sinds 1966 vinden er aandelencommissies plaats. Het geplaats te aandelenkapitaal steeg van 1,2 naar 53 miljoen gulden in juli 1988. Gemeentelijke participatie Drs. Hengeveld pleitte voor een gemeen telijk aandeel in het 'runnen' van de parti culiere monumentenorganisaties in Neder land. De gemeente Amsterdam draagt 6 ton bij aan de Mij. tot Stadsherstel. De gemeenten dienen direct achter de belangen van de stadsherstelverenigingen en stichtingen te staan. Sinds 1956 is er voor restauraties 105 miljoen gulden uitgegeven, waarvan 46 miljoen uit subsidies bestonden. Een groot projekt is bijvoorbeeld het Sonestahotel. Daarnaast beleefden talrijke kantoren, woonhuizen, winkels en horecabedrijven een wederopstanding. De Maatschappij financiert de restauraties uit eigen middelen, afgezien van de 'wo- ningwet'-monumenten. Het eigen vermo gen vormt het draagvlak voor leningen. Ten opzichte van geldschieters is men door een onderpand gedekt. Er is een per manente vermogensbehoefte te constate ren: het geld blijft in de huizen 'zitten'. De rentestand rees in de tussentijd de pan uit, wat tot moeilijkheden kan leiden. Professionele krachten Vrijwilligers dienen volgens Hengeveld vervangen te worden door professionele krachten, die als deel van hun dagtaak moeten gaan werken voor de restaure rende organisaties. Het gaat erom, een zo groot mogelijk aan tal huizen van de ondergang te redden. De Stichting Utrechts Monumentenfonds De heer W. Thoomes sprak namens de Stichting Utrechts Monumentenfonds. Hij produceerde een minder optimistisch ver haal dan Hengeveld. Ofschoon restaura tieorganisaties in principe actiegroepen zijn, gaat een vergelijking met een ac tiegroep als Ra-Ra zeker niet op! Het gaat (en ging) om een belangengroep die zich verzet(te) tegen de sloop van mo numenten. Tegenstanders zijn meestal burgers die van de 'oude troep van bouw vallen' zo snel mogelijk af willen. Voor de Utrechtse Stichting was de in 1964 te Harlingen opgerichte (en sindsdien ac tieve) Hein Buisman Stichting een lichtend voorbeeld. Via de Harlingse Stichting zijn er inmiddels in deze fractie Friese haven stad 500 tip-top gerestaureerde, be schermde monumenten! Ook de Utrechtse monumenteninstelling heeft een (finan ciële) band met de Gemeente Utrecht. In de startperiode werd het 'ontpleisteren van oude gevels' gesubsidieerd. Sinds 1966 verwierf men in Utrecht 60 huizen, en kreeg het Monumentenfonds er 30 stuks in erfpacht. Inmiddels zijn er 2200 begunstigers, en is er een restauratiearchitect part-time aan de Stichting verbonden. Er worden 3 pro- jekten per jaar uitgevoerd. Arbeiderswoningen Onlangs is er een succesvolle strijd ge voerd om de redding van 25 arbeiderswo ningen uit het begin van de negentiende eeuw. Het ging om 25 exemplaren, die nu 'puntgaaf gerestaureerd zijn. De toekomst van de woonhuizen restau rerende instellingen hangt vooral af van de vraag naar woonruimte in historische bin nensteden. De koopsommen stijgen evenals het en gagement van de projectontwikkelaars! Helaas moeten de stichtingen steeds meer zelf financieren, en de exploitatieverliezen kunnen niet opgebracht worden. Voor alsnog zijn er sombere perspektieven. Bet restauratie-project Jocobijnenstxaat 2 te Utrecht van de Stichting het Utrechts Monumentenfonds.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 37