Hergebruik van kerk- en kloostergebouwen in Noord-Brabant LEOVANDERMEULE Het Brabantse land... de tegenstellingen. Het hypermoderne provinciehuis en de uitbun dige gothiek der Sint Jan. De silo's en schoorstenen van de CSM en de slanke spits van de O.L. Vrouw van Breda. Het lijkt wel of hier de levensfelle kleuren uit Huizinga's Herfsttij hardnekkiger en langer nagloeien dan elders in ons land. Maar ook.zoveel kerken en kloosters tegenover zo weinig kerkbezoek en een sterk afgenomen aantal roepingen. Leegstand - met alle kwalijke gevolgen van dien - die vragen oproept. Drie inleiders en een kleine 80 aanwezigen probeerden een antwoord te vinden op een discussiedag op 24 september over de toekomst van bestaande en leegstaande kerk- en kloostergebou wen in Noord-Brabant. Prof. Bredero, emeritus-hoogleraar mid deleeuwse geschiedenis probeerde dit via het belichten van de situatie in de ons om ringende landen. De houding ten aanzien van het behoud van kerkgebouwen is niet overal hetzelfde en wordt mede bepaald door het onderkennen en erkennen van de diverse functies, die een kerk in een be paalde samenleving kan hebben. De kerk als religieus, sociaal, geschiedkundig en monumentaal object. In Engeland is de kerk, via het haar om ringende kerkhof, veelal ook nog uit draagster van de memento mori-gedachte. De overheid geeft geen steun in Albion, men moet zichzelf zien te bedruipen via het ontplooien van culturele activiteiten in het kerkgebouw, de bijdragen van toeris ten en de verkoop van souvenirs. Ook in dien bekende personen, met klinkende namen, zich verbinden aan het doel dat het kerkbestuur of de beherende/restaure rende instelling zichzelf stelt wil dit wel eens geld aantrekken. In Frankrijk is de situatie precies tegenovergesteld. Hier re kent de overheid het tot haar plicht de De 'Steentjeskerk1 in Eindhoven, een vroeg christelijke basiliek van J. J. B. Groenendaal (1911). In de kerk is nu het Kempenland- museiun gevestigd (foto Peter Cox). voortbrengselen der Franse cultuur, waar toe zij ook de kerken rekent, te behouden en onderhouden.' Nederland bevindt zich hier ergens tus senin, sommige kerken zijn wèl, andere niet beschermd. De beste vorm van be houd is vanzelfsprekend het voortbestaan van de religieuze functie. Valt die echter weg dan houdt de overheid zich in ieder geval niet bezig met het vinden van een nieuwe bestemming. Hoever zet de achter uitgang in het kerkbezoek door en kan de daaruit voortkomende bedreiging van de kerkgebouwen worden opgeheven? De heer W. van Leeuwen belichtte voor namelijk de bouwkundige ontwikkeling van het kerkgebouw in de tweede helft van de negentiende eeuw. Eerst nog was er een duidelijke band tussen de wereld lijke en religieuze architectuur, met het sterker worden van het katholiek zelfbe wustzijn echter wil men zich ook architec tonisch meer onderscheiden. Men grijpt terug op het katholieke tijdvak bij uitstek: de middeleeuwen. Zowel qua exterieur als interieur herleeft de gothiek, veelal gela den met een sterke symboliek in de ver sierende elementen. Het zijn nu juist deze kerken die, vaak zonder voorafgaande do cumentatie, gesloopt worden. Zonder het onderzoeken van bouwkundige staat en mogelijkheid tot herbestemming verdwij nen ze. Het grote publiek ziet de waarde van deze gebouwen nog niet zo in en blijft pas sief. Dat er niettemin licht is in de duister nis gaf de heer J. Naalden aan met zijn dia serie over een aantal hergebruikte kerken. Hij gaf duidelijk aan geen oordeel te willen vellen over mooi/lelijk, geslaagd of niet geslaagd, geoorloofd of laakbaar en meer van dergelijke begrippen. Het blijken wel voornamelijk de kerken te zijn die het meest van hun oorspronkelijke gedaante prijs moeten geven bij herinrichting of - ge bruik. Een klooster of ziekenhuis lijkt toch 'elastischer' in die zin, dat het bepaalde ingrepen beter verdraagt. Toch worden er interessante compromissen bereikt en zijn er wegen aangegeven om kerken, zij het meer wereldlijk aangewend, te behouden voor een gemeenschap. Een compromis is altijd beter dan sloop zoals binnenkort die van de Antonius van Paduakerk in Eindho ven van architect Stuyt. 'Steentjeskerk' Praat in dit land over godsdienst en de ge moederen raken verhit. Is de discussie op dit soort dagen nogal eens moeilijk aan te zwengelen, in de 'Steentjeskerk' in Eindho ven vond menigeen het jammer dat die discussie werd afgebroken. Suggesties en ideeën die naar voren gebracht werden: attendeer jongeren op de bezinnende, rustgevende werking die van een kerk uit gaat en op de mogelijkheid die ze biedt met God in contact te komen. Houdt ingre pen ten behoeve van hergebruik zo 'tijde lijk' mogelijk, zodat ze snel en gemakkelijk weer ongedaan gemaakt kunnen worden. Als er toch gesloopt moet worden, pro beer dan zo gedegen mogelijk te docu menteren wat verdwijnt. Let bij hergebruik niet direct op de toekomstige functie maar op de kwaliteit van de architect en het ont werp. De herbestemming moet veelal pas sen in een gemeentelijk bestemmingsplan, gebruik de mogelijkheden die dit proce dureel biedt optimaal. Stel je op de hoogte van de staat waarin het kerkgebouw ver keert, dit kan je ideeën ten aanzien van bepaalde ingrepen aanmerkelijk versoe pelen. Probeer de mogelijkheden tot her gebruik niet teveel te beperken door op vattingen over wat moreel aanvaardbaar is en wat niet, de mening hierover verandert immers met de dag. Woorden... woorden... woorden. Alleen het verlossende woord was er niet bij. Be staat dat wel bij een ingewikkelde materie als deze? Waarschijnlijk niet. Een kater? Zeker niet, de dag heeft mensen in contact gebracht met mogelijke oplossingen en ideeën èn met elkaar. Onafhankelijk van het kennisbevorderende aspect mag zij daarom zeker geslaagd worden genoemd. 36 Heemschut, november-december 1988

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 36