Toestand woongevel na de restauratie in 1988.
Type
Het gaat, zoals gezegd, om een klein type
hallehuis: een keuterboerderijtje. De
volkskundige meester H.W. Heuvel be
schrijft een dergelijk huisje bij Laren (Ach
terhoek): 'Opeens - als door een poort van
sparren - zie je het witte huisje met zijn
leemwanden en laag strodak. Een kampje
ligt rondom en daarachter stroomt de
beek met een strook groenland langs de
overs' (Oud-Achterhoeks boerenleven,
Deventer 1927, p. 415).
Tot voor kort bestond de voormalige
woongevel uit een lappendeken van uitge-
stukte baksteenvlakken, met 'schilderach
tige' scheuren (iets voor wijlen Anton
Pieck). Beneden stukgevroren en ver
weerde baksteenlagen. Daarboven: schots
en scheef, en incompleet: de oude S-pan-
nen van het wolfseind. De 'moeten' van het
metselwerk toonden onomstotelijk de
plaats van de (dichtgemetselde) hoofd
deur en het woongevelvenster (een voor
malig schuifraam). Bewaard gebleven lui
ken gaven precies de maat van het woon
gevelvenster in het midden aan. De toog
van baksteen van dit venster was nog in
situ aanwezig, evenals een fraai vierkant
venster - links in dè zijbeuk - met 9 ruitjes
(van de voormalige slaapkamer). Door wat
passen en meten was het niet moeilijk, de
oorspronkelijke gevelarchitectuur te ach
terhalen (woongevel - zie beide foto's).
Bedrijfsgevel
Ook aan de bedrijfsgevel bij de inrit was
danig gerommeld. Kort na de laatste
eeuwwisseling was het middenvak met
jongere baksteen opgevuld, en werden er
kleinere, boven halfronde inrijdeuren toe
gepast. (1,70 x 2m.-breedte x hoogte).
Inkepingen in het buitenvlak van de an-
kerbalk toonden aan, waar de oorspron
kelijke 'mendeur1 - muurstijlen zaten.
Inmiddels zijn de deuren in de oude staat
teruggebracht, met behulp van een 'recyc-
ling'-exemplaar.
Sinds 1925 was dit 'aolehuus' onbewoond,
en tot schuur gedegradeerd.
Restauratie
Mr. Jan Kollen en zijn cultureel en cateche
tisch zeer geïnteresseerde echtgenote wa
ren geestdriftig geworden voor het be
houd van het bouwvallige keuterijtje op ei
gen erf. Ze ontfermden zich over dit stukje
landelijke bouwkunst, en wensten het te
consolideren en vooral uiterlijk in de oude
staat terug te brengen.
Herman Hagens schreef over restaura
ties van landelijke bouwkunst in Twente, in
1970, dat er te veel fouten werden en wor
den gemaakt, bij het restaureren. Meestal
laat men het afweten bij de kleine onder
delen en de afwerking (jaarboek Twente
1971).
Welnu: dit boerderijtje mag in dat opzicht
'gezien worden'. Het boerderijtje zelf dic
teerde, alles was af te lezen. Zorgvuldig
observeren, fotograferen en opmeten
bieden het beste recept voor een goede
en historisch verantwoorde oplossing. Na
tuurlijk is ook de kennis van de landelijke
architectuur elders in de regio erg belang
rijk (denk aan het schuine schortje met
oogstluik, dat al op gotische altaarpanelen
aan de Nederrijn voorkomt).
Vakbekwame bouwvakkers
Gelukkig nam mr. Kollen een goed aanne
mersbedrijf in de arm voor de restauratie,
dat we met ere vermelden: A.J. Wissinkte
Diepenheim, Grotestraat 28, tel. 05475-
1365. Deze vakmensen hebben met onein
dig geduld, liefde en kundigheid dit huisje
voor het nageslacht bewaard. Als er spij
kers door de pannen moesten, wisten ze
dat de koppen een eindje moesten uitste
ken vanwege het krimpen en uitzetten van
de S-pannen. Zo kwam de restauratie ge
reed, in de zomer van 1988. In de woon
keuken zullen plavuizen gelegd worden,
en een eenvoudige scheidingswand met
'boozem' zal daaraan worden toegevoegd
(op de oude plaats). De kleine hoeve is nu
een lust voor het oog, in haar tot in de
puntjes verzorgde puurheid: een uitste
kend voorbeeld van architectonische
'heemschut' door particulieren - zonder
subsidie!
Landbouwmuseum
Niet ver van de Zomerdijk, aan gene zijde
van het stedeke Diepenheim ligt bij de
Diepenheimse watermolen het land
bouwmuseum 'Erve Niehof. Het werd op
21 mei 1988 door de burgemeester van
Diepenheim officiéél geopend, en geeft
een belangwekkend beeld van de boeren-
voortvaring en de snel antiek geworden
landbouwwerktuigen, -machines en ge
reedschappen in Zuidwest-Twente. Ope
ningstijden: dinsdag-, donderdag-, zater
dag- en zondagmiddag van 13 tot 17 uur.
Op gezette tijden vinden hier demonstra
ties van oude ambachten plaats.
26 Heemschut, november-december 1988