Restauratie van landelijke
bouwkunst in Twente
RESTAURATIE
EVERHARDJANS
De wedergeboorte van een oud Diepenheims keuterboerderijtje
Tijdens een excursie was ik in gesprek met mr. Jan Kollen, de huidige voorzitter van de
Vereniging Oudheidkamer Twente', woonachtig in de landeüjke dreven van Diepen-
heim. Hij vertelde me o.a. geestdriftig over bedrukt en ingekleurd papier, dat in de
originele wandkast van een oud boerderijtje gevonden was, met de zinvolle tekst: 'Eert
uw Vader en uwen Moeder'.
Het ging hier om een klein, bouwvallig hal
lehuisje. In 1985 maakte ik samen met Kol
len een opmeting (met reconstructie van
de woongevel) van dit voormalige keuter
boerderijtje. Het ligt naast de jongere, ge
renoveerde boerderij van het echtpaar
Kollen, aan de Zomerdijk.
Op een oude kaart van Overijssel, door
N. ten Have uit de achttiende eeuw, is op
deze plek nog een moerasgebied aange
geven. Blijkbaar is het in de vroege negen
tiende eeuw pas in cultuur gebracht. Bij
die gelegenheid zal ook het uit omstreeks
1840 daterende keuterboerderijtje ge
bouwd zijn.
Architectuur
Het gebouwtje heeft een omtrek van 9,58
(lengte) x 9,83 m. (breedte). Als bij ieder
hallehuis is de middendeel de bepalende
ruimtelijke component. De overspanning
van de ankerbalken was in dit huisje uiter
aard bescheiden: 4,15 m. Vier gebinten
vormen de kem van het bouwwerk, met
aan weerszijden twee buitenstijlruimten.
De buitenmuren zijn van baksteen, en in
'kruusverbaand' gemetseld (kruisver
band). Tijdens de opmetingsfase in juni
1985 bleek, dat er na 1850 danig aan gere
pareerd en vernieuwd was, in jongere
baksteen! De linker zijgevel, vanaf de inrit
gezien, toont jongere staldeurtjes van
kraalschroten en gietijzeren stalvensters,
terwijl aan de andere lage zijwand van
baksteen nog drie oorspronkelijke ven
sters met kruisroede bewaard waren ge
bleven. Verdwenen was ook de oude
schoorsteen, die links van het midden op
de nok was opgemetseld. De nokhoogte
van het boerderijjtje bedroeg 10,16 m. De
plaats van de oude schoorsteen kon via de
sporen van de 'boozem' in de zoldering en
beroete planken 'einwandfrei' worden be
paald. Diepte van de zijbeuken: 2,69 en
2,58 m.
Apart was ook het Nederrijns en Achter
hoeks aandoende schuingeplaatste
schortje van planken (tussen ankerbalk en
onderste wolfseindpannen) dat ook een
oogstluik liet zien.
Iets voorbij watermolen 'De Halier', aan de
binnenweg naar Haaksbergen, bleek een
driebeukige, fors geproportioneerde
schuur te staan, die qua architektuur ver
want bleek te zijn aan het hallehuisje aan
de Zomerdijk (wolfseinden, schuin plan
ken schortje).
Interieur
De binnenruimte had voor de boerderijon
derzoeker nog de grootste verrassing in
petto: de noordelijke stalwand liet vakken
zien met leemvlechtwerk van het grond
vlak tot aan de 'plate' (plaat) boven de an
kerbalken. Helaas was een en ander danig
in de vernieling gekomen. Drie staldeur
tjes geleedden hier de stalwand.
Aan de overzijde van de smalle deel was
in de voormalige woonzone links een
spinde (met glazenkastje) bewaard geble
ven; daarnaast twee stalruimten met deur
tjes en stalpalen ('reppels').
De gebinten tonen ingekerfde telmer-
ken: vanaf de erfinrit gerekend is het
tweede paar II-III/III genummerd, het
tweede duo IIII-imi/HIII-IIIII.
Toestand woongevel voor de restauratie (1986).