Texels kamerschot gerestaureerd
Noord-Holland
Zuid-Holland
Noord-Brabant
Onderzoek naar
cultuur
historisch
toerisme
Raadhuis in verval
Derde
monumentennota
Stadswalvilla
Kerk rijksmonument
J.K.
Onlangs is op Texel dit prachtige kamerschot, in 1787geschilderd
door de Alkmaarse decorschilder A. Warmoes, gerestaureerd. In het
begin van de jaren zestig werd de houten wand ergens op Texel ont
dekt door de toenmalige directeur van hef Texels museum Gerrit de
Haan. De grisailles stellen voor: vogelvangst, visvangst, tuinieren en
smeden. Misschien wel een verwijzing naar de vierjaargetijden. De
boogvulling laat een verwijzing naar Amor en Diana, de godinnen van
de liefde en de jacht zien. Het herstelde schotwerk is te zien in hotel
De Lindeboom, Groeneplaats 14, Den Burg.
Hilversum - Het internationaal be
faamde Raadhuis dat gemeentear
chitect W. M. Dudok vsn 1929 tot
1932 in Hilversum bouwde, raakt
danig in verval en zal voor 32,5
miljoen moeten worden opgeknapt
wil het weer jaren meekunnen. De
toren is gescheurd, de stalen ra
men zijn doorgeroest, de gevels
onherstelbaar aangetast en het in
terieur verdient een grondige op
knapbeurt. Het rijk wil voor 11,5
miljoen meebetalen aan dit rijks
monument en Hilversum zal de
overige 21 miljoen moeten beta
len, geld dat er niet is. Hilversum
heeft nimmer gereserveerd voor
onderhoud of renovatie. Het trieste
is dat de gemeente voor hetzelfde
geld gemakkelijk een nieuw raad
huis zou kunnen bouwen. Nog
triester is misschien dat de bouw
indertijd 1,5 miljoen kostte.
Voor de bouw van dit ver
nieuwende gemeentehuis werden
volstrekt nieuwe technieken en
materialen toegepast waar
niemand de consequenties van kon
overzien. Zo zijn de vernuftig in het
metselwerk weggewerkte regen
pijpen helaas gemaakt van gietij
zer dat nu door de gevel heen-
roest. Er zijn geen diletatievoegen
toegepast en de stenen zijn te
zacht gebakken, zodat de muren
scheuren. Gering gebruik van
spouwmuren in combinatie met on
bewerkt staal maken dat vocht en
roest vrij spel kregen. In het in
wendige heeft verkeerd onder
houd de witmarmeren vloeren en
muren verprutst, weten we nu.
Den Haag - Het gemeentelijk Bu
reau Monumentenzorg komt eind
dit jaar met de derde Monumen
tennota waarin uitgebreid zal wor
den ingegaan op de huidige stand
van zaken en op het komende be
leid. Het ziet ernaar uit dat de stad
haar eigen monumentenbeleid zal
uitbreiden en intensiveren als het
Rijk niet bereid is meer gelden be
schikbaar te stellen. Zo althans
staat het nu al in de notitie Monu
mentenzorg' van het gemeentelijk
Bureau. De gemeente wil onver
kort doorgaan met plaatsing van
panden op de gemeentelijke mo
numentenlijst, die ca. 1200 objec
ten telt. In de toekomst wil de stad
wel meer de nadruk leggen op
goed onderhoud dan op restaura
ties. Er zal naar worden gestreefd
stadsvernieuwing te combineren
met restauratie, zodat het stadsver
nieuwingsfonds kan bijdragen.
Men denkt te beginnen in de Stati-
onsbuurt.
Leiden - Langs de stadswallen
hebben op een aantal plaatsen
19e-eeuwse, witgepleisterde villa's
gestaan. Noordeinde 1 werd in
1866 gebouwd na de afbraak van
de Wittepoort en de stadswal. Het
ernaast op nr. 3 gelegen pand was
vrijwel identiek, maar is nu nog
nauwelijks in authentieke staat.
Beide panden waren aanvankelijk
woonhuizen van officieren van de
voormalige Zeevaartschool, die er
tegenover staat. De Avondscholen
gemeenschap Boerhaave heeft het
blokvormige pand thans in ge
bruik. Aan de westkant is een op
merkelijke achtkantige erker van
twee verdiepingen aangebouwd
met een lichtkoepel in het dak. Er
zijn plannen om het pand te restau
reren. Leiden kent geen andere
voorbeelden meer uit die tijd.
Eindhoven - De Sint-Lambertus-
kerk aan de Hoogstraat wordt met
de pastorie op de rijksmonumen
tenlijst geplaatst. De neogotische
kruisbasiliek werd in 1911 ge
bouwd door architect W. te Riele.
Monumentenzorg noemt kerk met
markante toren en gaaf interieur
karakteristiek voor de late neogo
tiek. Al in 1972 zou de kerk rijks
monument worden, maar het bis
dom wilde het gebouw afbreken.
Parochianen namen het heft in han
den en hielden er zelf diensten.
Het bisdom wil nu rekening hou
den met de 'feitelijke situatie' en
verzet zich niet langer tegen plaat
sing op de monumentenlijst.
De ministeries van WVC en
van Economische Zaken laten
onderzoeken hoe het cultuur
historisch toerisme in Neder
land kan worden gestimuleerd.
Opdracht daartoe is verleend
aan het adviesbureau voor
marketing en public relations
Winkelman en van Hessen te
Den Haag. Bij het project wor
den ook de Nationale Contact
commissie Monumentenbe
scherming (NCM), het Neder
lands Bureau voor Toerisme
(NBT) en de Algemene Neder
landse Vereniging van WVs
(ANW) rechtstreeks betrok
ken. Het onderzoek, dat deze
maand van start gaat, moet in
april 1989 uitmonden in con
crete aanbevelingen aan alle
betrokken partijen. Overwo
gen wordt daarna een stuur
groep te formeren die erop
toeziet dat deze ook daadwer
kelijk worden uitgevoerd.
Ons land beschikt over een
zeer omvangrijk en gevarieerd
cultuur-historisch aanbod.
Toch blijkt in de praktijk
slechts een beperkt deel van
de Nederlandse bevolking en
de buitenlandse toeristen cul
tuur-historische objecten te be
zoeken. Zowel de beheerders
en eigenaars van monumenten
als de vakantiegangers en dag
toeristen lijken onvoldoende
op de hoogte van de mogelijk
heden die het zeer gevari
eerde Nederlandse cultuur
historische bezit voor het toe
risme biedt. Nagegaan wordt
in hoeverre organisatie en pro
motie van het aanbod hier be
ter op in kunnen spelen. Op
basis van de uitkomsten wordt
een 'masterplan' opgezet, ten
einde een grotere bekendheid
en bereikbaarheid van het cul
tuur-historisch aanbod in Ne
derland te bevorderen. In aan
sluiting op dit masterplan wor
den één of meerdere proefpro
jecten ontwikkeld die een
voorbeeldwerking kunnen
hebben voor toekomstige initi
atieven op dit terrein.
Het betreffende onderzoek
houdt onder meer in, het in
kaart brengen van de be
staande en potentiële doel
groepen uit binnen- en buiten
land (zoals gezinnen met jon
gere kinderen en senioren,
maar bijvoorbeeld ook kam
peerders en watersporters)
waaruit de toeristische markt
bestaat. Daarnaast zal een in
deling worden gemaakt van
het Nederlandse cultuur-histo
rische erfgoed op basis van
kenmerken, die uit marketing-
oogpunt van belang zijn.
Op grond van deze beide ana
lyses kan inzicht worden ver
legen op welke wijze het cul
tuur-historisch aanbod in Ne
derland aan de verschillende
doelgroepen zal moeten wor
den aangeboden. Bij dit aan
bod moet niet alleen gedacht
worden aan afzonderlijke mo
numenten als kerken en kaste
len, maar ook aan gehele
stads- en dorpsgezichten en
bewaard gebleven historische
stucturen. Op grond daarvan
zullen richtlijnen worden ge
formuleerd voor een betere
structurering van het aanbod
aan de beheerders en eige
naars van de te bezoeken ob
jecten en met betrekking tot de
historische structuren tevens
aan de lokale bestuurders een
beter inzicht worden verschaft
in de kosten en baten die de
beoogde toename van dit be
zoek met zich meebrengt.
Heemschut, september-oktober 1988 41