In de laatste decennia van de vorige eeuw werden in Drenthe veel tramwegen en locale spoorwegen aangelegd. Het station Hijkersmilde aan de tramlijn Meppel-Assen volgde in het eerste kwart van deze eeuw (foto Fotodienst Prov. Drenthe) geveer 54.000 in 1945. Van die 54.000 zijn als gevolg van saneringen in de jaren zes tig en zeventig naar schatting 8000 ver dwenen', licht de project-coördinator ver der toe, 'zodat er nog ongeveer 34.000 overblijven die in het kader van het MIP in meer of mindere mate bekeken moeten worden.' Uiteraard gaat het bij het MIP- onderzoek om meer dan enkel woningen. 'Als je ziet dat er sprake is van de sloop van een complex burgerwoningen te ver gelijken met ons voorbeeld in de bro chure, realiseer je je dat veel mensen niet in de gaten hebben dat er uit die MlP-peri- ode veel waardevols in Drenthe te vinden is. Zelfs een kenmerkend deel van het ge bouw van het Drents museum, het voorma lige provinciehuis aan de Brink in Assen, is niet wettelijk beschermd... Nu is het ook beslist niet de bedoeling om alles als mo nument te beschermen. Van de ongeveer 5000 objecten die we denken te registre ren, zullen er hooguit een paar honderd voor wettelijke bescherming in aanmer king komen. Bij de selectie gaan we be wust ook de gemeenten betrekken. De praktijk leert dat alleen al een object als waardevol aanmerken een vorm van be scherming is. Heel licht weliswaar. Subsi die geven op de instandhouding is een vol gende stap en naast subsidie ook het op nemen in een bestemmingsplan gaat weer een stap verder.' Zo kort na de start van het MlP-projekt zijn het volgens ing. Postma met name oud heidkundige verenigingen en gemeenten die interesse tonen. Hij zegt: "We doen dan ook helemaal niet geheimzinnig. Hoe eer der men van de waarde van een object doordrongen is, hoe beter. We zullen onze bevindingen ook in samenspraak met de gemeenten op papier zetten. De monu mentenzorg van het rode potlood is voor bij. Je zult mensen moeten overtuigen door kennis en informatie, zodat ze gaan mee denken over oplossingen.' Provinciale lijst in de maak In Drenthe is al enige jaren een provinciale monumentenlijst in de maak. Veel panden De Brink van Assen wordt beheerst door het gebouwencomplex van het Drents Museum. Het jongste (midden)deel is een schepping van dr. P. J. H. Cuypers, die vond, dat ons land een "nationale'bouwstijl moest bezitten (foto Fotodienst prov. Drenthe) op de lijst zijn tevens MlP-panden. Ing. Postma verwacht dat begin 1989 een pro vinciale subsidieregeling van kracht wordt, vooruitlopend op officiële bescher ming van waardevolle panden. De feitelijke inventarisatie voor het MIP wordt uitgevoerd door de op tijdelijke ba sis aangetrokken architect-historicus Dirk Cazemiere n de sociaal-geograaf Johan Kruiger. Samen gaan ze woningen en an dere gebouwen doorlichten op bouw kunstaspecten. De begeleidingscommis sie onder leiding van Postma wordt verder gevormd door provinciaal historicus Mi- chiel Gerding, enkele leden van de Provin ciale Monumentencommissie en een me dewerker van de dienst Ruimte en Groen van de provincie. Van de vijftig inventarisatiegebieden, die landelijk voor het MIP zijn aangegeven (zie ook Heemschut maart-april jl, p. 24 ev het artikel 'Monumenteninventarisatie zon der monumenten' door Kees van der Ploeg), liggen er drie in Drenthe, te weten Zuidwest-Drenthe, het Drents plateau en de Drentse veenkoloniën. Van ieder inventarisatiegebied en de daarin liggende gemeenten zullen de his- torisch-geografische ontwikkelingen van de periode 1850-1940 worden beschreven, volgens vastomlijnde procedures en crite ria. Deze gebiedsbeschrijvingen vormen het algemeen kader voor de uitvoering van de inventarisatie van ruimtelijke struc turen en objecten. In de slotfase van het project zullen de objecten en gebieden met bijzondere waarden van stedebouw en bouwkunst uit de genoemde periode worden beschreven. De provincie maakt van de gelegenheid gebruik al die gege vens op te nemen in een computerbe stand, wat bij toekomstige beleidsbeslis singen zeer van pas kan komen. Waar mo gelijk zullen als vermeld de Drentse ge meenten bij het MIP betrokken worden. Na de inventarisatie zal de selectie van de te beschermen objecten plaatsvinden. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg zal hierbij te zijner tijd initiërend optreden zo als dat heet. De RMZ maakt namelijk uit of de onderscheiden waarden ook daadwer kelijk aan gebieden en objecten worden toegekend. Heemschut, september-oktober 1988 33

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 33