Het Valkhof: de aandacht
verleggen?
ABELE REITSMA
De plek was in tijden van oorlog van militair-strategisch belang, tegenwoordig heeft het
punt recreatief-strategische waarde: het Valkhof te Nijmegen. In de jaren 1796-97sloop
ten de Staten van Gelderland er een eeuwenoude burcht. Nu resteren hiervan alleen een
kapel en een kapelruïne. Komt de burcht in gereconstrueerde vorm terug? Of is hooguit
een fundamententuin ('contourenplan') aanvaardbaar? Nu de discussie hierover gaande
is, presenteert een Delftse architectuurstudent een plan dat de aandacht definitief van de
Valkhof-reconstructie kan afleiden.
Eigentijdse architectuur
Als alternatief voor de burcht-reconstruc
tie opperde architectHendriks in het ja
nuarinummer van Heemschut al de moge
lijkheid om op het Valkhof eigentijds te
bouwen voor een passende, toekomstge
richte funktie: hedendaagse architectuur
voor het exposeren van moderne kunst.
Voorstander van toekomstgericht bou
wen vanuit een funktie is ook de 24-jarige
Paul Kuitenbrouwer uit Nijmegen, student
architectuur aan de Delftse TU. In het ka
der van zijn afstudeerproject ontwierp hij
op eigen initiatief een museum voor het
tentoonstellen van kunst. Aan de voor
avond van de Valkhofstudiedag, 29 okto
ber, presenteert hij een plan dat het Valk
hof zelf onaangetast laat: hij stelt voor aan
de aangrenzende parkeerplaats 'Kelfkens-
bos'te bouwen. De afstudeerder ziet hier
eerder een stedebouwkundige aanleiding
om te bouwen. Aanvankelijk richtte hij zijn
aandacht wel op het Valkhof, maar hij res
pecteert de unieke historische waarde er
van. Daarnaast vindt hij het oude burcht
terrein belangrijk als 'groene long' van de
Nijmeegse binnenstad, evenals het Hun
nerpark en het Kronenburgerpark.
Markant museum
Het Kelfkensbos is, als vanouds, een open
ruimte aan de rand van het Nijmeegse
stadshart, aan een lange zijde begrensd
door de gelijknamige straat met een na
oorlogse gevelwand. Aan de groene 'bui
tenzijde' is het terrein door de dieplig
gende Voerweg gescheiden van het Valk
hof en eindigt het tegen de vestingwal met
de Belvédère. De open ruimte, die inder
daad te groot en te weinig begrensd is om
'plein' te noemen, heeft volgens Paul Kui
tenbrouwer behoefte aan een markant ge
bouw dat de pleinruimte bepaalt. Op de
vraag of zijn museum een blikvanger moet
worden, zegt hij dan ook: 'Ja, natuurlijk'. Hij
projekteert het museumontwerp, met een
plattegrond van 100 bij 35 meter, aan de
oostelijke groene zijde van het plein, tegen
de oude vestingwal, op de plek waar nu
een midgetgolfbaan is. Het aanwezige (na
oorlogse) talud zou verwijderd moeten
worden.
Het ontwerp is ingepast tussen twee his
torische elementen, die de beide einden
van de wal markeren: de Belvédère aan de
landschapszijde en het poortwachtershuis,
het enige restant van de vooroorlogse
pleinbebouwing, aan de zijde van de St.
Jorisstraat. Door bestaande omgevingsele-
"V
Ontwerpschets van de onderlinge aansluiting
van museum, poortwachtershuis en vesting
wal, (foto Paul Kuitenbrouwer)
menten te accentueren in de vormgeving
van het museum wil de afstuderende ar
chitect een wisselwerking tussen gebouw
en context realiseren. Zo wordt de richting
van de oude vestingwal benadrukt door de
langwerpige geoouwstrucmur, parauei er
aan. Met zijn hoogte van 11 m (en een gale
rij tot 16 m) krijgt het gebouw 'rugdekking'
van de bomen die op de wal staan. De kop
van het museum, aan de zijde van de Bel
védère, wijkt met zijn vrije, meer transpa
rante vormgeving af van de rechthoekige
gebouwstructuur. De gevel buigt hier mee
met de looproute die naar de Belvédère en
De oude vestingwal met bomenrij en poort
wachtershuis (foto Paul Kuitenbrouwer)
het Hunnerpark leidt. In de kop, met een
klein torentje aan een voorplein, is de pu-
blieksingang. Het langwerpige zalenblok
van het museum is door een dwarsge-
richte laad/losstraat halverwege in tweeën
geleed. De beide zalenclusters vormen zo
met de kop van het gebouw een architec
tonische driedeling. Aan de kant van het
poortwachtershuis heeft het gebouw hoge
metselwerkgevels. In de richting van de
kop verspringen deze hogere delen (11 m)
naar achteren, als verwijzing naar de Bel
védère. Het zalenblok is op een beschei
den manier met het poortwachtersgebouw
verbonden door een laag, terugliggend
gedeelte met een dakterras.
Op plek van het plan, parallel aan de wal,
was toen een gesloten bouwblok met aan
de kop, bij de Belvédère, een markante
villa. Het oude karakter van de open
ruimte, met afwisselende funkties voor
parkeren, markten en kermis, wil hij hand
haven. Voor de westzijde van het Kelf
kensbos beveelt hij alleen een verkeers
kundige herinrichting aan.
Historische structuur
Op het eerste gezicht ligt m.i. bebouwing
van de oostelijke, groene zijde van het
Kelfkensbos minder voor de hand. Aan de
westzijde is de ruimtelijke structuur name
lijk sterker verstoord, door de domine-
Schematische weergave van de ligging van het museum tussen Belvédère (links) en poort
wachtershuis (rechts) (foto Paul Kuitenbrouwer)
16 Heemschut, september-oktober 1988