Drastische opschoning
monumenten register
gewenst
SYMPOSIUM
Symposium Jongere Bouwkunst in Gelderland:
Bescherming van de belangrijkste facetten van ons recente bouwverleden is dringend
gewenst. Maar dat lijkt alleen haalbaar als tegelijkertijd wordt overgegaan tot een rigou
reuze opschoning van de bestaande (rijks)monumentenlijst.
Met andere woorden: het recente en oude verleden zijn alleen te redden door een
bewuste en weloverwogen selectie. Met bijna 43.000 geregistreerde oude monumenten
en naar proportie nog eens 20.000 recente kunnen we de 21e eeuw niet in. Aldus profes
sor dt. P. Singelenberg, oud-hoogleraar aan de K. U. Nijmegen tijdens zijn inleiding op
het Symposium 'Hoe om te gaan met de jonge(re) bouwkunst in Gelderland?', dat werd
gehouden op 4 maart van dit jaar in het complex 'De Refter" te Ubbergen, voorheen beter
bekend als het meisjespensionaat 'Notre Dame des Anges'.
Magnifiek gelegen op de rand van de
stuwwal tussen Nijmegen en Kleef bieden
de verschillende gebouwen een indrin
gend uitzicht over het weidse landschap
van de Ooijpolder. Herbestemd tot woon-
en werkeenheden maken ze nu hun
tweede jeugd door. Tussen haakjes: een
uitstekend voorbeeld hoe je om kunt gaan
met de jonge(re) bouwkunst. En dat niet
alleen in Gelderland! Zoals misschien be
kend staat het complex, inclusief de fraaie
neogotische kapel van architect J. J. H. van
Groenendaal, sinds enkele jaren op de
monumentenlijst van het Rijk, vooruitlo
pend op de aanwijzing van het dorp Ub
bergen tot beschermd dorpsgezicht.
De studiedag over de Gelderse Jon
gere Bouwkunst was mede opgezet ter
gelegenheid van het verschijnen van
het Gelderlandnummer van Heemschut,
december vorig jaar, en de tentoonstel
ling over het expressionistische Huis
Wylerberg in Beek-Ubbergen, die van 23
januari tot en met 6 maart was te bezich
tigen in het Nijmeegs Museum 'Com-
manderie van St. Jan' en in die zes we
ken bijna 8500 bezoekers trok.
Professor Singelenberg noemde drie argu
menten voor zijn stelling dat het monumen
tenbestand drastisch ingekrompen zal
moeten worden. Allereerst omdat we van
ons heden geen knekelhuis van het verle
den mogen maken. Vervolgens omdat de
eigentijdse architectuur en de behoefte er
naar ruim baan moeten krijgen en tenslotte
omdat de gemeenschap zich zo'n groot
monumentenbestand financieel gezien niet
kan veroorloven.
In zijn krachtige pleidooi tot herwaarde
ring van de 19e-eeuwse bouwkunst, de
neo-stijlen, viel de nadruk vooral op de
voortdurend aanwezige spanning tussen
de statische en meer dynamische vormen
van architectuur in dat tijdvak: een boei
ende confrontatie die zijn uitwerking in de
jongere bouwkunst! Tenslotte stelde dr.
Singelenberg dat bij de inventarisatie van
de jongere bouwkunst de daarmee ge
paard gaande herijking van het monumen
tenbestand de inbreng van het particulier
initiatief niet kan worden gemist.
Ingang van 'De Refter1 te Ubbergen in neo
gotische stijl
Geldgebrek
Een waarschuwend geluid liet ook me
vrouw N. H. van den Broek-Laman Trip ho
ren, de Gelderse gedeputeerde voor o.a.
Monumentenzorg. Niet zonder enige trots
vermeldde zij dat Gelderland een duidelijk
beleid voert: 'Wij hebben geen lijvige mo
numentennota geproduceerd, maar voe
ren wel een beleid dat bestaat in het stimu
leren terzake van de gemeentebesturen,
Daarbij kwam in 1985 de instelling van een
aantal subsidieregelingen voor onderhoud
en restauratie, het Gelders Molenfonds en
onze participatie in de Monumentenwacht.'
Het resultaat is inderdaad een viertal goed
functionerende monumentenwachtteams
en een vijfde (wellicht) op komst. Als ad
viescollege voor het Provinciaal Bestuur in
Gelderland functioneert sinds voorjaar
1987 de Gelderse Monumentenraad.
Het voor onderhoud en restauratie be
schikbare bedrag in Gelderland ad
4,2 miljoen gulden dreigt echter begin
1988 al opgesoupeerd te zijn. En er liggen
aanvragen voor nog minstens 4 miljoen
gulden. Een reden voor G.S. om de Staten
voor te stellen eenmalig het Gelderse Mo
numentenfonds te versterken met een be
drag van 1,6 miljoen gulden. Maar dan is
het ook onherroepelijk gedaan. 'Zoals het
tot nu toe gaat kan het niet langer,' aldus
de Gelderse gedeputeerde. Goed nieuws
bracht zij mee voor het M.I.P. Ook in Gel
derland zal nog dit jaar het Monumenten
Inventarisatie Project van start gaan. De
besprekingen met het Rijk en de Gelderse
Monumentenraad verkeren in een afron
dend stadium.
Beheer belangrijk
Drs. P. Nijhof, landelijk projectleider van
het M.I.P.betoogde dat zorgvuldig beheer
van de jongere bouwkunst in feite een veel
effectiever beschermingsinstituut bete
kent dan het plaatsen van objecten op een
lijst. Daarnaast is een goede documentatie,
gebaseerd op kennis en inzicht, noodzake
lijk om een beter zicht te krijgen op ons
bouwkundig erfgoed uit de periode tussen
1850 en 1940. Zijn opsomming van wat er
komt kijken voordat het M.I.P. operatio
neel is geeft aan hoe ambitieus deze inven
tarisatie inderdaad is opgezet.
Mr. J. H. J. van Blommestein, burgemees
ter van Voorst en in deze gemeente belast
met de monumentenzorg, had tenslotte
een vrij eenvoudig recept voor de aanpak
van de jongere bouwkunst-inventarisatie.
'Begin waar het werk gedaan moet wor
den, bij de gemeenten dus. En profiteer
van de daar inmiddels opgedane kennis.
Je moet het wiel niet telkens opnieuw wil
len uitvinden,' zo luidde zijn - niet door
iedereen, zoals uit de volgende discussie
bleek, onderschreven - stelling. Gemeen
ten kunnen bovendien in hun monumen
tencommissies de selectiecriteria van het
M.I.P. praktisch ter hand nemen. Daar
naast betekent monumentenzorg vanuit de
gemeenten gezien vooral het bewustwor
dingsproces op gang brengen, resp. ver
sterken. De loketfunctie is in dit verband
erg belangrijk: 'Met een goede dia-avond
voor de betrokkenen bereik je meer dan
met 1000 woorden in een nota,' aldus mr.
Van Blommenstein.
Expositie
Tussen de maaltijd en de inleidingen, maar
ook na afloop van de discussies konden de
85 deelnemers aan het Symposium een be
zoek brengen aan de N.C.M.-tentoonstel
ling over de 'Jonge(re) Bouwkunst in Ne
derland', ingericht in de voormalige kapel
van het pensionaat - nu een prachtige ex
positieruimte. Bij wijze van voorproef op
de Gelderse uitbreiding van deze tentoon
stelling, medio dit najaar, waren nu al en
kele panelen beschikbaar waarop een
keuze uit de jongere bouwkunst in de ge
meente Ubbergen was te zien.
Op de borrel na afloop sprak burge
meester R. O. M. Waelput van Ubbergen
zijn waardering uit voor het door Heem
schut-Gelderland ontwikkelde initiatief tot
dit Symposium, dat tot stand kwam in sa
menspraak met de N.C.M. te Amsterdam,
de Stichting tot behoud van Monument en
Landschap in de gemeente Ubbergen, het
Provinciebestuur van Gelderland en de
Gelderse Monumentenraad.
De heer A. A. E. M. Gijsbers is secretaris
van de provinciale commissie Heemschut
Gelderland.
Heemschut, mei 1988
7